|
|
Van
vestingstad naar internationaal spoorknooppunt (1)
STATION
I |
|
|
|
|
Maatschappij: |
Maatschappij tot Exploitatie van
Staatsspoorwegen (Staatsspoor) |
Bouwjaar:
|
1865 |
Gesloopt: |
rond 1957 |
|
|
|
|
|
|
Venlo kent een zeer lange geschiedenis, die
zelfs teruggaat tot de Romeinse tijd. Vanaf de middeleeuwen werd
het een handelsstad, dankzij haar gunstige ligging aan de Maas en
aan een knooppunt van handelswegen. Aan het einde van de vijftiende
eeuw werd de stad zelf lid van het Hanzeverbond. Er zijn nog enkele
gebouwen die aan deze tijd herinneren, zoals het stadhuis en het
even verderop gelegen Huis Ottensteyn. Maar die strategische ligging
maakte Venlo ook kwetsbaar, vanaf de zeventiende eeuw werd het dan
ook een vestingstad. Dit zou ze tot het einde van de negentiende
eeuw blijven
De geschiedenis van het spoor in Venlo begint in 1860, als in dat
jaar de spoorwegwet wordt aangenomen. Die wet bepaalde de aanleg
van een tiental spoorlijnen in ons land, waarvan twee in Venlo.
In 1865 bereikt de spoorlijn Maastricht-Breda als eerste de noord-Limburgse
stad aan de Maas, die bekend staat als Staatslijn E, werd zowel
vanuir Maastricht als vanuit Breda aangelegd. Vanuit Maastricht
werd in het najaar van 1865 Venlo bereikt, de spoorlijn uit Breda
volgde het jaar daarop. De tweede Staatslijn die Venlo aandoet werd
oorspronkelijk aangeduid met de letter G. Dit is de spoorlijn naar
het Duitse Vierssen, waardoor Venlo zowel een spoorknooppunt als
een grensstation werd. In die tijd was het nog vooral een vesting-
en garnizoensstad. Die vestingstatus was nog van kracht toen het
eerste station werd gebouwd. Vanwege de toen geldende beperkingen
moest het station buiten de vesting worden gebouwd en mocht alleen
een stationsgebouw worden geplaatst dat -indien nodig- weer snel
af te breken was. Om diezelfde reden was het eerste station, ten
opzichte van de huidige situatie, wat meer in zuidoostelijke richting
gesitueerd. Het stationsgebouw stond op de plek waar nu het eerste
perron is, ongeveer ter hoogte van de busremise. Het gebouw was
opvallend langgerekt, uiteraard vanwege het internationale karakter
en de daarbij horende faciliteiten. De basis bestond uit stijl-
en regelwerk, de wanden waren opgevuld met steen. Het gebouw bestond
dus voornamelijk uit hout en was bepaald geen standaardgebouw, zoals
gebruikelijk was bij Staatsspoor. Sterker nog: alle acht semi-permanente
stationsgebouwen waren onderling verschillend! Nóg opmerkelijker:
hoewel het stationsgebouw conform de bepalingen van de Kringenwet
werd gebouwd mocht de spoorlijn naar Eindhoven en Breda dwars door
de zuidelijke omwalling aangelegd. De meest waarschijnlijke reden
hiervoor was het feit dat de spoorbrug over de Maas alleen ten zuiden
van de stad kon worden gebouwd. Ook zou de vestingstatus op korte
termijn worden opgeheven
|
|
Boven:
Een oude ansichtkaart van het eerste station van Venlo. Ondanks
het feit dat deze aan een "Staatslijn" ligt was het
allesbehalve een standaard "Waterstaat-station". Omdat
het station vlakbij de omwalling werd gebouwd moest het in geval
van oorlog makkelijk af te breken zijn. Opmerkelijk, omdat de
spoorlijn dwars door diezelfde omwalling werd gebouwd en de vestingstatus
al in 1867 werd opgeheven. Maar omdat die beperkingen tijdens
de bouw van het station nog van kracht waren werd het gebouw laag
en langgerekt. Het bestond voornamelijk uit hout, de buitenwanden
waren opgevuld met steen en pleisterwerk. Let ook op de bijzondere
behuizing van de stationsklok.
.
|
|
|
|
|
Onder:
De perronzijde van hetzelfde station. Het eerste perron was deels
overdekt middels een brede, geknikte perronluifel, kenmerkend
voor veel middelgrote stations uit die tijd. Het eilandperron
-hier niet zichtbaar- had eveneens beschutting. Op de voorgrond
zijn een deel van een voetbrug en de bijbehorende trap te zien.
Deze was bedoeld om seinhuis Post T en het goederenemplacement
te kunnen bereiken en was dus niet voor het publiek toegankelijk
.
|
Onder:
Wederom een ansichtkaart, ditmaal van het goederenemplacement
van het station en gezien vanaf de brug over het emplacement.
