Venlo is één van de steden
die in de Tweede Wereldoorlog zwaar werden gebombardeerd. Daarbij
ging een groot deel van de historische binnenstad verloren. Ook
het oude station uit 1872 werd daarbij zwaar beschadigd. Na de oorlog
werd de spoorbaan hersteld en werd het station opgelapt. In
het midden van de jaren vijftig wordt de spoorbaan door Venlo opgehoogd.
Dit is tevens de aanleiding voor de bouw van nieuwe station. De
spoorlijn naar Strälen (Duitsland) was al in de jaren dertig
buiten gebruik geraakt en werd opgebroken. Op de plaats van de voormalige
spoorlijn werd een brede laan aangelegd. Door het wegvallen van
deze verbinding kon het nieuwe station een paar honderd meter in
noord-westelijke richting worden opgeschoven. Daardoor kwam het
veel dichter bij het centrum te liggen.
Het stationsgebouw bestaat uit een hoge stationshal
met een brede zijvleugel en een hoge klokkentoren. De hal lijkt
groter dan hij in werkelijkheid is. Dit komt doordat de stationshal
wat hoger ligt dan op straatniveau, namelijk op perronniveau. Maar
ook de grote luifel boven de ingang versterkt dit effect. Omdat
Venlo een belangrijk grensstation is krijgt het uitgebreide Douane-faciliteiten.
De Douanekantoren zijn gevestigd in de linkervleugel, die daardoor
vrij breed werd. Aan de perronzijde vallen de perronkappen op, die
in de zelfde stijl als de ingangsluifel zijn gebouwd. Grappig detail:
De spanten van deze perronluifels lopen tussen het eerste en het
tweede perron door en vormen zo de portaalliggers van de bovenleiding.
|