|
|
PURMEREND
Afkorting: |
Pmr |
|
Maatschappij: |
Nederlandsche
Spoorwegen (NS) |
Architect: |
K.F.G. Spruit |
Decoratie: |
F.C. Nix |
Bouwjaar:
|
1958 |
Baanvak: |
Zaandam-Hoorn |
|
|
|
|
Wie
voor het eerst met de trein in Purmerend aankomt zal zich ongetwijfeld
afvragen hoe het kan dat een stad van bijna 80.000 inwoners het met
zo'n klein station moet doen. Toegegeven: Purmerend telt tegenwoordig
zo'n drie stations en de beide nevenstations (Overwhere en Weidevenne)
hebben inmiddels een flink deel van de treinreizigers overgenomen.
Tegenwoordig doet station Purmerend Overwhere - qua reizigersaantallen-
zelfs nauwelijks onder ten aanzien van het centrumstation. Maar bovenal
moet worden bedacht dat toen in 1958 het huidige stationsgebouw in
gebruik werd genomen Purmerend een stadje van amper 9000 inwoners
was! Het station lijkt op het eerste gezicht niet bepaald opzienbarend.
Toch heeft het wel degelijk een bijzonderheid, voor het eerst sinds
lange tijd werd het gebouw door een "externe" architect
ontworpen: K.F.G. Spruit. Ook was Purmerend één van
de allereerste plaatsen waar een (te) groot negentiende eeuws stationsgebouw
werd vervangen door een aanzienlijk kleiner exemplaar, iets wat in
de daaropvolgende decennia nog veel vaker zou gebeuren.
Tegenwoordig is Purmerend vooral bekend als forenzenplaats. De vele
rijtjeshuizen werden voornamelijk vanaf de jaren zeventig gebouwd,
toen de stad was aangewezen als groeikern en overloopgemeente zodat
een deel van de Amsterdamse bevolking hierheen verhuisden. Met de
groei van Purmerend veranderde ook het karakter van het spoor en het
station. Het is anno nu bijna niet meer voor te stellen dat het station
nog geen halve eeuw geleden aan een enkelsporig lijntje stond, waar
nog met (verouderd) dieselmaterieel werd gereden. De Enkhuizerlijn,
de spoorlijn tussen Zaandam en Enkhuizen waaraan Purmerend ligt, werd
immers pas in 1974 geëlektrificeerd. Maar ondanks het feit dat
Purmerend voornamelijk uit nieuwbouwwijken bestaat is het al een oud
stadje, met een geschiedenis die teruggaat tot de dertiende eeuw.
Oorspronkelijk was het een planmatig opgezet (ook toen al!) stadje
bij een kasteel, het in de achttiende eeuw gesloopte Slot Purmerstein.
Eeuwenlang bleef het een vrij kleine stad aan het riviertje de Where,
maar desondanks had het wel een omwalling. Veel van de geschiedenis
is verloren gegaan. Niet alleen het kasteel is allang verdwenen, ook
werd de stad meerdere keren door rampen getroffen, zo werd het in
1519 door een grote brand nagenoeg met de grond gelijk gemaakt. Ook
de omwalling is al heel lang verleden tijd, maar op een hedendaagse
plattegrond zijn de contouren nog altijd te herkennen. Dankzij het
droogmalen van enkele meren in de omgeving (Wormer, Purmer en Beemster)
ontwikkelde Purmerend zich tot een regionaal centrum, maar anders
dan steden zoals Alkmaar, Hoorn of Enkhuizen bleef het tot ver in
de twintigste eeuw een klein stadje, de aanleg van zowel het Noordhollandsch
Kanaal (1824) als het spoor (1884) veranderde daar aanvankelijk weinig
aan
Desondanks kreeg Purmerend in 1884 een station met een relatief fors
stationsgebouw. De architect van dat gebouw is mij niet bekend, maar
ik vermoed dat dit M.A. van Wadenoijen was. Het was ogenschijnlijk
een iets kleinere en wat eenvoudiger versie van dat van Hoorn, waarbij
vooral het middendeel aanzienlijk smaller was. De beide zijvleugels
waren daarentegen iets langer, zodat de totale lengte uiteindelijk
ongeveer gelijk was. Qua bouwstijl vertoonde het gebouw sterke overeenkomsten
met de andere stationsgebouwen langs de spoorlijn Zaandam-Enkhuizen,
zoals Kwadijk, of Oosthuizen of Avenhoorn. Aan de afwerking werd veel
aandacht geschonken. Denk hierbij aan het vele gebruik van natuursteen
of het dak, waarbij de dakpannen in een decoratief patroon werden
gelegd. Toch waren de versieringen minder uitbundig dan bij het Hoornse
stationsgebouw. Het formaat van het gebouw was -zeker voor het Purmerend
van de negentiende eeuw- riant te noemen, de locatie van het station
stuitte echter wel op de nodige weerstand. Het kwam namelijk (destijds)
een eind buiten de stad te staan. Bovendien werd de enige toegangsweg
ook nog eens met een omweg aangelegd, waardoor de afstand nóg
wat forser uitpakte. Vanaf het station liep die weg namelijk rechtstreeks
naar de Where, daarna ging het langs het riviertje naar de stad. De
reden voor die afstandelijke ligging moet wellicht (dit weet ik namelijk
niet zeker) worden gezocht in het feit dat vlakbij het station twee
waterwegen moeten worden gepasseerd, die beide zijn voorzien van beweegbare
bruggen. In die tijd kon een brug uitsluitend onder een rechte hoek
over het water worden gebouwd. Maar nogmaals; het is ook goed mogelijk
dat er een totaal andere reden aan ten grondslag lag
In de beginjaren was de spoorlijn Zaandam-Hoorn-Enkhuizen vooral een
onderdeel van de verbinding Amsterdam-Leeuwarden, waarbij tussen Enkhuizen
en het Friese Stavoren een bootdienst werd onderhouden. Maar ook Purmerend
profiteerde van de spoorwegverbunding. Vooral het goederenvervoer,
en dan met name tuinbouwproducten en vee, werden veelvuldig via het
station getransporteerd. Het station scheen zelfs een aparte laad/losperron
voor vee te hebben gehad, dit uiteraard ten behoeve van de beroemde
Purmerendse veemarkten.
