| |
VEENENDAAL
- DE KLOMP
Afkorting: | Klp |
| Maatschappij: | Nederlandse
Spoorwegen (NS) | Architect: | C.
Douma | Bouwjaar:
| 1962 | Gedeeltelijke
sloop: | 2011 |
Baanvak: | Utrecht-Arnhem |
Bijzonderheid: | Staat
grotendeels in de provincie Gelderland en deels in de provincie Utrecht | | |
| |
Dit station
is één van de drie stations dat de naam Veenendaal draagt en is
qua reizigersaantallen veruit de grootste van de drie. Het verwerkt dagelijks
zelfs meer reizigers dan de beide andere Veenendaalse stations (Centrum en West)
bij elkaar opgeteld. En dat terwijl het station niet eens in de gemeente Veenendaal
staat. Sterker nog: voor het overgrote deel staat het station niet eens in de
provincie Utrecht! Station Veenendaal - de Klomp staat in het dorpje De Klomp,
een plaatsje van nog geen vijfhonderd inwoners dat tot de Gelderse gemeente Ede
behoort. Het was ooit het allereerste station van Gelderland en heeft een geschiedenis
die teruggaat tot 1845. Maar al voor de komst van het spoor was in deze omgeving
al een stopplaats voor diligences, waar de paarden werden gewisseld, Ook was er
een herberg. Het station ligt aan de "Rhijnspoorweg", de spoorwegverbinding
tussen Amsterdam en het Duitse Elten, via Utrechr, Arnhem en Zevenaar. Het werd
in het voorjaar van 1845 in gebruik genomen, gelijktijdig met het spoor naar Utrecht.
Er werd toen al volop gewerkt aan het gedeelte naar Arnhem, dat nog in datzelfde
jaar gereedkwam. Gedurende die lange tijd is het station zeker drie keer van naam
veranderd. De halte -van een echt station was aanvankelijk nog nauwelijks sprake-
begon ooit onder de naam Veenendaal, dat toen nog een kleine, maar wel opkomende
industrieplaats was. Deze werd in 1886 gewijzigd in Veenendaal - de Klomp, nadat
het dorp een eigen, beter gelegen station had gekregen. Kennelijk zorgde die naam
nogal eens voor verwarring, want in 1918 werd deze gewijzigd in simpelweg De Klomp.
Toen na de Tweede Wereldoorlog het station in Veenendaal werd opgeheven kreeg
station De Klomp haar "oude" naam weer terug. Dat bleef ook zo toen
Veenendaal en Rhenen weer opnieuw in het spoorwegnet werden opgenomen. Een echt
stationsgebouw was er in die begintijd niet, in feite deed een wat groot uitgevallen
dienstwoning als zodanig dienst. De Nederlandsche Rhijnspoorweg Maatschappij (NRS),
van wie de spoorlijn was, sprak zelf over een "directiekeet". Overigens
werd die "keet" in de loop van de tijd wel uitgebreid en uitgebouwd,
zo kwamen er betere wachtruimten en meer ruimten voor het personeel. In 1924 werd
aan de perronzijde een grote uitbouw geplaatst, waar vanuit de seinen en wissels
werden bediend. Die erker vormde ook de basis voor het huidige, tweede stationsgebouw.
Nadat het oorspronkelijke bouwwerk tijdens de tweede wereldoorlog zwaar beschadigd
was geraakt werd deze aanvankelijk nog provisorisch opgelapt. Maar aan het begin
van de jaren zestig was de tijd rijp voor een nieuwe accommodatie. Deze werd ontworpen
door de toen nog jonge architect C. Douma. Het was de eerste van een zeer lange
reeks stations die deze architect gedurende een periode van een kwart eeuw zou
gaan ontwerpen. Nu gaat het verhaal dat Douma bij het tekenen van dit specifieke
gebouw zou zijn geassisteerd door K. van der Gaast, of dit echt waar is heb ik
niet kunnen achterhalen. Wel een feit is dat het gebouw ontstond in een periode
dar de NS moest bezuinigen. Wellicht was dit dan ook de reden waarom die uitbouw
bewaard moest blijven. Het gebouw is eenvoudig van opzet en bestaat uit twee delen;
aan de rechterkant het hoofddeel met daarin de loketruimte en wachtgelegenheid.
Dit bouwdeel valt aan de buitenzijde vooral op door de forse gemetselde schoorstenen,
en het brede dak. Het lagere en iets smallere deel was oorspronkelijk een goederenloods
en was ooit veel langer dan nu het geval is. Het vernieuwde station werd eind
1962 in gebruik genomen. In de jaren daarna onderging het station nog wat
wijzigingen. Zo werd in het midden van de jaren zestig het emplacement sterk vereenvoudigd
en verviel aan het begin van de jaren zeventig de bediening van de seinen en wissels
vanuit het stationsgebouw. Toch had het station gedurende lange tijd een nogal
onopvallend bestaan, waarbij het voornamelijk door stoptreinen werd aangedaan.
Vanaf het einde van de jaren negentig gingen er ook sneltreinen stoppen. Het bleek
de opmaat naar een forse opwaardering van station, aan het begin van deze eeuw.
Overigens werd in diezelfde tijd de loketfunctie opgeheven en kwam het gebouw
deels leeg te staan
Als eind 2006 de dienstregeling voor het daaropvolgende
jaar volledig op de schop gaat krijgt station Veendaal-de Klomp veel meer treinverkeer
te verwerken. Vanaf dat moment gaan tussen Utrecht en Arnhem in beide richtingen
vier intercity's per uur rijden , waarvan er twee op dit station gaan stoppen.
