|
|
GILZE-RIJEN
|
|
|
Afkorting: |
Gz |
Maatschappij: |
Maatschappij tot Exploitatie van
Staatsspoorwegen (Staatsspoor) |
Architect: |
onbekend |
Bouwjaar:
|
1916 |
Baanvak: |
Breda-Tilburg |
|
|
|
|
De dorpen
Gilze en Rijen vormen samen de gelijknamige gemeente. In het spraakgebruik
wordt het woordje en in de gemeentenaam (Gilze en Rijen) nogal eens
weggelaten, waardoor de indruk wordt gewekt dat de beide dorpen in
elkaar vergroeid zijn. Dit is echter absoluut niet het geval. De afstand
tussen de beide dorpen bedraagt hemelsbreed ruim vier kilometer. De
plaatsen worden gescheiden door de spoorlijn Breda-Tilburg, de snelweg
A58 en de vliegbasis Gilze-Rijen. Alledrie overigens zeer bepalend
voor de ontwikkeling van de gemeente. De gemeentenaam doet ook vermoeden
dat Gilze de belangrijkste van de twee dorpen is. Dat was vroeger
ook zo, maar in de laatste 150 jaar is juist Rijen enorm gegroeid
en is nu veruit de grootste. Deze groei heeft Rijen in eerste instantie
te danken aan de komst van het spoor.
Als in 1863 de Staatslijn tussen Breda en Tilburg in gebruik wordt
genomen krijgt ook de gemeente Gilze en Rijen een station. In die
tijd was het dorp Gilze nog beduidend groter dan het enkele kilometers
noordelijker gelegen Rijen, dat toen niet veel meer dan een buurtschap
was. Toch komt het station in Rijen te staan en de reden hiervoor
is eigenlijk heel simpel: de spoorlijn gaat in een zo goed als kaarsrechte
lijn van Tilburg naar Breda, en loopt daardoor vlak langs Rijen. Aanvankelijk
droeg het station ook alleen de naam Rijen, maar dit werd al heel
snel veranderd in Gilze-Rijen.
Het eerste stationsgebouw aan deze Staatslijn was -uiteraard- een
"Waterstaat-station", een wel één van het
type 5e klasse. Het was het allereerste station van dit type dat werd
gebouwd. Over dit station is niet zo heel veel bekend. Het werd twee
keer verbouwd en uitgebreid. De eerste verbouwing was in 1893, waarbij
het gebouw twee extra zijvleugels kreeg. In 1907 kreeg het middendeel
een extra verdieping. Op 19 augustus 1911 maakte een felle brand een
einde aan het stationsgebouw, dat hierbij volledig verloren ging.
Blijkens een krantenartikel over deze brand was men hier trouwens
niet erg rouwig om, het stationsgebouw werd destijds "bekrompen"
en "een soort duiventil" genoemd
De oorzaak van de
brand was trouwens niet bekend en er deden zich geen persoonlijke
ongelukken voor. De goederenloods ontsnapte aan de brand en werd vervolgens
ingericht als tijdelijk station.
De bouw van het tweede, nog bestaande, stationsgebouw begon in 1915
en een jaar later opende het haar deuren. Dit stationsgebouw werd
vrijwel gelijktijdig met dat van het Groningse Kropswolde ontworpen
en gebouwd. Hoewel de beide stationsgebouwen bepaald niet op elkaar
lijken, vertonen ze wel overeenkomsten. Denk hierbij aan het opvallend
hoge dak van de linkervleugel, of aan de vorm van het gebouw. Mogelijk
zijn de beide gebouwen door dezelfde architect ontworpen. Wie dat
zou moeten zijn is overigens niet bekend.
Het gebouw bestaat uit een hoog gedeelte en een wat lagere vleugel
aan de linkerkant. Oorspronkelijk had de voorgevel een brede uitbouw,
die wel wat weg had van een grote erker. In de zijkanten ervan bevonden
zich de ingangen. Deze ingangpartij is echter al enige decennia geleden
verdwenen, vermoedelijk gebeurde dit ergens in de jaren zestig of
zeventig. Wat wel gebleven is -en ook nog goeddeels in de originele
staat- is de toegang van de stationswoning, rechts van de ingang.
De woning bevond zich trouwens op de bovenverdieping en gezien de
grootte van dit deel van het stationsgebouw vermoed ik dat er meerdere
woningen in het gebouw waren.
Evenals in Kropswolde is ook bij dit stationsgebouw de perrongevel
het meest interessant. En ook hier wordt deze gedomineerd door een
erker. Ditmaal wat smaller, maar daarentegen wel veel hoger. Uiteraard
is de gevel versierd met een tegeltableau met daarop de stationsnaam.
Bevind deze zich bij het stationsgebouw van Kropswolde zich boven
de erker, bij dit gebouw is het tableau in de erker verwerkt. Om precies
te zijn: tussen de twee verdiepingen in. Overigens verkeert dit tableau
-in tegenstelling tot "Kropswolde"- nog in redelijk goede
staat.
|
|
Boven:
Het stationsgebouw van Gilze-Rijen. Anders dan de naam doet vermoeden
staat het station in Rijen, dat mede dankzij het spoor een grote
groei doormaakte. Het kleinere dorp Gilze ligt hier hemelsbreed
ruim vier kilometer vandaan. De naam van het station is waarschijnlijk
afgeleid van de gemeentenaam: Gilze en Rijen.
|
|
|
Onder:
Het eerste station, zoals deze er uitzag vlak voordat het stationsgebouw
door brand zou worden verwoest. Na de brand van 19 augustus 1911
zou het nog zo'n vijf jaar duren voordat het nieuwe stationsgebouw
gereedkwam. De losstaande goederenloods (rechts op de afbeelding)
overleefde de brand en deed in die tussentijd dienst als tijdelijk
stationsgebouw.
|
|
(ansichtkaart)
|
|
|
|
|
Onder:
De perrongevel is erg onregelmatig van vorm, overigens zonder
dat het heel erg rommelig wordt. De grote blikvanger is de erker,
welke zich over de beide bouwlagen strekt. In het midden ervan
is een tegeltableau met daarop de stationsnaam. Het tableau ligt
op dezelfde lijn als het balkonnetje links en de dakrand van de
rechtervleugel. Over gevoel voor detail gesproken...
|
Onder:
Ook een aardig detail is het luifeltje boven de voordeur van één
van de stationswoningen. Waarschijnlijk was dit de deur van de
woning van de stationschef.
|
|
|
|
|
Onder:
Het tegeltableau is opvallend sober uitgevoerd
en verkeert -op wat kleine beschadigingentjes
en wat verkleurde tegeltjes na- nog in redelijke
staat. Welke fabriek dit tableau heeft vervaardigd
is mij niet bekend...
|
|
|
|
|
versie: 23-12-2011 |