Station
Tilburg hééft geen overkapping het ís feitelijk een grote
overkapping! Dit spectaculaire station wordt alom beschouwd als één
van de belangrijkste scheppingen uit de tweede helft van de twintigste eeuw en
vormt een waardige afsluiting van de Wederopbouwperiode. Bij dit station werd
de overkapping méér dan alleen een beschutting voor de perrons,
het werd een essentieel onderdeel van het aangezicht van het station. Tilburg
was dan ook de voorloper van de stations zoals die vanaf de jaren tachtig werden
gebouwd
Evenals het dertig kilometer verderop gelegen Eindhoven heeft
Tilburg in de afgelopen twee eeuwen enorme ontwikkelingen doorgemaakt. Van een
onbeduidend plaatsje groeide het in vrij korte tijd uit tot de tweede stad van
Noord Brabant en de zevende gemeente van Nederland. En net als in Eindhoven speelde
de industrie hierbij een allesbepalende rol. In Tilburg was dit de textielindustrie,
meer bepaald de wolstoffenindustrie. Nog altijd heeft Tilburg als bijnaam "Wolstad".
Tijdens carnaval wordt het "Kruikenzeikerstad" genoemd, ook dit is een
verwijzing naar de bedrijvigheid van weleer
Maar ook de komst van het
spoor gaf de stad een enorme impuls. Tilburg kreeg al in 1863 haar eerste station,
gelegen aan de spoorlijn naar Breda. Twee jaar later werd deze in oostelijke richting
doorgetrokken naar Eindhoven en van daaruit verder naar Venlo en Maastricht. Omdat
dit één van de spoorlijnen was die in opdracht van de Nederlandse
Staat werd aangelegd kreeg Tilburg dientengevolge een standaardstation, met een
stationsgebouw van het type 3e klasse. Het station kreeg al snel een internationaal
karakter, dankzij de ingebruikname van een spoorlijn naar het Belgische Turnhout
(het Bels Lijntje). In 1881 kwam vervolgens de spoorlijn naar 's-Hertogenbosch
en Nijmegen gereed, waardoor Tilburg een volwaardig spoorknooppunt werd. Het was
voor de Staatsspoorwegen sowieso een belangrijk station, de maatschappij had op
het terrein ten noorden ervan haar hoofdwerkplaats. Dit latere Revisiebedrijf
zou hier uiteindelijk tot 2011 blijven. Het "Waterstaatstation" heeft
haar eeuwfeest net niet gehaald. Het werd na 98 jaar trouwe dienst gesloopt om
plaats te maken voor het huidige station. Directe aanleiding was het verhogen
van het spoor doot Tilburg, deze was al heel lang een steeds groter wordende hindernis
voor het overige verkeer. De grootste blikvanger was natuurlijk het nieuwe station,
gebouwd naar een ontwerp van K. van de Gaast. De klus ging trouwens verder dan
alleen het bouwen van een nieuw station en het ophogen van het spoor. Er moest
een nieuw goederenemplacement worden aangelegd. Dit had op haar beurt weer tot
gevolg dat het spoortje naar België, dat toen alleen nog voor goederenvervoer
werd gebruikt, moest worden verlegd. De werkzaamheden begonnen eind 1960 en zouden
ruim vijf jaar in beslag nemen. Dat Tilburg zo'n spraakmakend station kreeg was
trouwens mede te danken aan het toenmalige gemeentebestuur. De gemeente betaalde
voor een groot deel mee aam de werkzaamheden, daar mocht best wel wat tegenover
staan
Het station was in 1965 ronduit revolutionair en zelfs na 55 jaar
oogt het nog allesbehalve ouderwets. Het is daarom meer dan terecht opgenomen
in het "Beschermingsprogramma Wederopbouw 1959-1965". Inmiddels heeft
het stationsgebouw een grootscheepse renovatie achter de rug, waarbij het een
nieuwe hoofdingang kreeg en een veel bredere tunnel. Die tunnel werd tevens doorgetrokken,
zodat het station nu ook vanuit de noordelijke stadshelft te bereiken is. De werkzaamheden
aan het stationsgebouw was trouwens maar een deel van een veel omvangrijker project,
dat nog enige jaren in beslag zal nemen
Onder:
Het sporenplan, zoals het er rond 2005 nog uitzag. Er is inmiddels veel veranderd;
zo is de bovenste helft (de vroegere hoofdwerkplaats) inmiddels opgebroken, hetzelfde
geldt ook voor het gedeelte linksonder
. .
|
Boven:
Het Tilburgse station was in 1965, toen het in gebruik werd genomen, ronduit futuristisch
en ook anno 2020 is het nog lang niet gedateerd. Dit station was dan ook revolutionair;
voor het eerst werd bij een groot station de overkapping allesoverheersend en
werd het eigenlijke stationsgebouw wat naar de achtergrond verdrongen. Die werd
-vanwege de beperkte ruimte- zelfs half in de spoordijk gebouwd. De overkapping
bestaat uit zogenoemde "hypparschalen". Architect K. van der Gaast had
deze bijzondere dakvorm al eens eerder toegepast bij het vroegere stationsgebouw
van Schiedam, daar waren ze echter veel kleiner. Het Tilburgse station ondergaat
momentheel een grote verbouwing. Onlang kreeg het gebouw een nieuwe hoofdingang,
die direct overgaat in een nieuwe en veel bredere perrontunnel. Het gebouw is
een rijksmonument. Ook is het enige jaren geleden opgenomen in het "Beschermingsprogramma
Wederopbouw 1959-1965". . (zie
ook pagina 5) .
Onder:
Het station geniet ook grote bekendheid in het buitenland, zelfs in het gebied
achter het vroegere IJzeren Gordijn. Het werd afgebeeld in "The Big Book
of Transport", welke in 1987 in het toenmalige Tsjecho-Slowakije werd uitgebracht.
De illustratie werd gemaakt door Jiri Bouda, die daarbij zeer waarschijnlijk een
ansichtkaart als voorbeeld heeft gebruikt. Het boek werd trouwens ook in het Nederlands
uitgebracht
.
Bron:
Het Vervoer, Te Land, Ter Zee En In De Lucht" (The Big Book of Transport) door
P. Augusta, e.a. |