Home ] Terug naar de eerste pagina ] [ Vorige pagina ] [ Volgende pagina ]
  
 
TILBURG

 

De hypparschalen

  
  
  

Tot een aantal jaar geleden was het station via drie toegangen te bereiken, die zich in de linkerhoek van het centrale bouwdeel bevonden. De twee ingangen waren in de voorgevel en opzij daarvan was de uitgang. De twee ingangen stonden (min of meer) in één lijn met de tunnel naar de perrons, voor de grote hal moest men naar rechts. Deze wat ongebruikelijke situering had ook nu alles te maken met de krappe beschikbare ruimte waarin het stationsgebouw is geplaatst. Hierdoor bleef voor de hal de maximale ruimte beschikbaar. Een bijkomend voordeel was dat abonnementhouders rechtstreeks naar de perrons konden gaan.
De centrale hal is relatief ondiep, maar wel breed en hoog. Dat laatste omdat de ruimte twee bouwlagen hoog is. En omdat de voorgevel nagenoeg helemaal uit glas bestaat is de ruimte bijzonder licht. Nog wat eztra daglicht komt van de brede glasstrook boven het lokettenfront. Het plaatskaartenkantoor was letterlijk onder het eerste perron. Oorspronkelijk waren er niet minder dan acht loketten, waarbij iedere balie werd aangeduid met de voor dit station zo karakteristieke -maar helaas allang verdwenen- vierkante lichtbak, in dit geval met daarop een cijfer. Na het bezoek aan het loket kon eventuele bagage worden afgegeven in een ruimte die zich helemaal aan de rechterkant bevond. Hierna moest de reiziger weer terug richting de ingang, om vervolgens rechtsaf de perrontunnel in te gaan. Of dit station nog plaatskaartencontrole heeft gekend is mij niet bekend, maar waarschijnlijk was dit één van de eerste nieuw gebouwde stations die dit niet meer had…
Waar dit station wel een echte primeur mee had was het feit dat dit het eerste station was dat al van meet af aan over roltrappen beschikte. Daarbij moet wel worden opgemerkt dat dit niet het allereerste station was dat deze voorzieningen kreeg. Die eer gaat naar station Amersfoort, maar dat was uiteraard toen al een bestaand station.
Nog even terug naar de perrontunnel, dat er één in de meest letterlijke zin van het woord was. Anders dan bij de huidige onderdoorgang kon via de oude, smalle tunnel uitsluitend de twee perrons worden bereikt. Het was overigens niet dezelfde tunnel die veertien jaar eerder was gebouwd. Dat exemplaar lag wat verder naar het westen, was nog smaller en lag bovendien onder de grond.
Het Tilburgse hoofdstation beschikt over slechts twee perrons en drie perronsporen. Met name het perron langs spoor 1 is erg smal, het eilandperron is trouwens verhoudingsgewijs nauwelijks breder. Voor een station waar tot voor kort ruim 35.000 reizigers per dag gebruik van maakten is dat nogal krap. In het huidige "Nieuwe Normaal-tijdperk" lijkt het me zelfs onmogelijk om op deze perrons zo'n aantal reizigers te verwerken. Bovendien wordt het eerste perron zeer intensief gebruikt; alle treinen die in oostelijke richting vertrekken doen dit momentheel vanaf spoor 1.
De grote overkapping verheft zich als een enorme paraplu boven het station uit, waarbij zowel een deel van het voorplein als de perrons worden overdekt. Ze bestaan uit zogenoemde "hypparschalen", een dakvorm die architect Van der Gaast eerder al had toegepast bij het -inmiddels allang verdwenen- stationsgebouw van Schiedam (Centrum). Daar waren ze uiteraard veel kleiner. Zo'n hypparschaal is eigenlijk een vierkant vlak, waarbij de twee schuin tegenover elkaar liggende uiteinden zijn gekromd. De Tilburgse overkapping bestaat uit twaalf van dergelijke vierkante vlakken, elk met een diameter van zo'n dertig meter. De schalen bestaan uit een stalen geraamte, afgedekt met donkergekleurd hout. Ze worden met elkaar verbonden (of juist gescheiden) door brede glasstroken. De overkapping wordt op twee manieren ondersteund; het meest in het oog springend zijn de zes schuine pylonen langs de buitenrand, die het dak middels spankabels bij elkaar houden. Daarnaast rust het dak op vier betonnen portalen, die op het eerste perron te vinden zijn. De lichtstroken zorgen ervoor dat er veel daglicht op de perrons is. Ook het feit dat de overkapping geen zijwanden heeft draagt hieraan in grote mate bij. Dat laatste zorgt er echter wel voor dat de elementen behoorlijk vrij spel hebben op de perrons. Vooral langs spoor 3 is dit goed te merken, de overkapping is hier eigenlijk iets te smal. Ook de lengte van de overkapping (bijna 150 meter) houdt -gezien het belang van het station- niet echt over, al is dit één van de grootste overkappingen die Van der Gaast ontwierp. Desondanks (en dat kan ik niet vaak genoeg benadrukken) neemt de overkapping in de geschiedenis van de spoorwegarchitectuur een bijzondere plaats in...

