|  
             Het emplacement van het station van Weert 
              is vrij smal en vooral behoorlijk langgerekt. Ook de plattegrond 
              is opvallend: het heeft de vorm van een gekantelde letter "B", 
              met twee bredere delen en daar tussenin een aanzienlijk smaller 
              gedeelte. Het breedste deel is het gedeelte dat tussen de brug over 
              de Zuid-Willemsvaart en het station ligt. Oorspronkelijk was dit 
              het goederen- en rangeeremplacement. Op dit terrein waren diverse 
              laad/losplaatsen en er was een hoog laadperron, dat er overigens 
              nog altijd ligt. Ook stond hier een grote goederenloods. Door de 
              opmerkelijke dakvorm had deze -in 1914 gebouwde loods- wel wat weg 
              van een grote boerderij. Helaas ging de loods in 2003 tegen de vlakte. 
              Het goederenvervoer in Weert was toen al enige jaren verleden tijd, 
              maar opmerkelijk genoeg bleef dit deel van het emplacement nagenoeg 
              intact. Jarenlang maakten de sporen een verlaten en wat overbodige 
              indruk, maar in 2009 werd er ineens weer volop gerangeerd. Gedurende 
              dat jaar werd op het terrein diverse terzijde gesteld materieel 
              geparkeerd, in afwachting van sloop. Gedurende de eerste maanden 
              van 2009 waren dit een stuk of 18 intercityrijtuigen, in de maanden 
              daarna stonden er niet minder dan 22 treinstellen "Mat 64" 
              (zowel plan-T als plan-V) geparkeerd! Al die tijd werd het terrein 
              permanent bewaakt om vandalisme te voorkomen. De (meeste?) treinstellen 
              en rijtuigen zijn inmiddels overgebracht naar Zwolle of Nijmegen, 
              of zijn al gesloopt. 
              Het oostelijke deel van het emplacement is het andere brede deel 
              en lag tussen het station en de Maaseikerweg.  
              Lag, want dit deel van het emplacement is inmiddels nagenoeg verdwenen. 
              Hier bevond zich het depot en het bijbehorende tractieterrein. Het 
              depot bestond uit een locomotievenloods met daar aangebouwd een 
              werkplaats en een hoog dienstgebouw. Het tractieterrein bestond 
              verder uit een kolenopslag, een draaischijf, waterkolommen en een 
              opvallend hoge watertoren. Aan de rand van het terrein, achter het 
              depot, had de opzichter een dienstwoning. 
              De locomotievenloods was uniek in haar soort. Qua constructie was 
              het onmiskenbaar een kleinere en eenvoudiger versie van de locomotievenloods 
              in Roosendaal. Ook bij deze loods werd de basis gevormd door de 
              - zo kenmerkende - vakwerk kniespanten en had het eveneens een getrapt 
              dak, dat overigens wel veel eenvoudiger van vorm was. Het grote 
              verschil met de longitudinale (rechthoekige) loods in Roosendaal 
              was dat de locomotievenloods in Weert een polygonale loods was. 
              Deze loods kende vijf standen.  
              Als depot heeft het niet lang dienstgedaan. Na amper 11 jaar werd 
              het depot in 1925 alweer opgeheven. De ontmanteling van het terrein 
              begon echter pas ver na de Tweede Wereldoorlog. Aan het begin van 
              de jaren zestig waren alleen nog de locomotievenloods (met werkplaats 
              en dienstgebouw) en de opzichterswoning overgebleven. Nadat de locomotievenloods 
              haar oorspronkelijke functie verloor heeft het nog jarenlang dienstgedaan 
              als oefenruimte bij de afdeling bedrijfszelfbescherming. In 1993 
              werd de unieke loods gesloopt, pogingen om het gebouw op de monumentenlijst 
              te krijgen en een passende herbestemming ervoor te vinden mochten 
              jammer genoeg niet meer baten. Overigens waren in er in diezelfde 
              tijd ook plannen om die andere unieke locomotievenloods uit de weg 
              te ruimen, maar -zoals bekend- is dit gelukkig nooit gebeurt. Maar 
              dit even terzijde
  
              Met het verdwijnen van de locomotievenloods kwam er ook een einde 
              aan het bestaan van dit deel van het emplacement, dat -op een enkel 
              spoortje na- inmiddels is opgebroken. Wat rest zijn de contouren 
              van het emplacement en de personeelswoning, dat nog altijd aan de 
              meest oostelijke rand van het emplacement, aan het Drakesteyn staat. 
              Tussen de twee bredere delen is het emplacement aanzienlijk smaller. 
              De vermoedelijke reden hiervan is een verkeerstunnel, dat onder 
              het emplacement ligt. De tunnel werd gelijktijdig met het emplacement 
              aangelegd, en is -net als de rest van het station- een rijksmonument. 
              Omdat tunnels in die tijd nog niet verlicht werden werd de tunnel 
              zo kort mogelijk gehouden. Het emplacement is hier dan ook het smalst. 
              Een lichtschacht, in het midden van de tunnel, zorgde voor wat extra 
              daglicht. Deze schacht prikt dwars door het perron heen en het geeft 
              daarvandaan dan ook een aardig inkijkje in de tunnel. Als lichtschacht 
              heeft het overigens nauwelijks nog een functie, de tunnel is al 
              decennialang voorzien van elektrische verlichting. 
              Opmerkelijk genoeg kruist de tunnel het emplacement niet loodrecht, 
              maar onder een hoek van zo'n 70 graden. Deze schuine ligging is 
              bepalend geweest voor de lay-out van het station, dat zich eveneens 
              op dit smalle deel van het emplacement bevindt. 
           | 
           
            
           |