|
|
DEVENTER
|
|
|
|
|
|
|
Afkorting: |
Dv |
Maatschappij: |
Maatschappij tot Exploitatie van
Staatsspoorwegen (Staatsspoor) |
Architect: |
H. Menalda van Schouwenburg |
Bouwjaar:
|
1914-1920 |
Status: |
Rijksmonument |
|
|
|
|
|
|
Deventer is één van de oudste
steden van Nederland. Al in de tiende eeuw na Christus werd de stad
al vermeld in documenten en het was na Stavoren en Utrecht de derde
stad die officiële stadsrechten kreeg. De stad is een oude
Hanzestad en het was zelfs ooit een bisdom. De historische binnenstad
herinnert hier nog altijd aan. In de tegenwoordige tijd is Deventer
vooral bekend van de Deventer koek, hetgeen de stad de bijnaam "koekstad"
heeft opgeleverd, maar ook als boekenstad. Eén zondag per
jaar (de eerste van augustus) veranderen de binnenstad en de IJsselkade
in de grootste boekenmarkt van Europa. Ook het jaarlijkse Dickens-festival
in December is beroemd in binnen- en buitenland.
Voor het spoor is Deventer al decennialang een belangrijk knooppunt
en intercitystation met rechtstreekse verbindingen naar onder andere
Zwolle, Apeldoorn, Enschede, Arnhem, Nijmegen, 's Hertogenbosch,
Breda, Rotterdam en de luchthaven Schiphol. Ook rijdt er dagelijks
eens in de twee uur een rechtstreekse trein naar Berlijn. Het huidige
monumentale station kwam in 1920 gereed, maar de geschiedenis van
het Deventer spoor gaat natuurlijk veel verder terug. Een opmerkelijke
geschiedenis ook, want het huidige station verving niet één
maar twee stations. Deze twee -de één van Staatsspoor
en de ander van aartsrivaal HIJSM- functioneerden voordien volledig
separaat van elkaar, maar lagen min of meer wel aan hetzelfde spoor.
De afstand tussen de beide stations was zo'n 400 meter. Een grappig
aspect hierbij is het feit dat het huidige eilandperron deze afstand
"overbrugt", maar daar over later meer.
De totstandkoming van het huidige station was een langdurig en moeizaam
proces. Alhoewel de eerste plannen voor een gezamenlijk station
al aan het einde van de negentiende eeuw werden gemaakt, duurde
het uiteindelijk tot 1912 voordat het definitieve ontwerp werd goedgekeurd
en men met de bouw kon beginnen. Het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog
zorgde vervolgens ook nog voor de nodige jaren vertraging. Station
Deventer is trouwens het laatste grote station dat in opdracht van
Staatsspoor werd gebouwd in een tijd waarin de spoorwegmaatschappijen
zich door middel van het stationsgebouw lieten etaleren. Het markeert
tevens het einde van een tijdperk. Nog tijdens de bouw van het station
kwamen HIJSM en Staatsspoor tot een samenwerkingsovereenkomst, die
uiteindelijk tot een fusie zouden leiden.
Toen het station in gebruik werd genomen telde het slechts één
eilandperron. Maar dit is wel een zogenoemd dubbel eilandperron,
verdeeld in vier perronfasen (spoor 3a, 3b, 4a en 4b). Aan de noordwestkant
had het perron een zakspoortje voor de toenmalige lokaalspoorlijn
naar Ommen. Lange tijd was dit ruim voldoende, maar inmiddels is
de capaciteit al jaren ontoereikend en heeft het station dringend
een tweede perron nodig. In 2008 werd daarom een tijdelijk perron
gebouwd over het eerste (goederen)spoor. Het is een tijdelijke oplossing,
maar een definitief perron is inmiddels noodzaak geworden
Onder:
Alhoewel het emplacement in de loop van de jaren op diverse punten
is gewijzigd, heeft het in grote lijnen nog dezelfde lay-out als
toen het werd aangelegd. Het meest opvallende is ongetwijfeld
het enkele spoor richting Zwolle. Tussen Deventer en Olst is het
nog altijd enkelsporig! Opmerkelijk is dat tijdens de elektrificatie
van het spoor tussen Zwolle en Deventer, in 1953, al aan spoorverdubbeling
werd gedacht. Er staan namelijk dubbelsporige betonnen bovenleidingportalen.
