| |
EMMEN
| | |
Afkorting: | Emn |
Maatschappij: | Nederlandse
Spoorwegen (NS) |
Architect: | C.
Douma | Bouwjaar:
| 1965 | Baanvak:
| Zwolle-Emmem | | |
| |
Al sinds
jaar en dag is het Drentse Emmen het eindpunt van de regionale spoorlijn vanuit
Zwolle. Emmen, ooit een klein dorpje, groeide in de twintigste eeuw uit tot de
grootste gemeente van Drenthe. Aanvankelijk werd die veroorzaakt door de turfwinning
in de omgeving, waardoor plaatsen als Klazienaveen en Nieuw Weerdinge ontstonden.
Vanaf de jaren vijftig van de twintigste eeuw maakt Emmen zelf enorme ontwikkelingen
door , dankzij de vele industrieën, die zich juist hier vestigden. Zowel
de tufwinning als een groot deel van de industrie zijn inmiddels verdwenen, het
gebied is tegenwoordig aangemerkt als "anticipeerregio"
Emmen
kent een zeer lange geschiedenis,. De hunebedden in het gebied herinneren aan
het feit dat hier al zeker vijf eeuwen geleden werd gewoond, geleefd en gestorven.
Het dorp Emmen bestaat uiteraard veel minder lang, maar kent desondanks een historie
die bijna negen eeuwen beslaat. Emmen ontstond ooit als brinkdorp, waar eeuwenlang
de landbouw de belangrijkste bron van bestaan was. Vanaf het midden van de negentiende
eeuw komt de grootschalige vervening op gang. Voor het dorp Emmen veranderde er
aanvankelijk niet zo veel, maar door het ontstaan van de diverse veenkoloniën
groeide het inwonertal van de ook toen al uitgestrekte gemeente wel flink. Aan
het begin van de twintigste eeuw wordt Emmen aangesloten op het spoornet, dankzij
de aanleg van een lokaalspoorlijn tussen Zwolle en Stadskanaal. Deze spoorverbinding
werd aangelegd door de Noordoosterlocaalspoorweg-Maatschappij (NOLS), die in noordoost
Nederland een tamelijk omvangrijk netwerk bouwde. Naast de lijn Zwolle-Emmen-Stadskanaal
kwam er ook een spoorverbinding tussen Almelo en Mariënberg, tussen Assen
en Gasselternijveen, tussen Stadskannal en Zuidbroek en van Zuidbroek naar Delfzijl.
De initiatiefnemer van dit spoornetwerk was de Winterswijkse industrieel Jan Willink
(jazeker, die van de Twents/Achterhoekze GOLS-spoorlijnen!), die zijn bestaande
netwerk verder wilde uitbreiden met een eigen spoorverbinding naar Delfzijl. De
sterk opkomende textielindustrie zou hierdoor een (min of meer) directe route
naar deze noordelijke zeehaven krijgen. Het eerst kwam in 1903 het spoor tussen
Zwolle en Ommen gereed, in het najaar van 1905 was de lijn tot Stadskanaal gevorderd
en kreeg ook Emmen haar eerste station. Het laatste stuk tussen Stadskanaal en
Delfzijl, via Veendam en Zuidbroek zou pas in 1910 worden voltooid. Jan Willink
maakte de totstandkoming van de NOLS-lijnen trouwens niet meer mee. Hij stierf
in 1896, ver voordat de bouw ervan begon. Het eerste station van Emmen werd
in 1905 in gebruik genomen. Het bijbehorende stationsgebouw was een typisch NOLS-gebouw,
ontworpen door E. Cuypers (een neef van de beroemde bouwmeester P.J.H. Cuypers)
en was van hetzelfde type zoals nu nog in het Sallandse Mariënberg is aan
te treffen. Een relatief groot gebouw, zeker gezien de grootte van het dorp Emmen
destijds. In de eerste jaren van haar bestaan gaat het goed, mede dankzij de aanleg
van enkele aanvullende tramlijnen. Maar in de jaren dertig van de twintigste eeuw
gaat het mis en wordt zelfs gedreigd met het opheffen van alle NOLS-lijnen. Belangrijkste
oorzaken waren de economische crisis en de opkomst van de bus. Met name die economische
crisis kwam in het zuidoosten van Drenthe extra hard aan, door de sterk afgenomen
vraag naar turf was de werkloosheid in dit deel van het land enorm. Van de spoorverbinding
tussen Zwolle en Stadskanaal bleef alleen het deel tussen Zwolle en Emmen open
voor het reizigersvervoer. Het gedeelte tussen Emmen en Gasselternijveen sloot
in 1938. Op dat traject speelden zich tijdens de Tweede Wereldoorlog nogal merkwaardige
taferelen af. Nadat aan het begin van de oorlog de lijn weer enkele maanden voor
reizigersvervoer in gebruik was geweest werd aan het einde van diezelfde oorlog
in opdracht van de Duitse bezetter het spoor tussen Emmen en Gasselternijveen
opgebroken, zodat het vrijgekomen ijzer voor andere doeleinden kon worden gebruikt.