Aan het begin van de twintigste eeuw begon Purmerend dan toch wat
uit te breiden. Die eerste uitbreiding vond -uiteraard- plaats n het
gebied tussen de oude stadskern en het station. Hierdoor werd op een
gegeven moment ook de afstand tussen het station en de binnenstad
wat bekort, waarbij de nieuwe Wilhelminalaan een waardige entree werd.
Die entree kreeg aan het begin van de jaren dertig haar bekroning
dankzij de aanleg van het Cramwinckelplantsoen.
|
Boven:
Station Purmerend, hier gezien vanuit het Cramwinckelplantsoen.
Het huidige stationsgebouw kwam in 1958 gereed. Op het eerste
gezicht oogt het station onwaarschijnlijk klein voor een stad
van bijna 80.000 inwoners. Toen het huidige stationsgebouw werd
gebouwd telde datzelfde Purmerend echter minder dan 10.000 zielen.
Bovendien komt het station ook in de hedendaagse stad bepaald
niet krap bemeten over. Niet alleen hebben de twee nevenstations
flink wat reizigers overgenomen, ook is het gemiddeld aantal mensen
dat dagelijks vanuit Purmerend de trein neemt relatief gering...
|
|
|
Onder:
De perronzijde oogt evenmin spectaculair. Het station telt twee
perrons. Het tweede perron ligt trouwens nog niet eens zo heel
lang op haar huidige plek, tot en met het begin van de jaren zeventig
lag deze namelijk tussen het eerste en tweede spoor in. Dit verklaart
de forse ruimte tussen de twee sporen, zoals ook nu nog te zien
is. Het geeft ook aan hoe smal dat perron geweest moet zijn...
.
|
|
|
|
|
|
|
|
Onder:
Het eerste stationsgebouw van Purmerend deed qua vorm sterk denken
aan stationsgebouwen zoals nu nog in Sneek of Tiel zijn te vinden.
Het gebouw bestond uit een hoog middendeel en lagere zijvleugels,
die bij dit gebouw behoorlijk lang waren. Aan de afwerking was
bijzonder veel aandacht geschonken,. Denk hierbij aan de fraaie
omlijsting van het uurwerk (op deze afbeelding trouwens niet goed
te zien) en het vele gebruik van natuursteen. Veel van die details
verdwenen aan het begin van de twintigste eeuw helaas onder een
dikke pleisterlaag...
.
(Ansichtkaart)
|
Onder:
De perronzijde van het eerste station, het stationsgebouw is inmiddels
witgepleisterd. Op deze afbeelding is goed te zien dat het tweede
perron tussen het eerste en tweede spoor ligt, een opstelling
die in die tijd zeker niet ongebruikelijk was. Let ook op het
stadswapen, dat -voor zover ik weet- alleen op de rechter zijgevel
was aangebracht. In de andere zijgevel was op die plek een venster.
De reizigers op het eerste perron hadden een riante luifel als
beschutting...
.
(fotograaf
onbekend)
|
|
|
|
|
Onder:
Nogmaals het eerste stationsgebouw van Purmerend. Hier is
goed te zien dat de twee zijvleugels bijzonder lang waren,
zeker in verhouding met het vrij smalle middendeel. De dakpannen
waren in een fraai decoratief patroon gelegd
.
|
|
|
|
|
Onder:
Een fraaie ansichtkaart, met daarop een rij gloednieuwe huizen
aan de Herengracht en links op de achtergrond het stationsgebouw.
Zo zag Purmerend er rond 1910 nog uit. Tussen het station en de
stad was een grote open ruimte. Zo beschouwd leek de afstand wel
mee te vallen, maar in die tijd liep de enige weg naar het station
nog langs het riviertje de Where. Pas (ver) na 1920 zou die open
ruimte worden volgebouwd...
.
(Ansichtkaart)
|
Onder:
In het hedendaagse Purmerend is het even zoeken naar overblijfselen
van het station uit 1884. Verscholen in het groen is nog net een
klein stukje van de dubbele brugwachterswoning te zien, die hoorde
bij de brug over het Noordhollandsch Kanaal. Het werd rond 1883
gebouwd en is daarmee het enige oorspronkelijke bouwwerk in Purmerend
dat bewaard is gebleven. De draaibrug over het kanaal is trouwens
al één of meerdere keren vervangen...
.
|
|
|
|
|
versie: 8-10-2018 |