Alhoewel de naam Wolfheze al eeuwenlang bestaat
is het dorp zelf nog betrekkelijk jong, de plaats in de gemeente
Renkum bestaat nog maar net een eeuw. Maar anders dan veel andere
plaatsen die zo'n 100 à 125 geleden plaatsen was het ontstaan
van het dorp nu eens niet in de eerste plaats aan het spoor te danken,
maar aan de stichting van een psychiatrisch kliniek. Wolfheze beschikte
toen al zo'n zestig (!) jaar over een eigen halte. Al tijdens de
aanleg van de Rhijnspoorweg, de spoorlijn Amsterdam-Utrecht-Arnhem-Elten
(D) werd ook bij Wolfheze een halte aangelegd. Zoals wel vaker in
de begintijd van het spoor gebeurde zou ook hier een landeigenaar
grond ter beschikking stellen voor de aanleg van het spoor, in ruil
voor een eigen halte. Het was de toenmalige bewoner van kasteel
Doorwerth, Baron van Brakell ,die de benodigde gronden ter beschikking
stelde. Van Brakell had een oog voor de economische mogelijkheden
van het spoor, al snel liet hij tussen de halte en de Utrechtseweg
-destijds de belangrijkste weg- een nieuwe weg aanleggen ten behoeve
van het goederenvervoer. Kort daarop volgde de Italiaanseweg, tussen
die eerder aangelegde Wolfhezerweg en kasteel Doorwerth. Die Italiaanseweg
is bijna on-Nederlans, met haarspeldbochten en hellingen met een
stijgingspercentage tot zo'n acht procent. Dit weggetje bestaat
trouwens nog altijd
Over die eerste halte -dat trouwens "Wolfhezen" werd genoemd-
is niet zo heel veel bekend, afbeeldingen ervan zijn er bijna niet.
Toch vonden hier wel enkele opmerkelijke gebeurtenissen plaats In
1863 en 1864 werden in de omgeving van het station het Algemeen
Evangelisch Nationaal Zendingsfeest gehouden, waarvoor duizenden
mensen met de trein naar Wolfheze afreisden. De halte had geen echt
haltegebouw, een wachterswoning heeft als zodanig dienstgedaan.Ook
opmerkelijk was het feit dat er ten westen en ten oosten van de
halte twee tijdelijke halten hebben bestaan. In 1893 ontstond op
ongeveer een kilometer ten oosten van de "hoofdhalte"
de tijdelijke halte Renbaan, welke werd aangelegd ten behoeve van
de bezoekers van de nieuwe paardenrenbaan. Die halte lag ongeveer
bij de plek waar nu de snelweg A50 het spoor kruist. De halte Renbaan
heeft overigens maar heel kort bestaan, evenals de renbaan zelf
overigens
Zo'n twee kilometer westwaarts lag de -eveneens
als tijdelijk bedoelde- halte Buunderkamp, maar deze halte was een
aanzienlijk langer leven beschoren. Aanvankelijk werd deze halte
aangelegd voor een grote militaire parade, welke in september 1898
werd gehouden, maar aan het begin van de twintigste eeuw werd Buunderkamp
opnieuw een stopplaats. Pas in 1938 zou de halte definitief uit
de spoorboekjes verdwijnen. Die militaire parade, ter gelegenheid
van het inhuldigingsfeest van Koningin Wilhelmina, in september
1898, zorgde hier trouwens voor een complete chaos. Kennelijk was
de halte niet berekend op de enorme reizigersstroom. Het scheen
er zelfs tot ongeregeldheden te zijn gekomen.
