Het
aangezicht van het Tilburgse station wordt in grote mate bepaald door de bijzondere
overkapping. Daar onder gaat een nogal onopvallend stationsgebouw schuil. Maar
wie even verder kijkt ziet toch wel een aantal bijzonderheden, Dat begint al met
de enorme gevellengte van ruim 190 meter, waarmee het -qua breedte- één
van de grootste van ons land is. Die grote gevellengte is het gevolg van de al
eerder genoemde krappe ruimte waarin het stationsgebouw moest worden geplaatst.
Het werd -als het ware- uitgerekt, waardoor het weliswaar lang, maar ook vrij
smal is. En omdat het gebouw gedeeltelijk in de spoordijk werd gebouwd is het
eerste perron tevens voor een groot deel het dak van het stationsgebouw. Het gebouw
bestaat grotendeels uit twee bouwlagen, waarbij de bovenverdieping wat naar voren
is geschoven. Hierdoor kreeg het gebouw aanzienlijk meer volume, aan de rechterzijde
ontstond zelfs een extra luifel. Aan de perronzijde vormt die bovenverdieping
tevens het perrongebouw van het eerste perron. Opvallend is het "uitwendige
frame", dat Van der Gaast eerder al eens toe paste bij de perrongebouwtjes
van station Schiedam Centrum. Deze zijn het duidelijkst zichtbaar aan de perronzijde,
maar ook die aan de straatgevel zijn goed waarneembaar. Daar zijn de staanders
ogenschijnlijk aan de buitenmuren gemonteerd, alleen bij de centrale hal, waar
de twee bouwlagen op één lijn staan, lopen ze door tot aan de grond.
Een ander bijzonder detail zijn de verticale lamellen, die decennialang een opvallende
blauwe kleur hebben gehad. Sinds kort zijn ze lichtgrijs, een kleur die ze vroeger
waarschijnlijk ook hebben gehad. In de oorspronkelijke opzet was het stationsgebouw
van west naar oost als volgt ingedeeld; dienstruimten, het hoge restaurant, commerciële
invullingen (kapper, bloemenzaak, enz.), ingang, centrale hal de toegang naar
de fietsenkelder, bagage afdeling, nog wat kantoren en tenslotte de toren. Het
restaurant bevond zich dus aan de linkerkant, op de eerste verdieping en in een
opvallende, ver naar voren stekende uitbouw. Het bevond zich echter ver van de
hal en de perrons. Bovendien is een restaurant op een bovenverdieping van een
stationsgebouw bijna een garantie voor geen succes. Aan dat restaurant was nog
enige tijd een restaurant gekoppeld, die -net als het restaurant, trouwens- rechtstreeks
vanaf straat te bereiken was. Dat terras is overigens al heel lang geleden gesloopt,
waarschijnlijk aan het begin van de jaren tachtig. Overigens stak de bovenverdieping
aan de linkerzijde wat minder ver naar voren uit, iets wat trouwens pas na de
sloop van het terras zichtbaar werd
Ook het (vroeger) belangrijkste deel
van het gebouw staat wat naar voren. In de linkerhoek waren de toegangen, twee
in de voorgevel en één aan de zijkant. Duidelijk gemarkeerd dankzij
de grote, kleurige glasmozaïeken, die aam weerszijden van elke toegang te
zien zijn. Na de hal wijkt de voorgevel weer wat terug, om na enige meters weer
wat naar voren te verspringen. Hier trekt een opvallende, afgeronde betonwand
de aandacht, met als versiering een vlakverdeling in rechthoeken van verschillende
grootte. Aanvankelijk was deze wand egaal grijs, later werd er -met dankbaar gebruik
van de aanwezige rechthoeken- een soort Mondriaan-achtig kunstwerk van gemaakt.
Die gebogen wand markeerde trouwens de toegang naar de ondergrondse fietsenstalling.
Over blikvangers gesproken. Helemaal aan de rechterkant staat de stationstoren,
die door haar vorm en kleurstelling al snel de bijnaam "wasknijper"
kreeg. Die toren is in de eerste plaats een uurwerktoren en, zoals gebruikelijk,
is het ook een schoorsteen. Maar daarnaast heeft het uurwerk nóg een functie,
en wel een heel bijzondere: al sinds de opening is het een oorlogsmonument, bestaande
uit een carillon en een herdenkingsplaquette. |
. Boven:
Het station, kort na de opening. Op deze foto is goed te zien hoe krap de ruimte
tussen het station en de Spoorlaan is, en hoe ingenieus architect Van der Gaast
met de beschikbare ruimte is omgegaan, Denk hierbij aan de naar voren verspringende
bovenverdieping, zodat er ook nog voldoende ruimte overbleef voor een zijperron.
Bovendien kreeg het gebouw veel meer uitstraling. De totale gevellengte van het
gebouw bedraagt ruim 190 meter. Maar het gebouw mag dan wel enorm breed zijn,
het is ook relatief ondiep. De verticale "lamellen", een typisch kenmerk
van dit station, hebben nog haar oorspronkelijke, lichte kleur én haar
oorspronkelijke tekst "NEDERLANDSE SPOORWEGEN". Helemaal aan de linkerkant
is goed zichtbaar dat het restaurant een extra aanbouw had. Dit was een terras,
zodat op zomerse dagen ook buiten kon worden gegeten of gedronken. Zowel het restaurant
als het terras bleken niet zo'n groot succes, het terras werd zelfs gesloopt.
De karakteristieke uitbouw behield echter tot op de dag van vandaag haar horecafunctie,
al zijn er in de loop van de tijd ook periodes van leegstand geweest... .
|