| |
BEILEN
| | |
Afkorting: | Bl |
Maatschappij: | Nederlandse
Spoorwegen (NS) | Type: | vereenvoudigd
Standaardtype Douma (groot) | Architect: | C.
Douma | Bouwjaar:
| 1970 | Baanvak:
| Meppel-Assen | | |
| |
Aan het begin van de
jaren zeventig heerste bij de NS de opvatting dat bij een modern spoorbedrijf
geen negentiende eeuwse stationsgebouwen pasten, "de negentiende eeuwse jas
moest zo snel mogelijk worden uitgetrokken". (citaat: C. Douma). Kort nadat
de toenmalige Rijksdienst voor de Monumentenzorg een aantal stationsgebouwen op
de monumentenlijst had geplaatst werd een plan opgesteld, waarbij vooral de kleinere
stationsgebouwen versneld diende te worden gesloopt, eventueel te vervangen door
een nieuw gestandaardiseerd stationsgebouwtje. Voor de wat grotere stations werd
een nieuwe, vereenvoudigde versie van het Standaardgebouw Douma ontworpen. Mede
als gevolg van de belabberde financiële situatie bij de NS werd de "Plint"
te duur en te luxueus beschouwd. Van deze vereenvoudigde versie werden tussen
1973 en 1980 niet minder dan 18 exemplaren gebouwd. Het allereerste exemplaar
werd echter al in 1970 opgeleverd . Het Drentse Beilen kreeg de primeur. Beilen
is de hoofdplaats van de gemeente Midden Drenthe en telt tegenwoordig ruim 11.000
inwoners. Het ligt ingeklemd tussen de snelweg A-28 en de spoorlijn Meppel-Groningen,,
twee verkeersaders die -uiteraard- essentieel gebleken zijn voor het huidige Beilen.
Het dorp ontstond ergens in de twaalfde eeuw, al blijkt uit opgravingen dat dit
gebied al in de prehistorie werd bewoond. Het is een relatief jong dorp, bij een
grote brand in het jaar 1820 werd Beilen nagenoeg geheel verwoest. De Stefanuskerk
was één van de weinige gebouwen dat gespaard bleef en is zo'n beetje
het enige gebouw van vóór 1800. Rondom deze kerk ontstond feitelijk
een nieuw dorp, dat vooral aan het einde van de negentiende en het begin van de
twintigste eeuw enorme ontwikkelingen doormaakte. Die groei was te danken aan
de aanleg van diverse land- en waterwegen, maar bovenal dankzij de komst van het
spoor. Beilen kreeg in 1870 haar eerste station, gelijktijdig met de ingebruikname
van de spoorlijn Meppel-Groningen. Deze spoorlijn was één van de
staatslijnen (in dit geval Staatslijn C), die tussen 1863 en 1872 van overheidswege
werden aangelegd. Dit betekende dat het eerste stationsgebouw van Beilen een standaardgebouw
was, en wel één van het wat grotere type 5e klasse, waarvan er trouwens
slechts negen zijn gebouwd. Aanvankelijk was het station een succes. Het zorgde
mede voor een snelle groei van het dorp en dankzij het spoor ontstond pal voor
het station een grote zuivelfabriek. Maar het station stond ook erg afgelegen,
enkele honderden meters ten zuiden van het dorp, dat zich juist in noordelijke
richting ging uitbreiden. Wellicht was dit één van de redenen waarom
dit station, samen met de in dezelfde toenmalige gemeente gelegen stations Wijster
en Hooghalen, in 1938 werd gesloten. De sluiting van station Beilen werd echter
nog geen twee jaar later teruggedraaid, kort na de Duitse inval in ons land. Het
is zeker niet ondenkbaar dat de heropening van het station in opdracht van de
Duitsers gebeurde. Ook het station van Hooghalen werd tijdelijk weer heropend,
maar dat had haar eigen duistere redenen... |  Boven:
Het huidige stationsgebouw van Beilen is een sterk vereenvoudigde versie van Standaardgebouw
type Plint, zoals eerder onder andere gebouwd in Schagen en Etten-Leur, en werd
eveneens door architect C. Douma ontworpen. Vooral aan de perronzijde lijken de
twee typen gebouwen nog sterk op elkaar, al vallen de twee forse liggers -die
bij dit gebouw zo kenmerkend zijn- wel meteen op/ Wat ook opvalt is dat het gebouw
niet meer op perronhoogte staat, de verhoging naar het eerste perron is aan de
linkerkant te zien. Op de achtergrond torent de zuivelfabriek van FrieslandCampina
hoog boven het stationsgebouw uit. Deze fabriek begon ooit onder de naam Drentse
OnderMelk Organisatie (DOMO) en werd in 1938 opgericht voor de verdere verwerking
van ondermelk (melk waaruit het vet is gehaald). Tegenwoordig wordt hier melkpoeder
gefabriceerd, voornamelijk in de vorm van babyvoeding. Hoewel het personeelsbestand
in de afgelopen jaren drastisch is gereduceerd is het nog altijd één
van de grootste werkgevers van Beilen. De metershoge letters DOMO, die vroeger
al van ver waren te zien, zijn helaas onlangs verwijderd. .
