De geschiedenis van de spoorwegen in Maarn
mag, op z'n zachtst gezegd, opmerkelijk worden genoemd. Als de NRS
in 1845 de spoorlijn Utrecht-Arnhem in gebruik neemt krijgt niet
Maarn maar het naburige Maarsbergen een station. Dit omdat in laatstgenoemde
plaats destijds diverse diligencediensten samenkwamen. Maarn moest
het aanvankelijk slechts met een stopplaats doen, waar slechts enkele
treinen per dag (op verzoek!) stopten.
Om de aanleg van deze spoorverbinding mogelijk te maken moest bij
Maarn een ingraving worden gemaakt in de Utrechtse Heuvelrug. Het
zand dat daarbij vrijkwam kon vervolgens voor de spoorbouw worden
gebruikt. Al snel begon men ook het gedeelte van de Heuvelrug en
zuiden van de spoorlijn uit te graven ten behoeve van de aanleg
en het onderhoud van spoorwegen in het hele land. Zodoende ontstond
een groot zandwingebied (de Zanderij genoemd) waarin veel mensen
werkzaam waren.
Toch duurde het nog tot 1892 voordat de stopplaats Maarn een volwaardig
station wordt. Mogelijk in datzelfde jaar kreeg het ook haar eerste
haltegebouwtje. Ongetwijfeld was dit het allerkleinste stationsgebouwtje
ooit gebouwd in Nederland, veel groter dan een klein (!) toiletgebouwtje
was het niet. Opmerkelijk genoeg was dit hokje wel wan steen gebouwd.
In 1895 werd het gebouwtje flink uitgebreid. Hierbij ging men wel
heel vreemd te werk. In plaats van een nieuw gebouw neer te zetten
werd het bestaande gebouwtje simpelweg uitgebreid met twee zijvleugels,
die aanzienlijk groter waren dan het oorspronkelijke gebouw! Hierdoor
ontstond een wel heel apart vormgegeven bouwwerk! Gelukkig voor
Maarn heeft deze situatie niet zolang hoeven bestaan, want na veertien
jaar werd dit bizarre bouwwerk vervangen voor een nieuw stationsgebouw.
Rond de eeuwwisseling kreeg het goederenvervoer in Maarn een belangrijke
impuls. Op een deel van het afgegraven zandwinningsgebied werd een
rangeerterrein aangelegd, dat in 1901 in gebruik werd genomen. Al
snel werd het een belangrijke schakel in het goederenvervoer. In
1909 begon (eindelijk) de bouw van een nieuw, en vooral groter,
stationsgebouw. Een jaar later, in het voorjaar van 1910, werd het
in gebruik genomen.
Onder:
Het emplacement zoals het er in de jaren zestig bij lag. In
die tijd was het emplacement overigens al grotendeels opgebroken.

|
|