Maar men krijgt al heel snel spijt van deze beslissing en werd het traject weer
van rails voorzien. Er werden zelfs weer even passagiers vervoerd. Overigens niet
voor lang, in 1946 werd het spoor tussen Weerdinge en Buinen wederom opgebroken
en nu voorgoed. Een jaar later viel ook het doek voor de tramlijnen...
|
Boven:
Het huidige stationsgebouw van Emmen kwam in 1965 gereed en was een ontwerp van
architect C. Douma. Het valt vooral op door haar bijzondere dakconstructie, waardoor
het lage gebouw wat meer volume krijgt. Douma zou dit later nog eens toepassen
bij het stationsgebouw van Gorinchem. Deze foto werd al in 2007 gemaakt, de kleurstelling
ban het gebouw is inmiddels behoorlijk gewijzigd. Ook is het NS-logo allang verdwenen,
datzelfde geldt uiteraard ook voor het oude NS-restaurant logo... .
. Onder:
Station Emmen is al sinds mensheugenis het eindpunt van de spoorlijn uit Zwolle,
maar dat is niet altijd het geval geweest. Oorspronkelijk liep het spoor vanuit
Emmen via Weerdinge, Buinen em Gasselternijveen door naar Stadskanaal. Van dat
vroegere spoor resteert nog slechts een klein stukje van enkele honderden meters.
Overigens schijnt Emmen over enkele jaren een treinverbinding met het Duitse Rheine
te krijgen... .
| |
| | | | Onder:
Het eerste stationsgebouw van Emmen was een typisch NOLS-gebouw van het type 2e
klasse en was een ontwerp van E. Cuypers. Het gebouw was nagenoeg identiek aan
van station Mariënberg. Het grootste verschil was dat bij dit gebouw de goederenloods
aanzienlijk groter was. Helaas kreeg het Emmense stationsgebouw al snel met vochtproblemen
te maken, waardoor het een dikke pleisterlaag kreeg. Deze ansichtkaart werd aan
het begin van de jaren zestig uitgegeven, een tijdsbeeld dat mede door de klassieke
Peugeot wordt bepaald. Op de achtergrond is nog net de (toen nog) nieuwe Van Gend
en Loos-loods te zien... .
(Ansichtkaart)
| Onder:
Even ten zuiden van het stationsgebouw, nabij de Boslaan, stond deze unieke watertoren.
Het "reservoirgebouw", zoals de NOLS het bouwwerk noemde, werd gelijktijdig
met het eerste station gebouwd en heeft tot ongeveer 1957 dienstgedaan. Kort hierna
werd het afgebroken. Op deze plek ligt nu het uiteinde van het eerste perron.
De foto werd waarschijnlijk vanaf de overweg in de Boslaan gemaakt, de huizen
op de achtergrond staan er nog altijd... .
| | | | | Onder:
Schuin tegenover het station was het tramstation van de EDS. Vanuit Emmen reden
trams naar Erm en naar Ter Apel. De tramverbinding werd in 1909 in gebruik genomen
en hield het uit tot 1947. Het stationsgebouw bleef daarna nog in gebruik bij
de busmaatschappij, tot het aan het einde van de jaren zeventig door brand werd
verwoest. Op deze plek staat nu een onooglijk kantoorpand
.
(Ansichtkaart) | Onder:
Het is anno nu haast niet voor te stellen, maar zo zag Emmen er zo'n 125 jaar
geleden uit. Een eenvoudig plattelandsdorpje, dat -anders dan veel andere plaatsen
binnen de gemeente Emmen- niet als veenkolonie maar als brinkdorp is ontstaan.
Er is zelfs een tijd geweest dat het naburige Roswinkel (ook een brinkdorpje)
groter was. Vanaf de jaren vijftig van de twintigste eeuw maakte Emmen een enorme
groei door en groeide het uit tot een stad van bijna 60.000 inwoners. Nog altijd
is het na Assen de grootste plaats van Drenthe... .
(Ansichtkaart)
| | | | | Onder:
Wie aan de omgeving van Emmen denkt, zal waarschijnlijk als eerste aan de turfwinning
denken. Turf werd gedurende lange tijd gebruikt als brandstof, onder andere in
de kachels thuis. Het is in feite gedroogd veen en werd -onder andere- in noordoost
Nederland gewonnen, in het oosten van Groningen, Zuidoost Drenthe en het noorden
van Overijssel. In die gebieden lag één groot, aaneengesloten veengebied,
dat het "Bourtangemoeras" werd genoemd. Op de foto is een stapel turven
op een kruiwagen te zien. De foto werd gemaakt in een veenmuseum nabij Vriezenveen,
aan de zuidelijke rand van het genoemde veengebied... .
| | | | |
versie: 31-03-2021 |