Enkhuizen is één van de weinige
kopstations die in Nederland te vinden zijn. Van de zes stationsgebouwen
van dit type is Enkhuizen het oudste, nog overgebleven exemplaar.
Het stationsemplacement werd gebouwd op de plaats van de voormalige
Nieuwe Buishaven, die daarvoor gedempt moest worden. Kennelijk was
deze haven niet geschikt voor de (toekomstige) veerboten, want hiervoor
werd een nieuwe haven aangelegd. Ook de Nieuwe Haven werd gedeeltelijk
gedempt. Hier werd later het befaamde Snouck van Loosenpark gebouwd.
Het stationsgebouw kwam op de plaats van de voormalige Ossenmarkt.
Het is officieel niet bekend wie dit stationsgebouw heeft ontworpen,
maar het onmiskenbaar een ontwerp van M.A. van Wadenooijen. De bouwstijl
lijkt wel wat op de stations van Kesteren en Geldermalsen. Deze
twee stations werden door dezelfde architect in dezelfde periode
gebouwd. Van Wadenooijen ontwierp (naar alle waarschijnlijkheid)
ook de overige stations van de lijn Zaandam-Enkhuizen.
Enkhuizen is, samen met het iets eerder gereedgekomen station van
Stavoren, één van de eerste havenstations van Nederland.
Het station werd op 5 juni 1885, gelijktijdig met de spoorverbinding
Enkhuizen-Hoorn, in gebruik genomen. Het stationsgebouw was toen
echter nog lang niet af. Ook de zo gewenste aansluitende veerdienst
naar Stavoren was er nog niet. Deze veerdienst zou pas een jaar
later worden opgestart. Ook het stationsgebouw kwam pas in de loop
van 1886 gereed.
Mede dankzij het spoor krabbelde de Zuiderzeestad weer op uit een
zeer diep dal In de zeventiende eeuw telde Enkhuizen namelijk zo'n
28.000 inwoners. Daarmee was het destijds de vierde stad in Holland,
veel groter dan bijvoorbeeld Rotterdam , Dordrecht of Den Haag.
Maar rond 1850 was dit aantal dramatisch teruggelopen tot amper
5000 zielen. Inmiddels telt Enkhuizen net geen 18.000 inwoners.
Dat zijn er natuurlijk veel meer dan zo'n 150 jaar geleden, maar
bij lange na niet het inwoneraantal dat de stad rond 1625 had.

|
|