Home ] Terug naar periode 1945-1965 ]Vorige station ] Volgende station ] [ Volgende pagina ]
   

 

VENLO

   
 
   
Afkorting: Vl
Maatschappij: Nederlandsche Spoorwegen (NS)
Architecten: K. van der Gaast
  W.J. Drees
Bouwjaar: 1958
Verbouwd: 2007-2010
   
   

Grensstations nemen nog altijd een bijzondere plaats in. Vanwege de extra faciliteiten zijn zowel het stationsgebouw als het emplacement uitgebreider en vanwege de grenscontrole is het eerste perron doorgaans extra lang. De verschillende typen treinen uit binnen- en buitenland onderstrepen dit internationale karakter en datzelfde geldt ook voor de locomotiefwissel. Venlo was zo'n grensstation. Dat is ze uiteraard nog steeds, maar er is veel van dat unieke karakter verloren gegaan. De douane- en marechausseefaciliteiten in de lange linkervleugel van het stationsgebouw zijn allang verleden tijd, in de vroegere visitatieruimte zijn tegenwoordig toiletten. De tijd van de D-treinen, met illustere namen als Rheinpfeill-express, Loreley-express of Rheingold, is voorgoed voorbij. Doorgaande internationale reizigerstreinen rijden allang niet meer door Venlo, laat staan dat ze er stoppen. Tegenwoordig is de enige internationale passagierstrein een regionaal treintje naar het Duitse Hamm.
Venlo is al sinds mensheugenis een belandrijk internationaal verkeersknooppunt, zowel voor de weg als het spoor. De laatste jaren gaat dit vooral op voor het wegverkeer, dankzij haar ligging aam de route tussen de Antwerpse haven en het Duitse Ruhrgebied. Maar ook voor het internationale goederenvervoer per spoor is de stad nog altijd belangrijk. Toen Venlo in 1865 haar eerste spoorverbinding kreeg was het nog een echte vestingstad. Dientengevolge was het eerste station een eindje buiten de omwalling gesitueerd en was het voorzien van een semi-permanent stationsgebouw. Desondanks werd het station al snel een regionaal en internationaal knooppunt, met verbindingen naar Eindhoven, Nijmegen, Roermond en twee spoorverbindingen naar Duitsland (naar Wesel, via Buderich en Straelen en naar Vierssen, via Kaldenkirchen). Dat er twee verbindingen met Duitsland waren was trouwens niet helemaal uniek, ook Winterswijk had ooit twee spoorlijnen naar onze Oosterburen.
De Tweede Wereldoorlog heeft in Venlo zeer diepe sporen nagelaten. Een groot deel van de binnenstad werd verwoest en ook het station - dat nog haar eerste, semi-permanente stationsgebouw had- liep zware schade op. Toch duurde het nog tot 1958 totdat het nieuwe, en huidige, station gereedkwam. Doordat de spoorlijn richting Straelen inmiddels was opgeheven én opgebroken kon dat nieuwe station een paar honderd meter dichter naar het centrum worden verplaatst. Het is een ontwerp van architect K. van der Gaast en valt op door haar langgerekte stationsgebouw. De grootste blikvanger is het lessenaarsdak van het hoofddeel, dat zich als een enorme luifel voortzet. Die zorgt ervoor dat het gebouw ook van een afstandje goed te zien is, want gelijktijdig met het station werd een groot verkeersplein aangelegd, pal vóór het station. In de lange linkervleugel werden de marechaussee- en douanekantoren ondergebracht. Die zijn inmiddels overbodig, in de vroegere visitatieruimte zijn tegenwoordig toiletten.
Voor het binnenlandse treinverkeer is Venlo nog altijd een belangrijk knooppunt. Net als in Zutphen zijn hier drie verschillende vervoerders actief, het grote verschil is dat in Venlo de derde maatschappij een Duitse is. Met Arriva (vroeger Veolia) kan men naar Nijmegen of Roermond rijzen. Voor de NS was Venlo jarenlang het begin- en eindpunt van de intercity naar Den Haag (serie 1900). De Hofstad is al enige jaren niet meer rechtstreeks te bereiken, de intercity rijdt nu via Amsterdam Zuid naar Schiphol. Tussen 2007 en 2010 onderging het station een grondige renovatie.

 


.

Boven: Het stationsgebouw van Venlo oogt nog altijd modern, ook al is het inmiddels zestig jaar oud. Dat is vooral te danken aan het tijdloze ontwerp van architect Van der Gaast. Het gebouw heeft een opvallend grote gevellengte van zo'n 140 meter. Dit is een herinnering aan de tijd dat er faciliteiten voor grenscontroles in waren. Die waren in de linkervleugel, die bijna de helft van de totale gevellengte inneemt. Deze foto toont alleen het hoofddeel, met daarin de stationshal. De grote blikvanger is het dak, dat als zich als een enorme luifel voortzet. Het gebouw zelf werd op perronhoogte gebouwd, voor de ingang ligt dan ook een brede bordestrap. In werkelijkheid is het gebouw veel minder hoog dan het lijkt. Naast het gebouw staat de stationstoren, die naast klokkentoren ook de schoorsteen is.
 
