Home ] Terug naar de eerste pagina ] [ Volgende pagina ]
  
 
TILBURG

 

Tilburg industriestad

STATION I 
  
Maatschappij:Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen (Staatsspoor)
Bouwjaar: 1863
Verbouwd:1870, 1890, 1914, 1917, 1950
Gesloopt:1961
  
  

Alhoewel Tilburg een zeer lange geschiedenis heeft is de stad zoals we het nu kennen nog betrekkelijk jong, pas in 1809 werd het als stad erkend. Het is ooit ontstaan uit meerdere buurtschappen (de zogenoemde herdgangen) die langzamerhand samensmolten. Zo'n herdgang was feitelijk een driehoekig plein waar enkele weggetjes op aansloten. Langs die weggetjes ontstond bebouwing, waardoor op den duur een stelsel van bebouwing ontstond. Die driehoekige pleinen (Heuvel, Wilhenminapark, Hasseltplein, enz.) zijn nog altijd zeer kenmerkend voor Tilburg. Anders dan traditionele steden is er dus geen historische kern, van waaruit de stad verder werd uitgebouwd. Het gebied was vooral agrarisch, waarbij opvallend veel schapen werden gehouden. De wol van die schapen vormde de basis voor de latere textielindustrie in dit deel van Noord Brabant en Tilburg in het bijzonder. Naast de boerderijen ontstonden al snel de eerste weverswoningen. Die typische woningen zijn nog op diverse plekken in Tilburg te vinden. Het spinnen en weven zou vanaf de negentiende eeuw steeds meer worden geconcentreerd in fabrieken, zodoende werd de basis voor het huidige Tilburg gelegd. De aanleg van het spoor versterkte deze ontwikkelingen.
Toch duurde het nog enige tijd voordat deze een feit was. Toen Roosendaal en Breda al respectievelijk in 1854 en 1855 een spoorverbinding kregen leek het slechts een kwestie van tijd voordat deze naar de opkomende industriessteden Tilburg, Eindhoven en Helmond zou worden doorgetrokken. Maar het liep anders. Pas nadat in 1860 de Spoorwegwet werd aangenomen kwam er schot in de zaak. In deze wet werd opdracht gegeven tot de aanleg van tien nieuwe spoorlijnen, waaronder één vanaf Breda naar Maastricht, via Tilburg, Eindhoven, Venlo en Roermond. De spoorlijn werd aangeduid als Staatslijn E. In Tilburg was het -dankzij de weinig samenhangende bebouwing- niet moeilijk om de spoorlijn in het hart van het stadje aan te leggen. Dit had echter ook een keerzijde; de stad-in-wording werd vanaf dat moment definitief in tweeën gedeeld. Desalniettemin was het in het najaar van 1863 groot feest in Tilburg, toen het eerste deel van de Staatslijn in gebruik werd genomen en het station haar deuren opende. Het stationsgebouw was een standaardgebouw van het type 3e klasse, de allereerste van dat type dat werd gebouwd. Een opvallend royaal stationsgebouw, zeker gezien de grootte van de plaats destijds. Toch was het gebouw kennelijk niet groot genoeg, want al in 1870 onderging het haar eerste grote verbouwing. De zijvleugels werden wat breder en ook het centrale deel werd vergroot. Hier werd een extra voorbouw tegen het gebouw geplaatst. In de jaren ervoor was de Staatslijn vanuit Tilburg doorgetrokken naar Boxtel, Eindhoven en Maastricht. Ook was in 1867 een spoorverbinding naar het Belgische Turnhout in gebruik genomen, aangelegd door de Grand Central Belge. Station Tilburg kreeg zodoende een internationaal tintje, al is het nooit een internationaal station geweest…
Vanaf 1881 werd Tilburg ook voor het binnenlandse treinverkeer een knooppunt, dankzij de ingebruikname van de spoorlijn naar Nijmegen. Al snel moest het emplacement worden uitgebreid. Daarbij kreeg de trein naar België een eigen, smal perronnetje. Ook kwam er een apart perron voor militairen. Dat laatste was best wel opmerkelijk, aangezien Tilburg toen geen garnizoensstad was. Enige jaren later was het stationsgebouw weer aan de beurt. Ditmaal kregen de zijvleugels forse eindgebouwen, waardoor het vloeroppervlak bijna werd verdubbeld. Van het oorspronkelijke gebouw was -voor wat betreft de voorgevel- alleen nog de bovenverdieping van het middendeel nog origineel. En ook daar zou verandering in komen. Rond 1914 werd het stationsgebouw andermaal onder handen genomen. Nu werd de bovenverdieping van het middendeel naar voren doorgetrokken, zodat deze aansloot bij de ingang. Opvallend genoeg werd ook nu weer de bouwstijl van het oorspronkelijke gebouw (min of meer) gerespecteerd, iets wat ook al bij de verbouwing van 1890 werd gedaan. Nu werden zoveel mogelijk onderdelen van het oude gebouw hergebruikt of nagemaakt, zoals de vensterkozijnen en de kroonlijst. Het uurwerk kreeg opnieuw een halfronde omlijsting. Maar vrijwel direct na deze verbouwing bleek de hal alweer te klein. Daarom werd er rond het jaar 1917 opnieuw een voorbouw aan het centrale middendeel toegevoegd. Kennelijk moest het dit keer zo voordelig mogelijk, dit keer was de bouwstijl totaal afwijkend...

