Home ]Terug naar de eerste pagina ]
   

 

HEEMSTEDE - AERDENHOUT

   
   
   
In de eerste helft van de jaren vijftig van de vorige eeuw werd duidelijk dat er snel een oplossing moest komen voor de beruchte overweg in de Zandvoortselaan. Het sterk toegenomen autoverkeer zorgde op gezette tijden al voor flinke opstoppingen. Het voorgenomen besluit om de toen nog bestaande tramlijn Amsterdam-Zandvoort op te heffen en te vervangen door bussen zou de verkeerschaos nog verder vergroten. Bovendien wenste NS het aantal treinen op de Oude Lijn flink te verhogen. Na de nodige onderhandelingen viel in 1955 het besluit en werd het jaar daarop begonnen met de aanleg van de circa drie kilometer lange spoordijk en de bouw van een spoorviaduct over de Zandvoortselaan. Om dit mogelijk te maken moest het bestaande spoor tijdelijk wat verschuiven, de spoordijk kwam namelijk ongeveer op de plaats van het oude spoor te liggen. Het oude station werd gesloopt en vervangen door een tijdelijke halte. Een opstakel bij de aanleg vormde een tramviaduct over het lage spoor, zo'n 400 meter ten noorden van de Zandvoortselaan. Die kon pas nadat op 31 augustus 1957 de allerlaatste tram had gereden worden gesloopt. Desondanks kwamen acht maanden later het verhoogde spoor en het nieuwe station Heemstede-Aerdenhout gereed. Als eerste werd medio april 1958 de oostelijke helft van het station in gebruik genomen, de rest volgde een paar weken later.
Ook het nieuwe station werd aan de Zandvoortselaan gebouwd, waarbij de perrons (deels) op het brede viaduct liggen. Het ontvangstgebouw werd direct daarnaast in de spoordijk geïntegreerd, al staat het gebouw constructief wel op zichzelf. Het kreeg twee volwaardige toegangen, één aan de Heemsteedse en één aan de Aerdenhoutse zijde. Die toegangen zijn duidelijk gemarkeerd dankzij de grote doosvormige bouwdelen, direct daarboven. In deze ver naar voren stekende delen zijn slechts de trappen naar de perrons en wachtruimten. Ze zijn veel groter dan strikt noodzakelijk, maar ze zorgen er wel voor dat het station al van ver herkenbaar is. De voorgevels zijn voor het grootste deel gesloten en bekleed met bruine steenstrips. Ter hoogte van de trappenhuizen bestaan de gevels uit glas. De gresbuizen, die architect Van der Gaast eerder al veelvuldig toepaste bij het stationsgebouw van Eindhoven, keerden op dit gebouw terug. Ook nu zijn het kleine ronde venstertjes, die ook vanaf de wachtruimten goed zichtbaar waren. In totaal zijn niet minder dan 182 van dergelijke patrijspoortjes in de gevels verwerkt. Helaas staat er tegenwoordig aan de binnenkant een betegelde wand voor, dus echte vensters zijn het niet meer. Naast elke ingang was oorspronkelijk een klein uitbouwtje, waarvan de wanden aan de buitenzijde bekleed waren met kwartsiet. Hetzelfde type natuursteen dat de architect ook gebruikte bij het stationsgebouw van Hardinxveld-Giessendam. In het gebouw waren oorspronkelijk een plaatskaartenkantoor, wat dienstruimten en een kleine kiosk. In de twee kleine uitbouwtjes naast de ingangen waren oorspronkelijk toiletruimten. Een wel heel prominente plek was ingericht voor de toen nog verplichte kaartcontrole. Hierna kon de reiziger uit twee trappen kiezen, links voor de richting Haarlem en rechts naar Leiden. Via die trappen worden de perrons bereikt. Die perrons zijn, zeker gezien destijds het formaat en belang van het station, voorzien van een riante perronbeschutting. Die lijkt op het eerste gezicht van hout te zijn, maar in werkelijkheid is deze van staal. Wel werd voor de onderkant van het dak donkergelakt hout gebruikt. Ook de plafonds van de wachtruimten zijn voorzien van donkergelakte schrootjes. De vloer was oorspronkelijk betegeld in donkere en lichte banen. Er stonden houten banken en aan de plafonds hingen fraaie koperen lichtarmaturen.
Helaas heeft het station veel van haar oorspronkelijke glans verloren. Zo'n twintig jaar geleden onderging het een flinke verbouwing, daarbij zijn een aantal veranderingen doorgevoerd die niet bepaald als verfraaiing kan worden aangemerkt. Het meest in het oog springend zijn de liften, waarvan de schachten blauw gekleurd zijn. Een nogal ongelukkige keuze. Ook werden de uitbouwtjes naast de ingangen uitgebreid. De natuurstenen wanden werden vervangen door glazen gevels en ze strekken nu voorbij het bovenliggende deel. In de oostelijke uitbouw zit al jaren een bloemenzaak. Het andere exemplaar bood aanvankelijk onderdak aan een AKO, maar die zat er niet lang. Inmiddels zit hier een lunchroom. De hal veranderde eveneens, zo werd in het vroegere plaatskaartenkantoor een Wizzl ingericht. Om dit mogelijk te maken moest de ruimte wat worden vergroot, dit ging echter ten koste van de ruimtebeleving in de hal. De toegangen liggen niet meer in één lijn, waardoor de hal bij de entrees wat rommelig overkomt. Ook is de ruimte wat donkerder geworden, vooral veroorzaakt door de metalen golfplaten op het plafond. Ook de wandtegels zijn wat donkerder dan voorheen. De vloer is echter nog de originele, dat dan weer wel…
Ook op de perrons is het nodige veranderd. Zoals al aangegeven werden in de twee wachtlokalen de wanden waarin de patrijspoortjes zichtbaar waren op een nogal kille wijze betegeld en zijn de vloeren en het meubilair vervangen. Tot slot kregen de wel erg donkere perronoverkappingen een lichte kleur. Alhoewel daarmee de oorspronkelijke kleurstelling zoals door de architect bedoeld verloren ging, zullen er waarschijnlijk niet veel mensen zijn die dit een heel groot bezwaar vinden…
 
