Home ] Terug naar periode 1965-1985 ]Vorige station ] Volgende station ] [ Volgende pagina ]
  

 

OSS

  
  
Afkorting:O
Maatschappij:Nederlandse Spoorwegen (NS)
Architect:P.A.M. Kilsdonk
Bouwjaar: 1982
  
  

Aan het begin van de jaren tachtig van de twintigste eeuw keerde het besef dat een stationsgebouw wel degelijk een visitekaartje van een spoorbedrijf kon zijn langzaam maar zeker weer terug. Een nieuwe lichting jonge architecten maakten hun opwachting en al snel zouden die voor een frisse wind in de stationsarchitectuur gaan zorgen. Eén van de eersten was P.A.M. Kilsdonk, die in 1978 bij het architectenbureau van de NS aan de slag ging. Vooral in de tweede helft van de jaren tachtig zou Kilsdonk een aantal zeer herkenbare stations ontwerpen, zoals Lelystad Centrum en Almere Centrum. Ook de stations Zaandam (inmiddels grondig verbouwd) en Duivendrecht zijn van de hand van deze architect. De overkapping, die onder architect K. van der Gaast al een prominente -zeg maar gerust:dominante- rol kreeg, keerde bij Kilsdonk definitief weer terug. Over Van der Gaast gesproken, tussen de beide architecten is nog een opmerkelijke overeenkomst; de eerste stationsontwerpen van zowel Van der Gaast als Kilsdonk waren allesbehalve spectaculair. Dat geldt in het voor wat betreft Kilsdonk vooral voor het stationsgebouw van Doetinchem, dat in 1983 gereedkwam. Een jaar eerder kwam het allereerste station dat Kilsdonk ontwierp gereed, dat van Oss. Ook dit was niet bepaald een revolutionair ontwerp. Onconventioneel was het zeker wel. Dat woord wordt veel gebruikt bij de omschrijving van het stationsgebouw, maar het is ook goed te gebruiken bij het station als geheel. Het heeft immers de kortste naam van ons land en het is het enige Nederlandse station waarvan de afkorting uit slechts één letter bestaat…
Oss is een middelgrote stad in het noorden van de provincie Noord-Brabant. Het is een stad die lang bekend en berucht was om haar drie "M's", Margarine, Medicijnen en Misdaad. Het is een stempel waar de stad nooit helemaal van af komt. Oss kent een zeer lange geschiedenis, maar in het huidige stadsbeeld is daar zo goed als niets van terug te vinden. Op 26 april 1751 verwoestte een enorme brand het grootste deel van het middeleeuwse vestingstadje, wat overbleef zou in de eeuwen die volgden verdwijnen. Dat gebeurde vooral vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw, toen Oss een industriestad werd. Vooral in de twintigste eeuw ontwikkelde de stad zich in snel tempo. Het begon allemaal met de productie van "kunstboter". Jarenlang zou de fabricage van margarine een belangrijke industrietak van Oss blijken. Ze zou uiteindelijk uitgroeien tot wat later het Unilever-concenrn zou worden. De Unox (een samentrekking van Unilever en het Engelse woord voor "os") werd één van de belangrijke werkgevers van Oss. Een andere grote fabriek, de Organon, ontstond ooit toen een grote exportslachterij medische preparaten uit slachtafval wist te maken. De diverse producten moesten worden verpakt, dus kwam er ook een kistenmakerij en een fabriek voor het maken van conservenblikken (Thomassen & Drijver). Een heel andere tak van industrie was de fabricage van watten en kapok, deze zou uitgroeien tot een grote tapijtfabriek. Veel van de genoemde industrie is inmiddels verdwenen, maar toch is Oss nog altijd een industriestad. De Organon, die sinds kort weer haar vertrouwde naam weer terug heeft, is nog altijd de voornaamste werkgever van de stad en ook het naastgelegen fabriekscomplex van Zwanenberg (voorheen de Unox) is nog volop in bedrijf. De genoemde bedrijven liggen -niet geheel toevallig- in de directe nabijheid van het station. Oss is dan ook een klassiek voorbeeld van een stad waar de industrie mede dankzij het spoor tot ontwikkeling kon komen. En ook anno 2023 is het goederenvervoer per spoor nog lang niet ten einde, als één van de weinige steden heeft Oss een industriespoor dat nog altijd gebruikt wordt.
De Brabantse stad kreeg in 1881 haar station, dankzij de ingebruikname van de spoorlijn Tilburg - 's-Hertogenbosch - Nijmegen. Deze Zuidooster Spoorlijn, ook wel de Brabantse Lijn genoemd, werd gebouwd door de Nederlandsche Zuid-Ooster Spoorweg Maatschappij (NZOS) en werd aanvankelijk ook door dit bedrijf geëxploiteerd. Dit duurde echter niet lang, al na twee jaar namen de Staatsspoorwegen deze over. Het stationsgebouw van Oss -dat trouwens toen nog als "Osch" werd gespeld- was veruit het grootste gebouw dat deze maatschappij liet bouwen. Qua vorm en formaat deed het denken aan het stationsgebouw van Vught Maar blijkbaar was het gebouw te klein, want rond het jaar 1904 werd het een flink stuk uitgebreid. De linker vleugel verdubbelde in lengte. Die aan de rechterkant werd zelfs ruim drie keer zo lang, waarbij het gedeelte dat tegen de oude zijgevel werd geplaatst een wat meer naar buiten springend bouwdeel met een topgevel kreeg. De luifel aan de perrongevel werd eveneens verlengd. Twee jaar later werd het station wederom verbouwd, nu was het emplacement aan de beurt om te worden uitgebreid. In datzelfde jaar (1906) werd de officiële naam van de stad, gemeente én het station gewijzigd in Oss.

