Home ] Terug naar de eerste pagina ] [ Vorige pagina ] [ Volgende pagina ]
  
 
TILBURG

 

Een onopvallend stationsgebouw?

Decoraties:P.M. Buys (glasmozaïeken ingang)
  
  

Het aangezicht van het Tilburgse station wordt in grote mate bepaald door de bijzondere overkapping. Daar onder gaat een nogal onopvallend stationsgebouw schuil. Maar wie even verder kijkt ziet toch wel een aantal bijzonderheden, Dat begint al met de enorme gevellengte van ruim 190 meter, waarmee het -qua breedte- één van de grootste van ons land is. Die grote gevellengte is het gevolg van de al eerder genoemde krappe ruimte waarin het stationsgebouw moest worden geplaatst. Het werd -als het ware- uitgerekt, waardoor het weliswaar lang, maar ook vrij smal is. En omdat het gebouw gedeeltelijk in de spoordijk werd gebouwd is het eerste perron tevens voor een groot deel het dak van het stationsgebouw. Het gebouw bestaat grotendeels uit twee bouwlagen, waarbij de bovenverdieping wat naar voren is geschoven. Hierdoor kreeg het gebouw aanzienlijk meer volume, aan de rechterzijde ontstond zelfs een extra luifel. Aan de perronzijde vormt die bovenverdieping tevens het perrongebouw van het eerste perron. Opvallend is het "uitwendige frame", dat Van der Gaast eerder al eens toe paste bij de perrongebouwtjes van station Schiedam Centrum. Deze zijn het duidelijkst zichtbaar aan de perronzijde, maar ook die aan de straatgevel zijn goed waarneembaar. Daar zijn de staanders ogenschijnlijk aan de buitenmuren gemonteerd, alleen bij de centrale hal, waar de twee bouwlagen op één lijn staan, lopen ze door tot aan de grond. Een ander bijzonder detail zijn de verticale lamellen, die decennialang een opvallende blauwe kleur hebben gehad. Sinds kort zijn ze lichtgrijs, een kleur die ze vroeger waarschijnlijk ook hebben gehad.
In de oorspronkelijke opzet was het stationsgebouw van west naar oost als volgt ingedeeld; dienstruimten, het hoge restaurant, commerciële invullingen (kapper, bloemenzaak, enz.), ingang, centrale hal de toegang naar de fietsenkelder, bagage afdeling, nog wat kantoren en tenslotte de toren. Het restaurant bevond zich dus aan de linkerkant, op de eerste verdieping en in een opvallende, ver naar voren stekende uitbouw. Het bevond zich echter ver van de hal en de perrons. Bovendien is een restaurant op een bovenverdieping van een stationsgebouw bijna een garantie voor geen succes. Aan dat restaurant was nog enige tijd een restaurant gekoppeld, die -net als het restaurant, trouwens- rechtstreeks vanaf straat te bereiken was. Dat terras is overigens al heel lang geleden gesloopt, waarschijnlijk aan het begin van de jaren tachtig. Overigens stak de bovenverdieping aan de linkerzijde wat minder ver naar voren uit, iets wat trouwens pas na de sloop van het terras zichtbaar werd…
Ook het (vroeger) belangrijkste deel van het gebouw staat wat naar voren. In de linkerhoek waren de toegangen, twee in de voorgevel en één aan de zijkant. Duidelijk gemarkeerd dankzij de grote, kleurige glasmozaïeken, die aam weerszijden van elke toegang te zien zijn. Na de hal wijkt de voorgevel weer wat terug, om na enige meters weer wat naar voren te verspringen. Hier trekt een opvallende, afgeronde betonwand de aandacht, met als versiering een vlakverdeling in rechthoeken van verschillende grootte. Aanvankelijk was deze wand egaal grijs, later werd er -met dankbaar gebruik van de aanwezige rechthoeken- een soort Mondriaan-achtig kunstwerk van gemaakt. Die gebogen wand markeerde trouwens de toegang naar de ondergrondse fietsenstalling.
Over blikvangers gesproken. Helemaal aan de rechterkant staat de stationstoren, die door haar vorm en kleurstelling al snel de bijnaam "wasknijper" kreeg. Die toren is in de eerste plaats een uurwerktoren en, zoals gebruikelijk, is het ook een schoorsteen. Maar daarnaast heeft het uurwerk nóg een functie, en wel een heel bijzondere: al sinds de opening is het een oorlogsmonument, bestaande uit een carillon en een herdenkingsplaquette.