Boven: In het derde kwartaal van 1956 kwamen de werkzaamheden al in volle gang. Hier wordt het hulpspoor aangelegd, het treinverkeer ging tijdens die werkzaamheden immers gewoon door. Aan de rechterkant is het oude tracé te zichtbaar en links van het midden het oude station, dat weldra gesloopt zal worden. Op de achtergrond is tramviaduct te zien. Deze was onderdeel van de tramverbinding Zandvoort-Haarlem en werd in 1899 in gebruik genomen. Die tramlijn, ooit de allereerste elektrische tram van ons land, werd later gekoppeld aan de tramverbinding tussen Haarlem en Amsterdam. De tram zou tot september 1957 rijden. Vrijwel direct daarna werd het viaduct gesloopt, waarna het verhoogde spoor kon worden aangelegd. Op de plaats van het vroegere tramviaduct ligt nu de Westelijke Randweg...
.
Onder: Het huidige station, zoals het oorspronkelijk werd gebouwd. Hier is nog duidelijk de natuurstenen wand te zien, die bij een latere verbouwing helaas werd gesloopt. De perronoverkappingen hadden een donkere kleur, een sterk contrast met het witgemaakte beton…
.
 
 
Onder: Hetzelfde stationsgebouw, maar dan na de verbouwingen die aan het einde van de jaren negentig werden uitgevoerd. Het kleine uitbouwtje met de natuurstenen wand is verdwenen en vervangen door een soort glazen puist, dat nu een eind voorbij het bovenliggende deel steekt. De oplettende lezer had al gezien dat deze rechts van de ingang staat, in tegenstelling tot de vorige foto. Dit is de Aerdenhoutse kant van het station. Dat is een spiegelbeeld van de Heemsteedse zijde, maar is verder nagenoeg identiek. Aan deze foto zit een bijzondere herinnering, ze werd namelijk gemaakt op 11 september 2001 in de vroege middag gemaakt. Inderdaad, zo'n dag waarop je zelfs na ruim zestien jaar nog precies weet wat je op dat moment deed...
.
Onder: De hal van het station, hier gezien vanaf de oostelijke ingang. Het vroegere loket is hier niet zichtbaar, deze bevond zich aan de rechterkant, tegenover de twee trappen. Het is nu een Kiosk. De bloemenzaak (meer bepaald: de bloemen zelf) geeft de wat sombere ruimte een beetje fleurig aanzien. Toch is de hal interessant, en dan vooral de constructie ervan. Om het treingeluid zoveel mogelijk te beperken staan het gebouw en de perronoverkapping helemaal los van zowel de spoorviaduct als het landhoofd. Het heeft zelfs een afzonderlijk fundament. Ook werd op het plafond geluidsisolatie aangebracht...
.
 
 
Onder: Een markant element is deze kegelvormige kolom, waarmee het bovenliggende bouwdeel wordt ondersteund. Van der Gaast paste deze vorm eerder al toe bij het stationsgebouw van Eindhoven, maar die zijn minder opvallend dan hier het geval is. De blauw en witte kleurstelling is niet de originele, oorspronkelijk waren ze veel donkerder, maar het misstaat absoluut niet...
,
Onder: Eén van de twee trappenhuizen, in dit geval die naar het eerste perron. In tegenstelling tot de wat donkere hal zijn de trappen erg licht, vooral dankzij de glazen gevels in dit deel van het gebouw. De trappen zijn nog helemaal origineel, afgezien dan van de leuningen en de tegelwanden. Voor een forenzenstation zijn ze trouwens wel wat aan de krappe kant...
.
   
   
Onder: De perrongevel bestaat bijna helemaal uit glas, op de open toegang naar de perrontrap en de borstwering na. Rechts naast die opening is de wachtruimte, het gedeelte links daarvan hoort bij het trappenhuis. Dit is overigens de "Aerdenhoutse" kant van het station, oftewel langs spoor 2…
.
Onder: De wachtruimte lijkt op het eerste gezicht nog authentiek te zijn, maar niets is minder waar. Zo was de vloer oorspronkelijk in zwarte en witte banen betegeld, stonden er houten banken en hingen aan het plafond fraaie koperen lichtarmaturen. In de achterwand waren de "patrijspoortjes" te zien. Dit alles is verdwenen. Eén van de weinige zaken dat nog wel origineel is, is het donkergelakte schrootjesplafond...
.
 
 
Onder: De beide perrons zijn voorzien van een perronoverkapping, inclusief de wachtruimte is er per perron zo'n 80 meter aan beschutting. Toen het station werd gebouwd was dit riant, zeker gezien de grootte van het station. De lichte kleur werd een jaar of twintig geleden aangebracht, daarvoor was ze donkerbruin.
.
 

 

 

 

  Free counter and web stats versie: 23-01-2018