|
|
Verder
als goederenstation
Het staken van het reizigersvervoer
op de spoorlijn Zuidbroek-Stadskanaal betekende niet het einde van
het treinverkeer op deze spoorlijn, integendeel zelfs! Voor het
goederenvervoer was de spoorlijn inmiddels een belangrijke verbinding
geworden en zowel Veendam als Stadskanaal werden belangrijke laad-
en losplaatsen. Stadskanaal met name dankzij Philips en Veendam
vooral dankzij de overslag van goederen.
Al voor de Tweede Wereldoorlog was het Veendamse transportbedrijf
Jonker actief in de overslag van goederen op treinen. Halverwege
de jaren vijftig -het reizigersvervoer is dan al enkele jaren gestaakt-
wordt het stationsemplacement wat gewijzigd. De firma Jonker laat
een grote loods bouwen, zodat de overslag overdekt plaats kon vinden.
Deze loods werd door niemand minder dan door architect M.F. Duintjer
ontworpen. Duintjer -geboren in Veendam overigens- is vooral bekend
in de omgeving van Amsterdam, dankzij gebouwen als De Nederlandsche
Bank, de Opstandingskerk (beter bekend als de "kolenkit")
en het ABN-Amro kantoor aan de Vijzelstraat. De loodsin Veendam,
in de volksmond al gauw de Jonkerloods genoemd, meet 125 bij 25
meter, en bestaat uit een stalen skelet met daar omheen metselwerk.
Dankzij het grote, gebogen dak waren er in de loods geen kolommen
nodig en kon zo de gehele ruimte goed worden benut. Vanaf het emplacement
liepen drie sporen de loods in. Tussen de sporen was een breed losperron.
Deze kon via een hellingbaan worden bereikt, zodat ook vrachtauto's
de loods konden binnenrijden. Aan de noordelijke kant liep het hoge
perron buiten de loods in versmalde vorm door. Zowel dit perron
als de naastgelegen hellingbaan waren bekleed met natuursteen, een
typisch kenmerk van deze loods.
Vanaf het midden van de jaren zestig dient zich voor de spoorwegen
een nieuwe vorm van goederentransport aan: het containervervoer.
Jonker speelt hier direct op in en laat -samen met NS- een containerterminal
bouwen op het Veendamse stationsemplacement. Deze was op dat moment
(1968) pas de derde terminal in haar soort die in ons land werd
gebouwd. Het was zelfs de allereerste containerterminal dat niet
bij een zeehaven stond, waarmee Jonker dus meteen een primeur had!
De zaken gaan goed en Veendam groeit uit tot een belangrijk goederenstation.
Het voormalige stationsgebouw doet hierbij dienst als kantoor- en
personeelsruimte voor de NS en Jonker, en ook de Douane heeft er
een kantoor. In 1983 krijgt de terminal nog een gloednieuwe, hypermoderne
containerkraan.
In 1993 begint de aanleg van een nieuw, en groter, complex voor
de overslag van goederen, even ten noorden van Veendam. Dit Rail
Service Centre Groningen (RSCG) werd in 1995 in gebruik genomen.
Jonker heeft dit niet meer als zelfstandig bedrijf mee mogen maken.
Een jaar tevoren werd de firma overgenomen. Met de ingebruikname
van het RSCG (Sinds 2008 is de naam RSCG gewijzigd in Railport Groningen)
wordt het stationsemplacement verlaten. Ook de Jonkerloods en het
stationsgebouw komen leeg te staan, maar gelukkig was dit slechts
van korte duur
Onder:
Het Veendamse emplacement, zoals het er rond 1965 uitzag, dus
voordat de containerterminal werd gebouwd. Het paarse vlak, waarin
drie sporen lopen, stelt de Jonkerloods voor. Tot voor kort was
dit emplacement feitelijk nog grotendeels ongewijzigd, maar inmiddels
is er wel het nodige aan veranderd. De drie sporen naar de loods
zijn inmiddels opgebroken en van de diverse rangeersporen ligt
er nu slechts nog een enkele. Ongeveer op de plaats van het vroegere
laad/losperron (blauw) ligt nu het nieuwe perron voor de reizigersdienst.

|
|
|
|
Boven.
De Jonkerloods had dan wel het uiterlijk van een loods, maar feitelijk
was het een grote overdekte laad- en losplaats. De goederen werden
hier dan ook uitsluitend overgeladen. Pas nadat het goederenvervoer
in Veendam was verplaatst naar het Railport Groningen werd de
Jonkerloods wel een "echte" loods; jarenlang stalde
museumbedrijf S.T.A.R. er materieel. Inmiddels is de loods flink
verbouwd een heeft het een nieuwe functie: als overdekt busstation.
(zie ook de volgende pagina)
|
|
Onder:
De bouw van de Jonkerloods in 1956. Hier is duidelijk te zien
dat de basis van de loods wordt gevormd door stalen skelet.
Het gebogen dak is puur functioneel, dankzij de gebogen liggers
met trekstangen zijn er verder geen ondersteuningen meer nodig.
In de loods is dan ook geen enkele kolom aanwezig, waardoor
de ruimte maximaal kon worden benut.
|
|
|
|
|
|
|
Onder:
Het Rail Service Centre Groningen (sinds 2008: Railport Groningen)
werd in 1995 in gebruik genomen ter vervanging van de oude en
krappe containerterminal bij het voormalige station. Het is een
zogenoemde trimodale terminal, oftewel voor vervoer over weg,
water en spoor. Railport Groningen fungeert dan ook als schakel
in het goederenvervoer tussen Rotterdam en Noord-Duitsland, met
name naar de havens van Hamburg en Bremen.
|
Onder:
Ook Nedmag -een bedrijf dat magnesiumoxide verwerkt, onder andere
voor de fabricage van vuurvaste steen en beton- kent een behoorlijk
emplacement dat nog altijd wordt gebruikt. Samen met het naastgelegen
Railport Groningen beslaan de twee emplacementen een lengte van
zo'n 3 kilometer, bijna de helft van het traject tussen Veendam
en Zuidbroek.
|
|
|
|
|
Onder:
Een blik op het goederenemplacement, gezien vanaf het spoor
dat richting de Jonkerloods loopt. Er is inmiddels veel veranderd.
De sporen rechts en het spoor op de voorgrond zijn inmiddels
verdwenen, evenals de containerkraan. Op de plaats waar het
merendeel van de -veelal witte- containerwagons staan opgesteld
(links op de foto) daar ligt nu het nieuwe perron van het onlangs
heropende station. Op het spoor daarnaast stopt nu de trein
van en naar Groningen.
|
Onder:
In 1968 werd de eerste containerkraan op het goederenemplacement
in Veendam in gebruik genomen. Na Rotterdam en Amsterdam was Veendam
de derde plaats in ons land waar een containerterminal werd ingericht.
Het was de eerste dat niet aan een (zee)haven lag. Sterker, mede
dankzij de komst van deze terminal werd de spoorhaven gedempt.
|
|
|
|
|
versie: 11-11-2011 |