.
Boven: Het station, kort na de opening. Op deze foto is goed te zien hoe krap de ruimte tussen het station en de Spoorlaan is, en hoe ingenieus architect Van der Gaast met de beschikbare ruimte is omgegaan, Denk hierbij aan de naar voren verspringende bovenverdieping, zodat er ook nog voldoende ruimte overbleef voor een zijperron. Bovendien kreeg het gebouw veel meer uitstraling. De totale gevellengte van het gebouw bedraagt ruim 190 meter. Maar het gebouw mag dan wel enorm breed zijn, het is ook relatief ondiep. De verticale "lamellen", een typisch kenmerk van dit station, hebben nog haar oorspronkelijke, lichte kleur én haar oorspronkelijke tekst "NEDERLANDSE SPOORWEGEN". Helemaal aan de linkerkant is goed zichtbaar dat het restaurant een extra aanbouw had. Dit was een terras, zodat op zomerse dagen ook buiten kon worden gegeten of gedronken. Zowel het restaurant als het terras bleken niet zo'n groot succes, het terras werd zelfs gesloopt. De karakteristieke uitbouw behield echter tot op de dag van vandaag haar horecafunctie, al zijn er in de loop van de tijd ook periodes van leegstand geweest...
.
 
 
 
Onder: De vroegere ingang van het station. De foto links onder werd vanaf de overkant wan de Spoorlaan genomen, vandaar dat er enkele vlaggenmasten wat hinderlijk in beeld staan. De "lamellen" hebben hier nog hun blauwe kleur, een kleurstelling die \ze in ieder geval sinds het begin van de jaren negentig hebben gehad. Grote uurwerken markeren de plek waar vroeger de toegangen te vinden waren. De ingang werd tevens gemarkeerd door opvallende glasmozaïeken, gemaakt door Piet Buys. De mozaïeken beelden reizigers uit en stonden deels binnen en grotendeels buiten. De kunstwerken waren jarenlang verwaarloosd, maar kregen onlangs een opknapbeurt…
.
 
 
Onder: In deze opvallende, "zwevende" uitbouw was vroeger het restaurant. Deze was opmerkelijk ver van de stationshal. Mede daardoor was het als stationsrestaurant niet zo'n groot succes. Toch behield de ruimte tot op de dag van vandaag haar horecafunctie, al hebben er inmiddels diverse soorten eetgelegenheden in gezeten...
.
Onder: Nogmaals het restaurant, maar nu gezien vanaf de oude zij-ingang. De trap naar het restaurant is hier op de achtergrond te zien, via een aparte ruimte in het stationsgebouw was vervolgens het restaurant te bereiken. Aan de linkerkant is het hoge terras te zien, welke door haar vorm eerder aan een doodlopend stuk viaduct deed denken. Dat terras had een eigen trap, die hier op de voorgrond staat. Helemaal aan de rechterkant zijn enkele winkeltjes, elk aangeduid met een soort overmaatse "Scrabble-belettering". Die typische vierkante letterborden hebben het nog tot het begin van de huidige eeuw het gebouw gesierd. Het terras was toen allang verleden tijd...
.
 
 
Onder: Een andere opvallende blikvanger is de uurwerktoren, die aan de oostkant van het stationsgebouw staat. De ruim 20 meter hoge toren, die dankzij haar typische metselwerk de bijnaam "Wasknijper" kreeg, is tevens een schoorsteen. Het heeft nóg een functie; het is een oorlogsmonument. Hiertoe werd het bouwwerk aan de westzijde van een carillon voorzien. Ook is aan de toren een herinneringsplaquette aangebracht. Het uit twaalf klokken bestaande klokkenspel laat op gezette tijden luid en duidelijk van zich horen...
.
 

 

 

  Free counter and web stats versie: 14-12-2020