 

Boven: Het huidige stationsgebouw van Oss kwam in 1982 gereed en was het eerste stationsgebouw dat door architect P.A.M. Kilsdonk werd ontworpen. Feitelijk bestaat het gebouw uit een paar grijze muren van natuursteen, waar tegen aan meerdere gebouwen zijn "geplakt". Het vierkante blok op de achtergrond is het eigenlijke stationsgebouw. Op de voorgrond de sierlijk gebogen gevel van het vroegere restaurant. Op deze foto uit 2006 stond dit deel van het stationsgebouw leeg. Sindsdien wisselden perioden van invulling en leegstand elkaar af. Sinds enige tijd is hier een filiaal van New York Pizza te vinden.
.
.
Onder: De perronzijde van het huidige station oogt wat rommelig. Dat wordt deels veroorzaakt door het feit dat tussen het eerste en tweede perron maar één spoor ligt, ook de twee totaal verschillende perronoverkappingen draagt hier ongetwijfeld aan bij. Dat boven het eerste perron bestaat uit vele boogjes, het exemplaar op het tweede perron is gewoon een platte kap op stalen I-profielen. Deze overkapping is trouwens de oudste van de twee, ze werd al aan het begin van de jaren zeventig gebouwd.
.
 
 
Onder (beide afbeeldingen): Het stationsgebouw, kort voordat het zou worden gesloopt. Het oorspronkelijke gebouw leek wel wat op het nog altijd bestaande stationsgebouw van het circa 25 kilometer verderop gelegen Vught. Aan het begin van de twintigste eeuw werd het stationsgebouw van Oss een flink stuk uitgebreid, waarbij het toen tevens haar kenmerkende tweede topgevel kreeg. De -nogal verlept ogende- pleisterlaag werd aan het einde van de jaren vijftig aangebracht. Aan de perronzijde (foto rechtsonder) valt de typische Staatsspoor-perronopstelling op; twee perrons, met daar tussen in slechts één spoor. De luifel aan het stationsgebouw rustte op gietijzeren kolommen. Een aantal hiervan werden later voor het tweede stationsgebouw "hergebruikt". Aan de linkerkant is nog net de perronluifel van het tweede perron te zien, dit is dezelfde luifel die er heden ten dage staat...
.
 
 
Onder: De hal met het lokettenfront. Het is niet bekend wanneer deze foto is gemaakt, waarschijnlijk was dit ergens in de jaren vijftig. De opvallend grote ruimte lijkt -voor die tijd- modern afgewerkt te zijn, waarschijnlijk was de hal kort tevoren nog gemoderniseerd.
.
Onder: Dit was de wachtruimte tweede klasse. Vergeleken met de foto hiernaast lijkt deze ruimte uit een heel ander tijdperk te komen, ook kon het wel een opknapbeurtje gebruiken. Deze foto werd echter in het jaar 1941 gemaakt. Het was oorlog, men had toen wel wat anders aan zijn of haar hoofd...
.
 
 
Onder: Vanaf het tweede perron een blik in zuidwestelijke richting, met aan de linkerkant een deel van het vroegere goederenemplacement. Ooit had Oss een tamelijk uitgebreid netwerk van goederensporen. Uiteraard hadden de fabrieken nabij het station (Hartog/Unox, Organon,l Zwanenberg en Thomassen & Drijver) eigen sporen en ook een aantal bedrijven in de binnenstad hadden een spooraansluiting. Sinds de jaren zestig is het aantal fabriekssporen drastisch teruggebracht, ook is het goederenemplacement op het station bijna geheel verdwenen. wat overbleef is het raccordement Elzenburg, in het oosten van de stad. Deze stamlijn werd in 1979 aangelegd en is nog altijd in gebruik. Op deze foto uit 1981 komt een zogenoemde "motordienstwagen" vanuit de richting 's-Hertogenbosch het station binnengereden. Dit was een omgebouwde motorwagen van een treinsteltype dat bekend stond als "Blokkendoos" (Mat '24). Op de achtergrond is nog een armsein te zien, de beveiliging van de spoorlijn Nijmegen - 's-Hertogenbosch zou nog datzelfde jaar worden gemoderniseerd...
.
 
 
Onder: Oss is nog altijd een industriestad, vooral groot geworden dankzij de voedingsmiddelenindustrie. Een heel andere tak van industrie was de tapijtenfabriek Bergoss, waarvan het grote fabriekscomplex een aanzienlijk deel van de Oostwal innam. Nog altijd is aan deze laan de karakteristieke fabrieksmuur met sheddak-vorm te zien. Op het aangrenzende Tapijtplein staat eveneens een restant van de vroegere fabriek. In dit gebouw is thans een hotel gevestigd.
.
Onder: Aan de Gasstraat, even ten zuiden van het station, staat dit pand. Het staat bij veel Ossenaren bekend als de Unox-winkel, hier waren producten uit de naastgelegen Unox-fabriek te koop. Aanvankelijk was de winkel voor iedereen geopend, later uitsluitend voor (oud-)medewerkers. De overname van de Unoxfabriek door Zwanenberg betekende tevens het einde voor het winkeltje, in het voorjaar van 2018 sloot het voorgoed haar deuren. Het pand staat sindsdien leeg en is dichtgetimmerd. Wat er met het gemeentelijk monument gaat gebeuren is niet bekend…
.
 
 

 

  Free counter and web stats versie: 5-01-2023