Het Weertse station werd, evenals alle andere
stations langs de spoorlijn Eindhoven-Weert, ontworpen door G.W.
van Heukelom. Het bestaat uit een wat merkwaardig vormgegeven stationsgebouw
en een hooggelegen eilandperron, met daarop twee perrongebouwen
onder een lange perronoverkapping. Het stationsgebouw is relatief
klein. Voor de reizigers is er dan ook alleen een hal met loketten
en een tunnel naar het perron. De rest van het stationsgebouw bestond
in de oorspronkelijke opzet uit dienstruimten, een bagage afdeling
en woonruimten. De wachtkamers en het restaurant waren, zoals bij
zoveel andere grotere stations uit die tijd, in de perrongebouwen
te vinden.
Het eerste dat opvalt aan het station is de positie van het stationsgebouw
ten opzichte van het perron. Het staat namelijk fors uit het midden,
aan de oostkant van het perron, zo'n beetje bij het einde van de
perronoverkapping. Oorzaak hiervan is de al eerder genoemde verkeerstunnel,
die onder het emplacement en het perron doorloopt. Het stationsgebouw
staat dan ook letterlijn een beetje klem aan een druk kruispunt
en staat pal naast de onderdoorgang, die ook nog eens de spoorbaan
onder een schuine hoek doorkruist. Dit alles is dan ook duidelijk
van invloed geweest op de vormgeving van het gebouw. De ingang en
de stationstoren vormen -min of meer- de voorgevel, terwijl de lange
zijden van het gebouw de zijgevels zijn. Het gebouw is in feite
dus een kwartslag gedraaid. De ingang, de stationshal en de perrontunnel
zijn dan ook allemaal in het westelijke deel van het stationsgebouw
te vinden. Op die manier werd de loopafstand tussen de stationshal
en de wachtkamers op het perron zo kort mogelijk gehouden. Bovendien
ontstond er zo ook nog wat ruimte voor een klein stationspleintje.
De ingangsgevel -een echte voorgevel kan men het niet echt noemen-
staat overhoeks, dat wil zeggen: onder een hoek van 45 graden ten
opzichte van de overige gevels. De gevel heeft een opvallende klokgevel-achtige
vorm. Zo'n gevel paste Van Heukelom ook toe bij het stationsgebouw
van Geldrop, dat hij ongeveer tegelijkertijd met dat van Weert ontwierp
maar wat eerder gereed kwam. De ingang zelf wordt duidelijk gemarkeerd
door twee grote dubbele deuren, die nog ouderwets naar binnen openslaan.
Boven de ingang is een luifel en daar weer boven is een balkon aangebracht.
Dankzij de kenmerkende klokgevel boven de twee grote toegangsdeuren
is de ingang een opvallend element van het stationsgebouw. Maar
de grootste blikvanger is ongetwijfeld de hoge stationstoren. Door
de vorm en door de hoge spits lijkt deze toren zo van een kerkgebouw
afkomstig te zijn, maar -opmerkelijk genoeg- heeft de toren geen
uurwerken. Op de plaats waar men deze zou verwachten prijkt het
(oude) stadswapen van Weert. Zou Van Heukelom hiermee duidelijk
willen maken dat dit toch echt een stationstoren is..?
In het oostelijke deel van het stationsgebouw en in de lage vleugel
bevond zich oorspronkelijk de bagage-afdeling. Op de bovenverdieping
van het hoge bouwdeel zijn twee dienstwoningen, elk met een eigen
balkon en eigen voordeur met daarboven een luifel. Het stationsgebouw
is trouwens rijkelijk voorzien van luifels, want ook boven de uitgang,
boven de ingang van de bagage afdeling en boven de laadperrons (langs
de straatzijde en langs de oostgevel van het gebouw) zijn deze aangebracht.
De perrongevel is aanzienlijk soberder uitgevoerd. Dat is niet zo
vreemd, de onderste verdieping verdwijnt hier namelijk al geheel
in de spoordijk. Alleen de bovenverdieping en het dak van het hoge
bouwdeel, en uiteraard ook de toren, zijn vanaf het perron goed
te zien. Nu moet er wel bij gezegd worden dat het stationsgebouw
aan deze kant grotendeels schuil ging achter het vele groen, dat
in de loop van de jaren op de spoordijk was gegroeid. Enkele jaren
geleden werden de struiken (en zelfs een enkele boom) verwijderd,
waardoor het gebouw nu wat beter tot haar recht komt. Juist aan
deze kant van het gebouw valt de bijzondere vorm van het dak op.
Het is een zogenoemd gewelfd schilddak dat is afgeknot. Langs de
onderkant zijn de dakdelen wat vlakker, naar boven toe worden deze
wat steiler. Het dak is in het midden van het gebouw plat (afgeknot),
dit is vooral vanaf de oostzijde van het perron goed te zien. Langs
de rand van dit deel van het dak staan vijf opvallende schoorstenen,
drie stuks aan de perronzijde en twee aan de straatzijde van het
gebouw. Op het dak zijn zes fraaie dakkapellen, met een opvallende
gebogen lijst langs de bovenrand, aangebracht. Een zevende dakkapel
is te vinden op het dak van de lage vleugel.
|
|