In de jaren ervoor was het station hier al op voorbereid. Zo werden de perrons
verlengd en in het vroegere plaatskaartenkantoor kwam een Kiosk. Het aantal parkeerplaatsen
werd eveneens fors uitgebreid en het station kreeg een P&R - status. Ook kreeg
de nabijgelegen snelweg A12 een extra afrit met daar aan gekoppeld een rechtstreekse
route naar het station, zodat deze als transferium kan functioneren. De fietsenstalling,
die tot dan toe in de voormalige goederenvleugel zat, kreeg een nieuwe, beter
zichtbare plek naast het stationsgebouw. dit betekende echter wel het einde van
een aanzienlijk deel van datzelfde gebouw, in 2011 werd namelijk de vleugel grotendeels
gesloopt. En dan is er -tot slot- nog iets opmerkelijks; ondanks het feit dat
er tegenwoordig uitsluitend intercity's stoppen is het officieel geen intercitystation... |
. Boven
en onder: Station Veenendaal - de Klomp is het oudste station van Gelderland,
al kwam het huidige stationsgebouw pas in het najaar van 1962 gereed. Dit was
ooit het allereerste stationsgebouw van de hand van ingenieur C. Douma. Het bestaat
uit een relatief klein hoofddeel aan de rechterkant en daarnaast een vleugel,
die oorspronkelijk aanzienlijk langer was dan nu het geval is. Aanvankelijk was
dat een goederenloods, later werd het een fietsenstalling. Enige jaren geleden
werd een groot deel van de vleugel gesloopt. Toch is het niet echt een gemis,
om de één of andere reden zijn de verhoudingen nu veel beter geworden... .
| | | | |
| | | | Onder:
Het station, zoals het er een eeuw geleden uitzag. Het toenmalige haltegebouw
leek eerder een fors uitgevallen dienstwoning te zijn. Toch was dit al een hele
verbetering ten opzichte van de beginjaren van het station, toen er niet veel
meer dan een keet stond. Naast het stationsgebouw is een seinhuis te zien. Fat
betekent dat de kaart in ieder geval van vóór 1924 is, in dat jaar
werd de bediening van de seinen en wissels verplaatst naar het stationsgebouw.
Hiertoe werd aan het gebouw een forse erker gebouwd. (zie ook de volgende afbeelding)
Het bouwwerk raakte tijdens de Tweede Wereldoorlog zwaar beschadigd, maar werd
aanvankelijk nog opgelapt. Begin 1962 werd het alsnog gesloopt... .
(Ansichtkaart)
| Onder:
Twee zeer bepalende elementen van het stationsgebouw waren de forse erker, waar
vanuit vroeger de seinen en wissels werden bediend, en de lange, aangebouwde goederenloods.
De erker was nog een overblijfsel van het eerdere stationsgebouw, dat bewaard
bleef en zodoende werd hergebruikt. Die aangebouwde seinpost heeft tot 1972 dienstgedaan,
daarna bleef het nog bijna twintig jaar een deel van het stationsgebouw. De erker
ging aan het begin van de jaren negentig tegen de vlakte. De vroegere goederenvleugel
heeft nog een tijd als fietsenstalling dienstgedaan. In 2011 werd dit deel van
het stationsgebouw grotendeels gesloopt... .
| | | | | Onder:
Het station heeft twee perrons die in een bajonetligging zijn gesitueerd. Deze
foto werd vanaf het eerste perron in oostelijke richting genomen. Dit is het perron
dat deels in de provincie Utrecht ligt, terwijl de rest van het station op Gelders
grondgebied staat. De provinciegrens is trouwens nergens aangegeven, maar is ter
hoogte van het cijferbocht 8 (hier niet zichtbaar). Op de voorgrond zijn twee
brugleuningen te zien. Deze horen bij een onderdoorgang, welke al in 1951 werd
aangelegd. Het linker exemplaar lijkt trouwens nog de originele te zijn... .
| Onder:
Het halletje annex wachtruimte is nog altijd in gebruik. Zonder loket, die werd
(vermoedelijk) al aan het einde van de jaren negentig opgeheven. Het duurde vervolgens
enige tijd totdat de vroegere loketruimte een herbestemming kreeg, maar in 2004
werd er een Kiosk in gevestigd. Die zit er nog altijd, al was het tijdens het
maken van deze foto (op een zondag
) wel gesloten... .
| | | | | Onder:
Een opmerkelijk detail vormen de vertrekseinlichten. Dit is het exemplaar op het
eerste perron (richting Utrecht). Het dubbel uitgevoerde licht staat ergens halverwege
het perron en het is ook nog eens een behoorlijk oud model. Een zelfde situatie
is ook op het andere perron aan te treffen. Helemaal zeldzaam is dit verschijnsel
trouwens niet, ook bij de Amsterdamse stations Amstel en Muiderpoort zijn vertrekseinlichten
op ongebruikelijke plekken geplaatst. .
| Onder:
Pal naast het station staat het monumentale fabriekscomplex van de vroegere "Coöp.
Aankoopvereniging de Klomp en omstreken". Het was ooit een graanmaalderij
en werd in 1937 gebouwd. De fabriek, die in de loop van de tijd werd uitgebreid,
had een eigen spooraansluiting. De rails zijn allang verdwenen en graan wordt
hier ook al een tijd niet meer verwerkt. Het complex, dat een gemeentelijk monument
is, wordt momentheel gebruikt door een bedrijf in sierbestrating. .
|
| |
| |
versie: 14-10-2019 |