.
Boven en onder: Twee ansichtkaarten met daarop hetzelfde stationsgebouw. De afbeelding hierboven toont het gebouw zoals het tussen 1890 en 1914 uitzag en hieronder in haar gedaante na de verbouwing van 1914. Ooit was dit het allereerste stationsgebouw van dit type dat gereedkwam, het was trouwens ook de eerste dat werd gesloopt. Het was hetzelfde type gebouw dat later ook in Alkmaar een Leeuwarden zou worden neergezet en net als de genoemde gebouwen werd ook het Tilburgse exemplaar diverse keren verbouwd. Desondanks bleef de oorspronkelijke vormgeving nog redelijk behouden, maar op het laatst was alleen nog een deel van de perrongevel origineel...
.
.
 
 
 
Onder: Een kijkje op het perron van het eerste station. De foto werd in ieder geval na 1899 gemaakt, in dat jaar kreeg het eilandperron haar overkapping. Het station had toen haar grootste omvang. Er was zelfs een derde perron, speciaal voor de trein naar België. Aan de rechterkant is een locomotievenloods te zien, daarachter het stationsgebouw. Helemaal aan de linkerkant zijn -met wat moeite- enkele gebouwen van de centrale werkplaats te zien. De oriëntatie van de afbeelding is dus in oostelijke richting. Merk ook op dat er maar een spoor ligt tussen het eerste en het tweede perron...
.
Onder: Het voormalige goederenterrein, even ten westen van het station. Oorspronkelijk (in de tijd van het eerste station) was hier een tractiedepot. Ook sloot iets verderop het "Bels Lijntje"aan, die liep ter hoogte van de bomenrij op de achtergrond. Het tractiedepot werd later omgebouwd tot goederenemplacement, in de volkmond stond het bekend als het Van Gend en Loos-terrein. Het spoortje naar België was toen al naar het westen verlegd. Enige jaren geleden werd het omgebouwd tot stadspark. Er schijnt trouwens nog een stukje spoor te liggen...
.
 
 
Onder: Een plattegrondje van Tilburg, zoals het er rond 1890 uitzag. Duidelijk te zien is dat de stad van nu nog amper bestaat, feitelijk waren het een stuk of zes losse kernen die samen de gemeente Tilburg vormden. Die kernen -herrdgangen genoemd- hadden allemaal een driehoekig plein, waarvan de Heuvel veruit het bekendst is en tegenwoordig het hart van Tilburg vormt. Vanwege die ontbrekende samenhang destijds was het niet moeilijk om de spoorlijn dwars door Tilburg aan te leggen. Dit gaf de opkomende textielindustrie een enorme "boost", maar sneed de stad ook voorgoed in tweeën. Een tweedeling die ook met het verhoogde spoor nooit is opgelost...
.
Onder: Ooit was Tilburg na Enschede de belangrijkste textielstad van Nederland. In totaal waren er 68 fabrieken, waar in de hoogtijdagen zo'n 70.000 mensen hun brood verdienden. Die tijd is voorgoed voorbij, de laatste Tilburgse textielfabriek hield in 2008 op te bestaan. De meeste fabrieken zijn gesloopt, in het huidige Tilburg zijn slechts enkele overblijfselen bewaard. Eén daarvan is deze monumentale schoorsteen van de vroegere BEKA-fabriek. De BEKA was ooit één van de grootste werkgevers van Tilburg en stond midden in het centrum, niet ver van de Heuvelkerk. Overigens was de grootste werkgever van Tilburg het vroegere Revisiebedrijf (de voormalige Hoofdwerkplaats van de NS).
.

 

 

  Free counter and web stats versie: 29-10-2020