Het gebouw aan de linkerkant is de rechte locomotievenlooods,
daarnaast zijn nog net de karakteristieke daken van de ronde locloods
te zien. Het gebouw dat rechts van het midden staat is eveneens
vermeldenswaardig, hierin was de elektrische installatie ondergebracht.
Station Venlo was ooit één van de eerste stations
met elektrische verlichting...
.
|
|
|
|
|
Onder:
Het eerste stationsgebouw stond op de plek waar nu het eerste
perron ligt, ter hoogte van de rechterhelft van het grijze gebouw.
Er is heden ten dage maar heel weinig wat nog aan dat station
herinnert, er staat bij de voormalige verkeersleidingpost een
loods, die duidelijk ouder is dan het huidige stationscomplex.
In het verleden lag dit trouwens anders, zo stond tot begin 1989
seinhuis Post T nog op een prominente plek op het emplacement.
Dat seinhuis uit de jaren twintig was bereikbaar via een nog veel
oudere brug, namelijk uit 1882. Die voetbrug begon ooit pal naast
het stationsgebouw en overspande het gehele emplacement. Inderdaad,
dezelfde brug die we al eerder op de pagina tegenkwamen...
.
|
Onder:
Venlo kent een lange en zeer rijke geschiedenis. De gunstige ligging
bracht de stad zowel rijkdom als ellende. Veel van die geschiedenis
is bij diverse oorlogen verloren gegaan. Eén van de weinige
historische gebouwen dat bewaard bleef is Huize Schreurs, aan
de Grote Kerkstraat. Dit huis kwam aan het einde van de zestiende
eeuw in haar huidige vorm gereed, zo'n 25 jaar geleden werd dit
rijksmonument gerestaureerd.
.
|
|
|
|
|
Onder:
Een fraaie luchtfoto van het vooroorlogse stationscomplex,
dat toen een wat rommelige indruk maakte. het stationsgebouw
(1) staat opvallend ver van
de Kaldenkerkerweg (2). In de
rechter bovenhoek is de verbindingsspoor van de spoorlijn
naar Straelen (3), direct daarnaast
is de polygonale locloods (4).
Daar vlakbij staan de gebouwen van een eerdere afbeelding;
de rechte locloods (5) en het
elektriciteitsgebouwtje (6).
Rechts naast het stationsgebouw begint de brug (7)
over het emplacement, waarmee zowel Post T (8)
als de douaneloods (9) kon worden
bereikt. bereikt. Helemaal onderaan, links van het midden,
is de rijtuigenloods (10). Nog
altijd staat op deze plek een loods! (zie de foto onder deze
luchtfoto) Aan de rechterkant zijn de sporen van de Maasbuurtspoorweg
(11) te zien. Anders dan de
naam doet vermoeden was dit een interlokale tramverbinding
tussen Nijmegen en Venlo, via Gennep. Let ook op de nog zeer
schaarse bebouwing ten zuiden van het emplacement (linksboven).
De vorm van dat deel van het goederenemplacement is in grote
lijnen hetzelfde gebleven en ook de omgeving van de Zandstraat
(12) bestaat nog altijd. Datzelfde
geldt ook voor een groot deel van de huizen aan de Kaldenkerkerweg.
Het station zelf is daarentegen onherkenbaar veranderd
.

|
|
|
|
|
Onder:
Deze vroegere goederenloods is het allerlaatste overblijfsel van
het eerste station. Wanneer het werd gebouwd heb ik niet kunnen
achterhalen, maar waarschijnlijk gebeurde dit kort na de Tweede
Wereldoorlog. Het staat op de plek waar eerder de rijtuigenloods
heeft gestaan. De gevel aan de perronzijde is nu geheel gesloten
maar dat was vroeger niet zo. Aan de andere kant zijn de openingen
nog wel intact. Of de loods nog in gebruik is weet ik niet
.
|
Onder:
Op 16 september 1923 vond in Venlo misschien wel één
van de meest bizarre spoorwegongevallen van ons land plaats. Op
die vroege zondagochtend reed een lege en onbemande goederenstation
in volle vaart een zijspoor naast het stationsgebouw op en ramde
daarbij de zijgevel. Persoonlijke ongelukken waren er niet, maar
de ravage was enorm. Blijkens een krantenartikel stond de trein
in Kaldenkirchen, waar het -wellicht door opzet- in beweging werd
gezet. Doordat het Duitse station hoger ligt dan Venlo deed de
zwaartekracht al snel haar werk
.
Bron:
Katholieke
Illustratie (26 september 1923)
|
|
|
|
|
versie: 27-02-2018 |