Het
eerste station van 's-Hertogenbosch stond ongeveer ter hoogte van
het huidige Emmaplein. Het werd in 1868 in gebruik genomen. Twee jaar
later kwam de Maasbrug bij Hedel gereed en kon de lijn vanuit Utrecht
worden doorgetrokken. Vanaf 1881 werd 's Hertogenbosch een spoorwegknooppunt
toen de lijn naar Nijmegen in gebruik werd genomen. Als negen jaar
later daar ook nog de lijn naar Lage Zwaluwe (de "Halve Zolen-lijn")
bijkomt, wordt duidelijk dat er een nieuw station moet komen. Doordat
laatstgenoemde lijn in een moerasachtig gebied werd aangelegd, moest
deze op een hoge spoordijk komen te liggen. Daardoor moest in 's-Hertogenbosch
het complete emplacement worden verhoogd. Men maakte daarbij van de
gelegenheid gebruik om het emplacement én station naar een
gunstiger plek te verplaatsen.
Het nieuwe station wordt ten zuiden van het oude gebouwd, vlakbij
de splitsing van de spoorlijn naar Lage Zwaluwe. Het werd één
van de laatste stations waarbij een gerenommeerd architect werd ingehuurd.
Ed. Cuypers -inderdaad, een neef van P.J.H. Cuypers- tekende ditmaal
voor het ontwerp. Zoals wel vaker gebeurde stonden ook nu weer de
basisvorm (een middendeel met twee lange zijvleugels, elk met een
eindgebouw) en het formaat (gevellengte 124 meter) al bij voorbaat
vast.
Het stationsgebouw werd ongeveer gelijktijdig met dat van Groningen
ontworpen. Of Cuypers met een schuin oog naar zijn college èn
stadsgenoot Gosschalk heeft gekeken is niet bekend, maar het stationsgebouw
lijkt in een aantal opzichten op het Groningse ontwerp dat overigens
nooit gebouwd werd. Zo heeft het middendeel ook een groot halfrond
venster en zijn de eindgebouwen van torentjes voorzien. Maar er zijn
ook grote verschillen. In tegenstelling tot Gosschalk voorzag Cuypers
het middendeel wèl van forse hoektorens.
Tegen het rechter eindgebouw stond een opvallende hoge schoorsteen.
In het eindgebouw heeft namelijk één of meerdere stoommachines
gestaan die, onder andere, voor de elektrische verlichting zorgde.
|
|