 
Onder: Het station bestaat uit een langsperron en een eilandperron, beide perrons zijn deels voorzien van een perronoverkapping. Dat eilandperron heeft een opvallende vorm, al is dit niet op de foto te zien. Aan één kant is het perron aanzienlijk langer en ook wat breder. Naast het wat langere gedeelte eindigen drie kopsporen. Gek genoeg wordt dit langere deel van het perron als één perrondeel (spoor 3) beschouwd, terwijl het kortere gedeelte wel uit twee perronfasen (spoor 4a en 4b) bestaat. Spoor 1a was jarenlang het vertrekpunt van de intercity richting Eindhoven. Sinds kort vertrekken ze van spoor 3...
.
 
 
 
Onder: Een bijzonder detail op dit station zijn de gebogen liggers waaraan de bovenleiding is opgehangen. Dit zijn in feite doorlopende spanten van de perronluifels. Het spoor tussen Eindhoven en Venlo werd in 1956 geëlektrificeerd, het spoor naar Kaldenkitchten kwam pas twaalf jaar later "onder de draad". In één opzicht is Venlo trouwens nog wel een echt grensstation; Duitsland heeft een andere netspanning op haar bovenleiding dan de 1500 volt die in Nederland gebruikelijk is. Bij een spanningssluis moet de trein worden omgeschakeld. Die bevindt zich in Venlo op het station zelf, iets wat bepaald niet gebruikelijk is. De hier zichtbare stroomdraden zijn omschakelbaar, oftewel: het kan zowel op de Duitse als de Nederlandse netspanning worden gezet. Het is een -zeker voor Nederland- unieke eigenschap van dit station...
.
 
 
Onder: Boven de ingang van de voormalige visitatieruimte hangt nog altijd het wapenbord van de Koninklijke Marechaussee. Het is een mooie herinnering aan de tijd dat Venlo een belangrijk grensstation was en reizigers met hun bagage nog echt werden gecontroleerd. Let ook op de fraaie deurgreep, die nog onmiskenbaar uit de jaren vijftig is. De aico-unit doet helaas afbreuk aan het geheel...
.
Onder: Een beetje nostalgie op het station. Op 18 maart 2018 stond deze Duitse locomotief uit de serie 110 (E-10) in Venlo. Ooit waren ze een vertrouwd gezicht op dit station, waar ze altijd met gestreken stroomafnemers binnenkwamen. Dit vanwege het verschil in netspanning tussen het Duitse en Nederlandse net. Van de honderden locs die ooit zijn gebouwd zijn er nog maar een handjevol over. Deze 110 491-8 werd gebouwd in 1968 en is sinds enkele jaren in dienst bij de Bahn Touristik Express, waar ze vooral vakantietreinen trekt.
.
 
 
Onder: Aan de noordwestkant van het emplacement, ter hoogte van het einde van het eerste perron, staat dit dienstgebouw met daarop het voormalige seinhuis Post II. Het was één van de drie seinhuizen van het emplacement. Dit seinhuis werd rond 1955 gebouwd, iets eerder dan de rest van het station, en is eveneens door Van der Gaast ontworpen. Wellicht dat het om die reden bewaard is gebleven. Deze post heeft tot 1988 dienstgedaan, in de herfst van dat jaar werd de beveiliging gemoderniseerd en werd een nieuwe verkeersleidingpost in gebruik genomen (zie ook de volgende foto). Het gebouw wordt momentheel gebruikt door DB Cargo...
.
Onder: De voormalige verkeersleidingpost. Deze werd in de jaren tachtig gebouwd en verving de drie oudere seinhuizen, waarvan alleen Post II bewaard is gebleven. Inmiddels heeft ook dit seinhuis haar functie verloren, de seinen en wissels worden tegenwoordig vanuit Eindhoven bediend. In het gebouw zit tegenwoordig een modelspoorvereniging. Helemaal aan de rechterkant is nog net een stukje van een oude goederenloods te zien.
.
 
 
Onder: Vanaf de Burgemeester van Rijnsingel zicht op het stationsgebouw en een deel van het Koninginneplein. Hier is duidelijk te zien waarom de architect voor een grote luifel koos, het gebouw dreigde anders helemaal weg te vallen. Het had die extra hoogte simpelweg nodig…
.
Onder: In 2010 werd het plein voor het station heringericht, waarbij -onder andere- een overkapping voor het busstation werd gebouwd. Let op de vorm ervan; de grote luifel van het stationsgebouw en de perronoverkappingen zijn er overduidelijk in te herkennen…
.
 
 

 

  Free counter and web stats versie: 7-02-2018