Er wordt trouwens wel al jaren gedacht aan een dubbel spoor, maar
kennelijk ontbreekt de noodzaak ervan. Het korte doodlopende spoortje
boven het spoor richting Zwolle is het laatste restant van de
voormalige spoorlijn naar Ommen, en wordt nu nog incidenteel gebruikt
als opstel- of uithaalspoor.

|
|
Boven:
Een wat oudere foto van het stationsgebouw, geschoten ergens in
1997. Het stationsgebouw staat deels in de steigers, waarschijnlijk
vanwege onderhoudswerkzaamheden. Het gebouw is behoorlijk groot,
de lange rechtervleugel is ook maar voor een gedeelte te zien.
Een opvallend kenmerk aan dit stationsgebouw is de afgeschuinde
ingang, iets eerder ook bij het stationsgebouw van Weert werd
toegepast. Links achter het stationsgebouw staat het voormalige
ketelhuis met daaraan gebouwd een forse watertoren. Deze toren
werd later omgebouwd tot seinhuis, vanaf het perron is dit nog
altijd te zien. Het station werd in fasen gebouwd. Het stationsgebouw
werd waarschijnlijk rond 1919 opgeleverd, de perrongebouwen en
de overkapping kwamen een jaar later gereed.
|
|
Onder:
Zo'n veertien jaar later is er een hoop veranderd. In 2003 ging
het stationsplein radicaal op de schop, waarbij het hele plein
werd heringericht en een ondergrondse fietsenstalling werd aangelegd.
Overigens zijn er alweer nieuwe concrete plannen voor herinrichting
van het hele stationsgebied. De bomen, die op de foto hierboven
nog vrij klein waren, zijn inmiddels flink gegroeid en ontnemen
nu het zicht op een deel van het stationsgebouw. Wat nog wel hetzelfde
is gebleven is de plaats van het busstation, tussen het stationsgebouw
en het ketelhuis.
|
|
|
|
|
|
|
Onder:
Het eilandperron vormt het hart van het station. Gedurende lange
tijd was dit het enige perron van het station, maar het is wel
een dubbel perron. Het is verdeeld in vier perronfasen, waardoor
er (vroeger) plaats was voor evenzoveel treinen. Het overgrote
deel van het bijna 500 meter lange perron is overdekt. Met een
(geschatte) lengte van ca. 400 meter is de monumentale overkapping
beduidend langer dan die van het Amsterdamse Centraal Station.
|
Onder:
De capaciteit van het station is al jaren ontoereikend, maar omdat
dit station een rijksmonument is kan er niet -zoals vroeger veelvuldig
gebeurde- zomaar een extra perron worden toegevoegd. In afwachting
van een definitieve oplossing werd in de vroege zomer van 2008
een tijdelijk perron gebouwd. Het stalen gevaarte werd letterlijk
op spoor 1 geplaatst, dat hiervoor niet werd opgebroken. Zelfs
de bovenleiding boven het spoor hangt er nog. Uiteraard staat
er geen stroom meer op...
|
|
|
|
|
Onder:
Aan de noordwest kant van het perron verandert de overkapping
in twee lange, smalle luifels. Hier lag ooit een dubbele zakspoor,
van de lokaalspoorlijn naar Raalte en Ommen. Al in het midden
van de jaren dertig viel het doek voor deze spoorlijn, waarop
deze vrij kort daarna al werd opgebroken. Op de opengevallen plek
werd vervolgens een perrontuin aangelegd met een enkele doorsteek
tussen de twee perrondelen. In een later staduim werd het perron
een stuk verlengd. Als één geheel overigens.
|
Onder:
Dit monumentale urinoir stond decennialang op het stationsplein,
tegenover de goederenvleugel. Het werd ergens in de jaren twintig
gebouwd, en was dus niet veel jonger dan het station. Maar behalve
een "pisplaats" werd het urinoir ook een homo-ontmoetingsplek.
De laatste reconstructie van het stationsplein (2002-2003) betekende
bijna het einde van dit -toch wel unieke- bouwwerkje. Maar in
plaats van sloop werd het steen voor steen afgebroken en opnieuw
opgebouwd in het Openluchtmuseum in Arnhem, waar het sinds 2004
een plekje heeft.
|
|
|
|
|
|
versie: 27-01-2012 |