|
|
HEEMSTEDE
- AERDENHOUT
|
|
|
Afkorting: |
Had |
Maatschappij: |
Nederlandsche
Spoorwegen (NS) |
Architecten: |
K. van der
Gaast |
|
J.H. Baas |
Bouwjaar:
|
1958 |
Verbouwd: |
|
Baanvak: |
Haarlem-Leiden |
|
|
|
|
Een
viaductstation is een in ons land nog betrekkelijk jong type station,
die vooral vanaf de tweede helft van de jaren tachtig wordt gebouwd.
Een dergelijk station heeft een paar grote voordelen, zo is de bereikbaarheid
over het algemeen goed en heeft diezelfde toeleidingsweg geen hinder
van het treinverkeer. Het stationsgebouw is doorgaans in de spoordijk
of het viaduct gebouwd, hierdoor zijn er doorgaans geen echte voor-
of achtergevels en zijn alle toegangen gelijkwaardig. Alhoewel dit
type station dus vooral de laatste decennia worden gebouwd zijn er
enkele voorbeelden van oudere exemplaren, zoals Groningen Noord (1974)
en Rotterdam Lombardijen (waarvan de eerste versie al in 1968 in gebruik
werd genomen). Ook het in 1956 gebouwde station Vlaardingen Oost wordt
wel eens als viaductstation beschouwd, maar die heeft nog een apart
stationsgebouw en is daardoor -mijns inziens- geen echt viaductstation.
Het eerste echte voorbeeld is station Heemstede-Aerdenhout, dat in
2018 alweer haar zestigste verjaardag viert.
Station Heemstede-Aerdenhout ligt aan en over de Zandvoortselaan,
in het noordwesten van de gemeente Heemstede en vlakbij de gemeentegrens
met Haarlem. Het staat ook vlakbij het punt waar Heemstede vrijwel
ongemerkt overgaat in Aerdenhout, dat trouwens in de gemeente Bloemendaal
ligt. Zowel Heemstede als Aerdenhout ontwikkelden zich in de vorige
eeuw tot forenzenplaats. Aanvankelijk waren het vooral welgestelden
die hier naar toe trokken. Dat gold vooral voor het chique Aerdenhout,
dat uitgroeide tot villadorp. Maar ook Heemstede was lange tijd erg
in trek bij de betergesitueerden (dat is ze ook nu waarschijnlijk
nog wel), dat is vooral te danken aan de directe nabijheid van Haarlem.
Het oude dorp groeide dan ook in noordelijke richting en is tegenwoordig
tegen de Spaarnestad aangebouwd. Gek genoeg speelde het spoor bij
deze ontwikkelingen aanvankelijk nauwelijks een rol. Toch kent station
Heemstede-Aerdenhout een lange, en vooral opmerkelijke voorgeschiedenis.
Die begint feitelijk al in 1842, als in dat jaar het spoor tussen
Haarlem en Leiden wordt aangelegd. Bij Heemstede moest het spoor over
het land van een zekere A.H. van Wickevoort Crommelin (jazeker, die
van het "Laantje van Van der Gaag"!) worden aangelegd. Die
stemde in, op voorwaarde dat er bij de Zandvoortselaan een halte zou
worden gebouwd. Dit was voor de HIJSM echter onbespreekbaar, aangezien
zij een zo snel mogelijke verbinding zonder tussenstations tussen
Haarlem en Leiden wensten. Uiteindelijk ging Van Wickevoort Crommelin
accoord en accepteerde dat er geen halte in Heemstede zou komen. Maar
toen later dat jaar de spoorlijn in gebruik werd genomen bleek dat
vijf andere landeigenaren wel voet bij stuk hielden en ieder een eigen
stopplaats hadden bedongen. Crommelin was -op z'n zachtst gezegd-
"not amused". Toen hij een paar jaar later vernam dat voor
de aanleg van het gedeelte tussen Den Haag en Rotterdam een stuk grond
bij Delft moest worden aangekocht greep Crommelin zijn kans. Samen
met nog twee anderen kocht hij het betreffende stukje grond, dat bekend
stond als het Laantje van Van der Gaag. De spoorwegmaatschappij moest
noodgedwongen weer met van Wickevoort Crommelin om de tafel gaan zitten.
