Nadat de NOLS het aangepaste stationsontwerp
goedgekeurd kreeg, kon men eindelijk beginnen met het in serie bouwen
van de stations. Ook de NOLS kende een soort standaardisatie bij
haar stationsgebouwen. Maar door met de gevelindeling te "spelen"
kon architect Cuypers voor diverse variaties in het stationsontwerp,
waardoor er nooit grote aantallen identieke stationsgebouwen werden
gebouwd. Het stationsgebouw van Mariënberg kende dan ook maar
één eeneiige tweelingzusje, namelijk het -in 1966
gesloopte- stationsgebouw van Gasselternijveen.
Het stationsgebouw lijkt qua vorm sterk op dat van Dalfsen, maar
de verschillen zijn best wel groot. Verdwenen zijn de gele sierbanden
en het houten beschot. Ook de luifel boven de ingang is veel eenvoudiger
uitgevoerd. Het gebouw is, vergeleken met "Dalfsen", een
heel stuk soberder geworden. Het stationsgebouw staat -ten opzichte
van Dalfsen- in spiegelbeeld. Het smallere geveldeel bevindt zich
hier aan de linkerkant terwijl het bredere geveldeel rechts van
de ingang staat.
Een ander groot verschil met het station van Dalfsen is de zijvleugel
aan de rechterkant van het stationsgebouw. In dit gedeelte was oorspronkelijk
één van de wachtkamers te vinden. Aan de andere zijkant
van het gebouw stond een kleine houten goederenloods. Deze loods
is al jaren geleden gesloopt, maar als je heel goed kijkt kan je
in de zijgevel de contouren nog vaag herkennen.
Dat zo'n klein plaatsje als Mariënberg een dergelijk formaat
station kreeg had te maken met het feit dat het een spoorwegknooppunt
werd. In 1906 was dit een feit, toen de spoorlijn naar Almelo in
gebruik werd. Nog steeds is deze aftakking in gebruik, al had het
maar heel weinig gescheeld of deze "meest onrendabele spoorlijn
van Nederland" was reeds verleden tijd.
Jarenlang was Mariënberg een dieselbolwerk. Het was zelfs het
laatste spoorwegknooppunt in Nederland waar uitsluitend met dieselmaterieel
werd gereden. In 1987 kwam hier definitief een einde aan nadat de
spoorlijn Zwolle-Emmen werd geëlektrificeerd. Het spoorlijntje
naar Almelo kwam echter niet onder de draad en werd een steeds verliesgevender
lijntje. Het was dan ook niet verwonderlijk dat dit de allereerste
spoorlijn was waarvan de exploitatie werd aanbesteed. Een grote
bron van ergernis was de gebrekkige aansluiting van de trein vanuit
Almelo op de trein naar Zwolle of Emmen. In Mariënberg moest
men vaak erg lang op de aansluitende trein wachten, soms wel tot
een uur. De dienstregelingen sloten dan ook -op z'n zachtst gezegd-
niet erg op elkaar aan
Inmiddels is er veel veranderd. Het oude, tot op de draad versleten
boemeltje, is allang vervangen door modern dieselmaterieel, en
naar Almelo wordt er tegenwoordig in een halfuursdienst gereden!
Ooit kende Mariënberg een behoorlijk emplacement met drie perronsporen
en enkele goederensporen. Ook een locomotievenloods, een waterreservoir
en een draaischijf waren op het emplacement te vinden. De elektrificatie
van het spoor betekende ook een flinke vereenvoudiging van het emplacement.
Het spoor vanuit Almelo werd zelfs gedegradeerd tot een kopspoortje.
Nog steeds kent het emplacement een omloopspoor voor goederentreinen.
Dit spoor loopt -letterlijk- om het kopspoor heen, een opmerkelijk
gezicht. Van alle overige goederensporen, waarvan er één
zelfs voorlangs het station dwars over het stationsplein liep, is
niets meer terug te vinden.
Het stationsgebouw heeft, zoals bij zo'n beetje alle NOLS-stations
het geval is, haar oorspronkelijke functie allang verloren. Sinds
een jaar of acht is in het voormalige stationsgebouw een café
gevestigd.
* zie ook: Dalfsen.
|
|