Aan het
besluit om het spoor in Tilburg te verhogen ging een lang een moeizaam traject
vooraf. Hoewel men al sinds het einde van de negentiende eeuw ernstige hinder
ondervond, wilden zowel het Rijk, de provincie als de NS lange tijd geen steun
verlenen aan het ophogen van het spoor. Het werd als een "lokaal probleem"
gezien. Zodoende duurde het nog tot het midden van de jaren vijftig toen eindelijk
overeenstemming werd bereikt over de verdeling van de kosten, want daar draaide
het uiteindelijk allemaal om. De gemeente Tilburg kon zo'n investering immers
onmogelijk alleen dragen
Uiteindelijk begonnen in 1960 de omvangrijke
werkzaamheden, die ruim vijf jaar in beslag zou nemen. Als eerste werd een tijdelijk
station ingericht, zodat het oude stationsgebouw tegen de vlakte kon. Vrijwel
direct daarna begon de aanleg van de Spoorlaan, die als verbindingsweg tussen
de -eveneens nieuwe- Gasthuisring en Heuvelring ging fungeren. Maar dit gaf architect
Van der Gaast wel een extra uitdaging bij het ontwerpen van het nieuwe station. Architect
K. van der Gaast behoeft inmiddels geen nadere introductie meer. Al sinds zijn
aantreden als hoofdarchitect zorgde hij voor bijzondere ontwerpen, het één
nog spraakmakender dan de andere. Neem nu het oude stationnetje Amsterdam Sloterdijk,
dat feitelijk bestond uit een overkapping, met daaronder een paar losse gebouwtjes.
Of het -inmiddels allang verdwenen- stationsgebouw van station Schiedam Centrum,
waarvan het dat uit zogenoemde "hypparschalen" bestond. Het eerste ontwerp
voor het nieuwe Tilburgse stationsgebouw was in zekere zin een combinatie van
de twee hiervoor genoemde stations; er was een grote, allesoverheersende overkapping,
met daaronder een wat verschoven stationsgebouw. Tot zover de overeenkomst met
station Sloterdijk. De "hypparschalen", die Van der Gaast eerder al
toepaste bij station Schiedam Centrum, vormden nu de basis van de Tilburgse stationsoverkapping.
Uiteraard zijn de schalen veel groter dan ze bij het dak van het -allang verdwenen-
stationsgebouw van Schiedam waren. De reden waarom in zowel Schiedam als in Tilburg
voor deze bijzondere constructie werd gekozen is dezelfde: de aanwezigheid van
een brede en drukke verkeersweg pal voor het station, waardoor deze weg dreigde
te vallen. Ook in Tilburg bleef hierdoor weinig ruimte over voor een traditioneel
stationsgebouw, ook al omdat er ook nog ruimte moest overblijven voor aanvullend
openbaar vervoer. Er zat dus weinig anders op dan het gebouw gedeeltelijk in de
spoordijk te bouwen, wat de zichtbaarheid en herkenbaarheid nooit ten goede komt.
Daar kwam nog bij dat het Tilburgse gemeentebestuur een bijzonder en spraakmakend
station verlangde, de gemeente moest immers zo'n driekwart van de totale bouwkosten
voor haar rekening nemen. Van der Gaast kwam hieraan tegemoet door een grote,
allesomvattende overkapping te schetsen, met de al genoemde hypparschalen. In
Tilburg werd meteen enthousiast gereageerd op het ontwerp. Maar tijdens de werkzaamheden
werd al snel duidelijk dat NS het ontwerp aanzienlijk wilde versoberen, dit omdat
de bouwkosten hoger bleken dan vooraf was begroot. Bovendien stond de NS er in
die tijd financieel bepaald niet rooskleurig voor. Maar daar had de Tilburgse
burgemeester Becht geen boodschap aan, het station moest en zoui volgens het eerste
ontwerp worden gebouwd. En wie betaalt, bepaald! En zo geschiede
Na deze
beslommeringen verliep de bouw van het nieuwe station voorspoedig, in het najaar
van 1965 kon het feestelijk in gebruik worden genomen. Het Tilburgse station trok
direct de aandacht, zowel in binnen- als buitenland, nog altijd wordt het architectonisch
gezien (zoals al eerder aangegeven) als belangrijkste station uit de tweede helft
van de twintigste eeuw beschouwt. Voor architect Van der Gaast was dit station
ongetwijfeld het hoogtepunt uit zijn loopbaan, die overigens toen nog lang niet
voorbij was. Maar dit station markeerde ook een keerpunt in de stationsarchitectuur.
Mede door de al genoemde slechte bedrijfsresultaten van de NS werden de stations
die in de jaren hierna werden gebouwd veel soberder en de stationsgebouwen kleiner,
als er al een stationsgebouw kwam
| . Boven:
Het Tilburgse station in aanbouw, hier vereeuwigd als aquarel. Het werd getekend
door kunstschilder Charles Kemper en werd destijds gebruikt voor een kalender.
Duidelijk zichtbaar is dat het frame een felrode kleur heeft. Of dit een interpretatie
van de kunstenaar was of dat de constructie daadwerkelijk (tijdelijk) deze kleur
heeft gehad is mij niet bekend. De kapconstructie werd trouwens gebouwd door De
Vries Robbé uit Gorinchem. .
Onder:
Het tijdelijke stationsgebouw, welke tussen begin 1961 en het gereedkomen van
het latere station dienst heeft gedaan. Op de achtergrond is het allerlaatste
restant van het eerste station te zien... .
|