In diezelfde tijd begon ook de bouw van een nieuw en definitief
station in Wolfheze. Of die chaotische toestanden daartoe aanleiding
hebben gegeven is trouwens nog maar zeer de vraag. Naar alle waarschijnlijkheid
was de bouw van het nieuwe station namelijk toen al begonnen, en
anders in ieder geval de voorbereidingen voor die bouw. Het nieuwe
station kwam ergens tussen najaar 1899 en voorjaar 1900 gereed,
de precieze openingsdatum is mij niet bekend. In ieder geval is
station Wolfheze één van de laatste negentiende-eeuwse
stations, een eeuw begint officieel immers bij het jaar 01. Ook
het nieuwe station droeg aanvankelijk nog de naam "Wolfhezen",
dus met een extra "n". Pas ergens in de jaren twintig
of dertig van de twintigste eeuw zou die "n" komen te
vervallen.
Omdat de NRS tien jaar tevoren ophield te bestaan en opging in Staatsspoor
was het stationsgebouw ontworpen en gebouwd door laatstgenoemde
maatschappij. Op het eerste gezicht komt het stationsgebouw, zeker
gezien het bouwjaar, wat gedateerd over. De reden hiervan is echter
vrij simpel te verklaren; het ontwerp van het gebouw dateert namelijk
al uit 1890. Nog één keer liet Staatsspoor een (kleine)
serie stationsgebouwen ontwerpen, welke tussen 1892 en 1903 werden
gebouwd. Het in 1983 gesloopte stationsgebouw van het vroegere station
Visvliet was de eerste uit die serie, als laatste kwam dat van station
Oler-Kempen (langs de spoorlijn Weert-Roermond) gereed. Dit station
is overigens ook al lang verdwenen, evenals het stationsgebouw.
Het stationsgebouw van Wolfheze was trouwens de één
na laatste dat werd gebouwd, het is de enige van de zes dat bewaard
is gebleven.
De combinatie Staatsspoor en seriestations doet wellicht vermoeden
dat deze stationsgebouwen directe nazaten van de roemruchte "waterstaatstations"
zijn. Dat zijn ze feitelijk ook. Nu was de tijd dat de bekende standaardgebouwen
van deze maatschappij door de Nederlandse Staat werden gebouwd allang
voorbij. Maar qua bouwstijl en formaat doen ze wel degelijk denken
aan het grotere type 5e klasse, maar dan wel zonder de kenmerkene
puntgevels in het midden. De kenmerkende smalle dubbele halfronde
vensters keerden wel weer terug, al zijn de vensters hier wat minder
smal en staan ze iets uit elkaar. Evenals haar beroemde voorgangers
zijn ook deze gebouwen nogal eenvoudig vormgegeven, al hebben deze
gebouwen wat meer sierelementen, zoals de sierbanden en het gebruik
van verschillende soorten steen in de rollagen boven de vensters.
Het verspringende metselwerk, wat ook al bij de laatste generatie
5e klasse waterstaatstations (waarvan er trouwens geen één
meer bestaat) was aangebracht, werd ook hier weer toegepast. Hierdoor
worden de gevelvlakken wat meer geaccentueerd. Het meest kenmerkende
deel van deze gebouwen was echter een korte en lage uitbouw aan
één van de zijgevels, waarin de toiletruimten waren.
Bij alle stations van dit type leek deze eerder op een aanbouw dat
er later "aangeplakt" was, maar het hoorde wel degelijk
bij het oorspronkelijke ontwerp. Bij de stations van Visvliet en
Sappemeer-Oost (tot 1900: Borgercompaniesweg) zat de uitbouw aan
de linker zijgevel, bij de overige stationsgebouwen -waaronder deze-
was dit juist aan de rechterkant. Die uitbouw is bij dit station
overigens allang verdwenen, waarschijnlijk al sinds het begin van
de jaren vijftig. Er is helemaal niets meer wat nog aan die toiletruimten
herinnert, dit is vooral te danken aan het feit dat deze muur helemaal
in de stijl van het gebouw werd opgetrokken. Ook hier werden meerdere
sierbanden aangebracht, die op de goede hoogte zijn en ook dezelfde
kleur hebben als de overige sierbanden. Zelfs aan de plint werd
gedacht.
|
|