Vanaf
de tweede helft van de twintigste eeuw breidde Oss in sneltempo uit en groeide
het inwonertal explosief. Voor de spoorwegen waren de ontwikkelingen aanleiding
om in Oss een tweede station te bouwen. Deze halte -Oss West- werd in 1981 in
gebruik genomen. Maar er gebeurde in die tijd nog veel meer op spoorgebied in
en om Oss. Zo werd het enkelsporige traject tussen Oss en Wijchen dubbelsporig
gemaakt, met uitzondering van de spoorbrug bij Ravenstein. Ook werd de beveiliging
van het spoor tussen 's-Hertogenbosch en Nijmegen gemoderniseerd, waardoor ook
hier de armseinen verdwenen. Als klap op de vuurpijl werd het hoofdstation van
Oss van een nieuw stationsgebouw voorzien. Dat het honderd jaar oude stationsgebouw
moest verdwijnen had een aantal redenen. Ongetwijfeld zal de bouwkundige staat
van het gebouw, dat sinds 1959 was witgepleisterd, een grote rol en datzelfde
gold ook voor de doelmatigheid ervan. Maar wellicht de belangrijkste reden was
het gebrek aan ruimte aan de smalle Spoorlaan, er was nauwelijks plek voor aanvullend
vervoer. Het eerste perron was destijds zeer breed en het stationsgebouw stond
bijna tegen de genoemde straat. Architect P.A.M. Kilsdonk, voor wie dit het eerste
stationsproject was onder zijn leiding, stond dan ook voor de nodige uitdagingen. Als
eerste werd het genoemde perron aanzienlijk smaller gemaakt, waardoor er een langgerekt
plein ontstond. Om het geheel overzichtelijk te houden werd, net als bij station
Amsterdam Amstel, middels het stationsgebouw het plein in tweeën gedeeld.
Aan de oostkant kwam een strook voor halen en brengen en ten westen van het stationsgebouw
een busstation en de taxistandplaats. De ruggengraat van het stationsgebouw bestaat
uit een lange muur van grijs natuursteen. Deze doorlopende muur wordt op één
plek onderbroken en verspringt dan zo ver mogelijk richting de straat. Tegen deze
wand werd het eigenlijke stationsgebouw geplaatst, een kubusvormig bouwwerk met
overwegend glazen gevels in een wit framewerk. De zijgevels bij de stenen wand
steken wat naar buiten en zijn gesloten. Ze hebben een opvallende gele (NS-geel)
kleur en zijn voorzien van een enorm NS-logo. Een aardig detail zijn de zes gietijzeren
kolommen, afkomstig van de perronluifel van het oude stationsgebouw. Ze zijn aan
weerszijden van de drie paar schuifdeuren geplaatst, waar ze de korte luifels
ondersteunen. De natuurstenen wand aan de straatzijde werd voorzien van één
laag, maar langgerekt venster. Een echte voorgevel heeft het gebouw niet, de toegangen
bevinden zich in de zijgevels. Een derde toegang werd in de perrongevel geplaatst.
In de ruime hal valt als eerste de ronde zitgroep op, waar negen stoeltjes rondom
een lantaarn zijn geplaatst. Die lantaarn heeft een antiek ogende paal, maar daarop
zijn moderne, bolvormige armaturen zijn geplaatst. De ronde verhoging waarop de
stoeltjes zijn gemonteerd is bekleed met vierkante en rechthoekige tegeltjes in
de kleuren wit, blauw, rood en geel. Het Mondriaan-achtige patroon werd bedacht
door kunstenaar J.F.W. Slegers. Minstens zo opvallend was de gebogen lokettenwand,
waarbij de balie leek te zweven. Die balie is helaas al lang verdwenen, maar de
karakteristieke gebogen vorm leeft tot op de dag van vandaag nog voort in de hal.
Datzelfde doet ook het vloermozaïek, dat eveneens door Slegers werd bedacht.
In het gebouw was oorspronkelijk geen horecagelegenheid te vinden, daarvoor moest
men weer naar buiten, rechts van het stationsgebouw was namelijk een separaat
restaurant. Haaks op de bekende muur, die nu weer tegen de perronwand staat, zijn
twee halve cirkels van ongelijke grootte getrokken. Een gebogen wand verbindt
deze halve cirkels, waardoor de gevel als geheel een fraaie en sierlijke vorm
heeft. Vrijwel direct na het restaurant eindigt tegenwoordig de natuursteenwand,
die trouwens nog wel een sierlijk bochtje maakt. Maar wie goed kijkt ziet dat
de muur is "afgekapt" en dat deze vroeger langer is geweest. Oorspronkelijk
was rechts van het restaurant namelijk nog een gebouwtje, het was een onderkomen
voor de toenmalige Brabantse busmaatschappij BBA. Net als bij de stationshal ging
ook hier de grijze muur weer wat naar voren, al was de wand hier veel minder massief.
Opvallend waren de schuine zijwanden. Het bouwwerkje is al heel lang verleden
tijd, ze moest wijken om zo de bus wat meer ruimte te geven
Ook voor
het vroegere restaurant, door veel Ossenaren liefkozend "Oorgebouw"
genoemd, zag het er lange tijd somber uit. Nadat het in 2003 werd gesloten is
het nog even als snackbar in gebruik geweest. In 2006 kwam het leeg te staan.
En dat bleef het gedurende lange tijd, al zijn er ook perioden geweest dat er
wel een huurder in zat. Zo is het een tijdje een bloemenzaak geweest. Sinds het
voorjaar van 2021 heeft het weer een horecafunctie, in het voormalige restaurant
zit nu een filiaal van New York Pizza.
| . Boven
en onder: Het tweede en huidige station werd gedeeltelijk naast het oude exemplaar
gebouwd, en staat daardoor wat verder westwaarts. Op de foto hierboven is dan
ook duidelijk te zien dat het nieuwe gebouw er al staat, terwijl de laatste resten
van haar voorganger nog moeten worden opgeruimd. Het nieuwe station was toen nog
niet helemaal af, zo ontbreekt nog de muur met daar op de perronoverkapping. Zoals
bekend is het oude stationsgebouw niet helemaal verdwenen, zes van de gietijzeren
kolommen die de oude perronoverkapping ondersteunden werden hergebruikt. (foto
onder) Op de plaats waar ooit het eerste stationsgebouw heeft gestaan is nu een
klein pleintje. Ook de -later gebouwde- fietsenstalling staat voor een deel op
die plek... .
|