De inzet was hetzelfde: een halte aan de Zandvoortselaan in Heemstede.
De uitkomst is bekend: HIJSM weigerde opnieuw en legde vervolgens
de spoorlijn met een boog om het Laantje aan. Van Wickevoort Crommelin
stond wederom met lege handen. Pas in 1872 kreeg Heemstede haar eerste
halte, die werd aan de Zandvoortselaan gebouwd en heette aanvankelijk
ook Zandvoortsche Laan. Het was een seizoenshalte en werd alleen tijdens
de zomermaanden gebruikt. Een heel groot succes werd het niet, al
in 1880 werd de halte gesloten. Maar een jaar later werd de halte
Zandvoortsche Laan weer heropend, al bleef de belangstelling ook nu
tegenvallen. Desondanks bleef de halte tot 1903 in gebruik, maar werd
in dat jaar voor de tweede keer opgeheven.
Juist in die periode begon Heemstede zich te ontwikkelen als forenzenplaats.
Alleen al tussen 1900 en 1920 verdubbelde de bevolking, van amper
5000 naar ruim 10.000 inwoners. Opnieuw ontstond de behoefte aan een
station, maar het zou nog tot 1928 duren voordat deze een feit was.
Het lange wachten werd echter wel beloond, want ditmaal werd een volwaardig
station gebouwd. Het was de eerste die de naam Heemstede-Aerdenhout
droeg en werd door niemand minder dan H.G.J. Schelling ontworpen.
Het bestond uit twee identieke gebouwtjes, op elk perron één.
Op het oostelijke gebouwtje stond "Heemstede", op het tegenoverliggende
exemplaar "Aerdenhout". De gebouwtjes vielen op door de
hoge schilddaken, iets wat Schelling later ook bij het stationsgebouw
van Putten zou toepassen. Na meer dan 85 jaar wachten hadden Heemstede
en Aerdenhout dan eindelijk een echt station
Toch was ook deze bijzondere halte geen lang leven beschoren, maar
dat had ditmaal niets te maken met het station zelf. Vooral in de
jaren na de Tweede Wereldoorlog groeiden zowel het autoverkeer als
het aantal treinen op de Oude Lijn sterk, waardoor de overweg bij
het station voor steeds grotere problemen zorgde. Vooral in de zomermaanden
-als veel mensen op weg zijn naar het strand- ontstonden geregeld
verkeersopstoppingen. De roep om een verhoogd spoor en een viaduct
over de Zandvoortselaan werd dan ook steeds luider
|
|
Boven:
Station Heemstede-Aerdenhout, met op de voorgrond de Leidsevaart.
Dit kanaal werd al in 1657 gegraven en was eeuwenlang een belangrijke
verbinding tussen Haarlem en Leiden. Op de plek waar nu het station
staat was vroeger een tolhuis, hier werd tol geheven voor het
scheepvaartverkeer op de Leidsevaart. In de jaren twintig van
de vorige eeuw moest dat tolhuis wijken voor de bouw van het nieuwe
station, dat in 1928 gereed kwam. Het huidige station is dertig
jaar jonger en was het allereerste voorbeeld van een viaductstation
in ons land. Helaas werd het in de tweede helft van de jaren negentig
flink verbouwd, waarbij -onder andere- liften werden geplaatst.
De blauwe liftschachten zijn hierbij bepaald geen fraai gezicht.
Gelukkig zijn er nog veel authentieke details bewaard gebleven.