.
Boven: De stationshal, zoals ze er oorspronkelijk uitzag. De ruimte heeft, ondanks de geringe diepte, heel behoorlijke afmetingen. Dit werd bereikt door het plaatskaartenkantoor zo ver mogelijk naar achteren te plaatsen, de loketten bevonden zich letterlijk onder het eerste perron. Helemaal aan de rechterkant is de doorgang naar de bagage-afdeling. Dit is tegenwoordig de toegang naar de hal. Overigens behield de ruimte nog tot ver in de jaren tachtig haar oorspronkelijke uiterlijk.
.
Onder: De oude perrontunnel, hier gezien in de richting van het stationsgebouw. Het is al meteen duidelijk waarom het station een veel bredere tunnel nodig had; net als veel tijdgenoten destijds had het een nogal krappe onderdoorgang. Merk ook op dat het gedeelte waar vandaan de foto werd gemaakt wat hoger is dan de rest van de tunnel.
.
 
 
 
Onder: Een bijzonder detail: de oorspronkelijke trap naar het eerste perron was letterlijk onder één van de betonnen portalen, waarop de overkapping rust. Naast de vrij smalle trap is de roltrap te zien. Dit station was ooit één van de eersten die ermee werd voorzien. De twee betonnen portalen die het midden van de overkapping ondersteunen zijn trouwens anders van vorm dan de twee exemplaren die aan de uiteinden staan...
.
Onder: Voor de wiskunde-freaks (ben ik zelf overigens absoluut niet). Hyppar staat voor hyperbolische paraboloïde. Dit wordt zo genoemd omdat in het x,y-vlak het figuur een hyperbool is en in zowel het x,z- als het y,z-vlak een parabool. Het figuur doet denken aan een soort kroepoek. Niet voor niets heeft de overkapping als bijnaam "kroepoekdak".
.
Bron:Wikipedia
 
 
Onder (beide foto's): Twee foto's van de perronoverkapping. Op de foto links zijn -onder andere- de schuine pylonen te zien, waaraan middels spankabels de overkapping is bevestigd. Het wat merkwaardige rechthoekige vlak is een lichtarmatuur en heeft daar altijd al gezeten. De blauwe kleur is bij mijn weten later aangebracht. Op de foto ernaast is goed te zien dat de beroemde overkapping ook een groot nadeel heeft; met name langs spoor 3 is de beschutting verre van optimaal. Het Koploper-treinstel ontneemt het zicht op het perrongebouw. Oorspronkelijk stonden er twee, maar één ervan moest enige jaren geleden het veld ruimen. Op die plaats zijn nu de trappen en de lift naar de nieuwe perrontunnel...
.

 

 

  Free counter and web stats versie: 28-12-2020