| Den Helder is één van de slechts 
              zes kopstations die we momentheel nog in ons land hebben. Bij zo'n 
              station staat het stationsgebouw op het einde van de kopsporen en 
              het perron of perrons. Bij dit station wordt dit nog eens extra 
              benadrukt door haar markante, zeskantige stationsgebouw met haar 
              al even markante "wafelijzerdak".Station Den Helder wordt 
              doorgaans aangeduid als eindpunt van de spoorlijn vanuit Alkmaar, 
              maar strikt genomen klopt dit niet, Den Helder is juist het beginpunt. 
              Vanuit hier begint de spoorlijn, hegeen nog altijd aan de kilometertelling 
              te zien is.Den Helder kreeg al in 1865 een spoorverbinding met Alkmaar, later 
              doorgetrokken naar Amsterdam. Het eerste station stond niet op dezelfde 
              plek als het huidige exemplaar maar was zo'n 350 meter noordelijker 
              gesitueerd, nabij het oorlogsmonument aan de Prins Hendriklaan. 
              Aanvankelijk droeg het de naam Nieuwendiep. Later zou het station 
              nog verschillende keren van naam veranderen, tot het in 1951 haar 
              definitieve en huidige naam kreeg. Het stationsgebouw was van hetzelfde 
              type dat ook in Alkmaar werd gebouwd; een standaardgebouw van de 
              Staatsspoorwegen, type derde klasse. Een opvallend groot gebouw 
              voor het toen nog kleine, maar snelgroeiende stadje aan het Marsdiep.
 Den Helder dankt haar bekendheid uiteraard vooral aan de Koninklijke 
              Marine, die hier nog altijd haar thuisbasis heeft. De stad kent 
              een niet zo heel lange, maar wel zeer bewogen geschiedenis. Een 
              geschiedenis waarbij de Marine in de afgelopen twee eeuwen steevast 
              een zeer prominente rol speelde. Daarnaast is Den Helder ook een 
              civiele havenstad, die vooral in de negentiende eeuw een belangrijke 
              rol vervulde. De strategische ligging maakt de Marinestad echter 
              ook kwetsbaar. Vooral tijdens de Tweede Wereldoorlog kreeg de stad 
              het zeer zwaar te verduren. Den Helder werd tientallen keren gebombardeerd. 
              Ook werd een groot deel van de stad ontruimd en afgebroken voor 
              de aanleg van de Atlantikwall. Ook het station liep tijdens de Oorlog 
              schade op, maar overleefde uiteindelijk het oorlogsgeweld. Toch 
              werd tijdens de wederopbouw van de stad besloten om een nieuw station 
              te bouwen, dit omdat het spoor al heel lang een hinderlijke barrière 
              in de stad vormde. Daarom werd het spoortracé in de tweede 
              helft van de jaren vijftig met enkele honderden meters ingekort 
              en werd het nieuwe station een kopstation. Het kwam in 1958 gereed 
              en werd gebouwd naar een ontwerp van ingenieur G.J. van der Grinten. 
              Het station valt vooral op door de vele schuine hoeken. Niet alleen 
              bij het stationsgebouw, maar ook op het perron, bij de -inmiddels 
              al lang verdwenen- goederenloods en zelfs bij de terreinafscheiding 
              zijn deze te vinden
 Anno 2018 bestaat het station zestig jaar en op het eerste gezicht 
              lijkt het qua uiterlijk nauwelijks veranderd te zijn. Zelfs het 
              -inmiddels iets te riante- emplacement is in grote lijnen nog hetzelfde. 
              Toch zijn er wel degelijk de nodige aanpassingen geweest. Zo is 
              de loketfunctie inmiddels verdwenen. Het interieur - dat nog niet 
              eens zo heel lang geleden een compleet afgeleefde indruk maakte- 
              is veranderd in een klein winkel- en horecagalerijtje. De markante 
              goederenloods is al lang geleden gesloopt, wellicht vanwege de aanleg 
              van het busstation. Daarbij is een prominente plek gereserveerd 
              voor de bus naar Texel, die letterlijk pal naast het station haar 
              vertrekpunt heeft. Het stationsgebied is inmiddels meerdere keren 
              gereconstrueerd. Wat altijd gebleven is ,is de te grote open ruimte 
              waarin het station staat. Zonder die markante klokkentoren zou het 
              station zelfs helemaal niet opvallen
 
 
 
      
 |  
              Boven: 
                Station Den Helder, met haar markante zesvormige stationsgebouw 
                en daarnaast een al even markante klokkentoren. De puntige voorgevel 
                is zowel sober als somber, afgezien van de ingangspartij bestaat 
                deze bijna uitsluitend uit baksteen. De klokkentoren is in feite 
                een forse schoorsteen met daarop een paar uurwerken. |