Sinds 2012 is het een intercitystation, met gemiddeld nog geen
7000 dagelijkse reizigers is het één van de kleinste
in haar soort...
|
|
|
Onder:
Een blik op één van de perrons, in dit geval die
aan de Aerdenhoutse zijde (oftewel: spoor 2). De perrons zijn,
zeker voor een intercitystation, opvallend smal. Bij de perronoverkappingen
zijn ze overigens wel wat breder. De perronbeschutting is, zeker
gezien het bouwjaar en de grootte van het station, riant te noemen...
.
|
|
|
|
|
|
|
Onder:
Het interieur van het station. Achteraan zijn de twee trappen
naar de perrons, links die naar spoor 1 (richting Haarlem) en
rechts die voor spoor 2 (naar Leiden). De weinig aantrekkelijke
ruimte is in de loop van de tijd behoorlijk veranderd. De vloer,
en dat komt eigenlijk niet zo heel vaak voor, is echter nog de
originele...
.
|
Onder:
Dit is het viaduct waarop de beide perrons liggen. Duidelijk is
de glazen wand te zien van de perronoverkapping, evenals de liftschacht.
Let ook op de trapeziumvormige ondersteuningen, waarin op haar
beurt weer trapeziumvormige openingen zijn gemaakt.
.
|
|
|
|
|
Onder:
Het is tegenwoordig nauwelijks meer voor te stellen maar pas in
1928 kregen Heemstede en Aerdenhout haar eerste echte station.
Tot die tijd moesten de beide plaatsen het doen met tijdelijke
haltes die alleen tijdens de zomermaanden open waren, sinds 1903
stopten hier helemaal geen treinen meer. Dit station was de eerste
die de naam Heemstede-Aerdenhout droeg en bestond uit twee identieke
gebouwtjes, op elk perron één. Het enige grote verschil:
op het oostelijke gebouwtje stond HEEMSTEDE, en op het andere
AERDENHOUT. Het station werd trouwens door architect Schelling
ontworpen...
.
(ansichtkaart)
|
Onder:
De overweg in de Zandvoortselaan. Al ver voordat het huidige station
werd gebouwd was de Zandvoortselaan een drukke, doorgaande weg.
Tegenwoordig is het onderdeel van de provinciale weg N201, van
Zandvoort, via Heemstede, Hoofddorp en Aalsmeer naar Hilversum.
Aan de linkerkant zijn de twee haltegebouwtjes van het station
te zien, daarachter is nog net een klein stukje te zien van restaurant
Boekenrode (zie ook de volgende afbeelding). Dat gebouw staat
er nog altijd en datzelfde geldt ook voor de huizen aan de rechterkant,
voorbij de overweg. Op deze kaart lijkt het een rustige overweg
te zijn, maar na de Tweede Wereldoorlog veranderde het verkeersbeeld
drastisch. De overweg werd steeds meer een beruchte flessenhals,
vooral tijdens de zomermaanden ontstonden met enige regelmaat
grote opstoppingen...
.
(ansichtkaart)
|
|
|
|
|
Onder:
Opnieuw een ansichtkaart. Ditmaal van restaurant Boekenrode, dat
een prominente plek heeft op het pleintje tegenover de Aerdenhoutse
zijde van het station. Het monumentale pand uit 1928 werd ongeveer
gelijktijdig met het eerste station gebouwd en is een mooi voorbeeld
van een boutstijl die Amsterdamse School wordt genoemd. Het pand
staat er nog altijd en heeft ook nog een horecafunctie. Het plein
tussen het restaurant en het station bestaat nog altijd, al is
het tegenwoordig wat minder "groen" dan op de afbeelding...
.
|
Onder:
Eén van de bekendste gebouwen van Aerdenhout was villa
Kareol. Het was een enorm landhuis dat tussen 1908 en 1909 werd
gebouwd. Het huis was in art-nouveaustijl en had talloze versieringen,
zoals tegeltableaus. Het meest kenmerkend was de circa 30 meter
hoge watertoren, die al vanaf het station goed was te zien. Helaas
werd de villa in 1979 gesloopt, ervoor in de plaats kwam een appartementencomplex.
.
|
|
|
|
|
versie: 9-01-2018 |