|
| | | | Onder
(beide afbeeldingen): Het eerste stationsgebouw van Beilen was ook al een standaardgebouw,
en wel een zogenoemd Waterstaatgebouw van het wat grotere type 5e klasse. Daarvan
zijn er in totaal negen gebouwd. Allen waren gebouwd langs de spoorlijnen Deventer
- Zwolle - Leeuwarden en Meppel - Groningen. Geen van deze gebouwen is bewaard
gebleven, het laatste exemplaar (die van het voormalige station Wirdum ging in
1983 tegen de vlakte. De afbeeldingen hieronder laten het oude stationsgebouw
van Beilen zien. De foto links toont het gebouw zoals het er vlak voor de sloop
uitzag, helemaal aan de linkerkant is nog net het uitkragende dak van het nieuwe
station zichtbaar. De ansichtkaart aan de rechterkant werd vermoedelijk rond 1930
uitgegeven. Merk op dat de smalle, enkelzijdige perrons -kenmerkend voor veel
negentiende eeuwse Staatsspoor stations- er toen ook al waren... .
| | | | | | | | | | | Boven
(links en rechts) en onder: Het vroegere station van Hooghalen (linksboven)
bevond zich zo'n 6,5 kilometer ten noorden van Beilen. Dit station -dat ook in
de toenmalige gemeente Beilen stond- werd ook in 1870 als eenvoudige halte in
gebruik genomen, omstreeks 1880 kreeg het een bescheiden stationsgebouwtje. In
1938 werd de halte opgeheven, maar werd in 1942 door de Duitsers tijdelijk heropend.
Vanaf dat jaar begonnen de deportaties naar het Durchgangslager Westerbork, later
vanuit datzelfde kamp naar de concentratie- en / of vernietigingskampen. Aanvankelijk
moesten de gevangenen de circa vijf kilometer lange route tussen het station en
het kamp lopen, maar nog datzelfde jaar kreeg het kamp haar beruchte spooraansluiting.
Die spoorlijn moest door de gevangenen worden aangelegd, ze sloot even ten noorden
van het vroegere station Hooghalen aan op het bestaande spoor. Vrijwel direct
na de oorlog werd het kampspoor opgebroken. Tegenwoordig is het tracé van
het vroegere spoor duidelijk herkenbaar, zoals bij het Landgoed Grote Zand (rechtsboven).
Langs de route staan meer dan honderd bielzen, elk exemplaar staat symbool voor
een transport vanuit Westerbork. Het tracé eindigt bij het originele stootblok
(onder), die aan de linkerkant is te zien. Dit is dus niet het bekende
stootjuk, dat onderdeel is van het Nationaal Monument Westerbork. Het vroegere
haltegebouwtje in Hooghalen werd overigens aan het begin van de jaren zestig gesloopt.
De plek waar deze gestaan heeft is makkelijk terug te vinden. Toen het spoor aan
het begin van de jaren vijftig werd geëlektrificeerd werd pal naast het gebouwtje
een onderstation gebouwd, deze staat nog altijd op dezelfde plek... .
|
| | | | | |
versie: 23-08-2021 |