Aan het begin van de jaren negentig kwam
er een einde aan het goederenvervoer tussen Veendam en Stadskanaal.
Evenals bij eerdere voormalige spoorlijnen van de NOLS dreigde ook
hier het spoor te worden opgebroken. In 1992 werd daarom de Stichting
Stadskanaal Rail (S.T.A.R) opgericht, met als doel de voormalige
NOLS-spoorlijn in te richten als museumspoorlijn. Twee jaar later
was het al zover en reed de eerste trein over dit nieuwste museumlijntje,
dat met een lengte van 26 kilometer ook meteen één
van de langste van ons land is. Weliswaar gebeurde dit aanvankelijk
nog met een geleende stoomlocomotief, maar het bleek al gauw dat
de S.T.A.R een succesvol museumbedrijf kon gaan worden. In de afgelopen
jaren is een hoop werk verzet in en rond Veendam. Zo werd het voormalige
stationsgebouw aangekocht en opgeknapt en ook de draaibrug over
de Molenstreek, direct ten zuiden van het station, werd gerestaureerd.
Zowel het stationsgebouw als de draaibrug waren inmiddels rijksmonument
geworden. Overtollig materiaal en rollend materieel dat niet direct
gebruikt werd werden opgeslagen is de Jonkerloods.
Ondertussen bleef men in Veendam hopen op reactivering van de reizigersdienst
tussen Veendam en Groningen. Veendam was inmiddels uitgegroeid tot
de derde plaats van de provincie Groningen en de grootste zonder
spoorwegverbinding. NS bleef echter bij haar eerdere beslissing,
maar als "proef" werd er toch geëxperimenteerd met
reizigersvervoer. Zo werd er aan het begin van de jaren negentig
nog zo'n proef gehouden. Daar bleef het bij, reactivering van de
treindienst was volgens de NS niet haalbaar. Wel kreeg Veendam een
snelle busverbinding met de stad Groningen, middels een interliner.
Maar de aanhouder wint, en ook hier bleek deze oeroude gezegde maar
weer eens van toepassing. Inmiddels had Arriva het reizigersvervoer
op de secundaire spoorlijnen van Noord-Nederland overgenomen en
ook nu drong "Veendam" weer aan op een onderzoek naar
de haalbaarheid om opnieuw reizigerstreinen tussen Groningen en
Veendam te laten rijden, ditmaal gesteund door de provincie Groningen.
En wat bleek: ditmaal zag men wel mogelijkheden. Mede dankzij het
afketsen van de "Zuiderzeelijn" kon het geld wat daarvoor
was gereserveerd nu gebruikt worden voor de noodzakelijke aanpassingen
aan de infrastructuur. Aanvankelijk dacht men al aan het einde van
2010 de eerste treinen naar Veendam te laten rijden, maar al snel
bleek dat de capaciteit op het enkelsporige traject onvoldoende
was. Zelfs met een uurdienst bleef men het goederenverkeer geregeld
"in de weg te zitten". De oplossing was een spoorverdubbeling
tussen Veendam en het voormalige station Meeden-Muntendam, even
ten noorden van de Railport Groningen. Voor het goederenvervoer
werd zodoende een apart tweede spoor gelegd, waardoor dit nagenoeg
geheel van het reizigersvervoer kon worden gescheiden. Tevens werd
over de gehele lengte tussen Zuidbroek en Veendam het spoor en de
beveiliging vernieuwd. Het gevolg was echter wel dat de start van
de treindienst moest worden uitgesteld, maar daar stond wel tegenover
dat er nu wel een halfuurdienst kon worden aangeboden. Naast het
oude station, ongeveer op de plaats waar vroeger de goederenloods
stond, werd een nieuwe stationsaccommodatie aangelegd. Uiteraard
werd dit een erg sobere accommodatie, want veel meer dan overdekte
fietsenrekken, een kaartautomaat en een glazen wachthok is het niet.
Door de vertraging dacht men pas in het najaar van 2011 te kunnen
starten, maar al in het voorjaar kwamen de werkzaamheden gereed.
En zo kon op 1 mei 2011, bijna 58 jaar nadat de laatste reguliere
passagierstrein naar Veendam reed, de eerste trein Veendam weer
binnenrijden.
Ook kreeg Veendam een nieuw busstation en deze kwam op een wel heel
bijzondere locatie: de Jonkerloods! Er volgde een grondige verbouwing
waarbij feitelijk alleen het stalen skelet, het dak en de muren
langs de lange gevels bleven. De losperrons en de sporen werden
verwijderd en het maakten plaats voor brede opritten. De twee kopgevels
werden nu geheel uitgebroken, waardoor de vroegere loods nu eindelijk
was waarvoor ze ooit was gebouwd: als overdekte ruimte!
De natuurstenen bekleding van het vroegere losperron werd hergebruikt,
maar verhuisden nu naar de andere zijde van de loods. Ook de karakteristieke
letters JONKER, die destijds op de zuidelijke kopgevel waren bevestigd,
bleven bewaard. Ze werden schoongemaakt en kregen een nieuw plakje,
ditmaal op de oostelijke langsgevel. Met het bevestigen van een
herdenkingsplaatje kon in september 2011 het nieuwe busstation in
gebruik worden genomen. Het nieuwe ov-knooppunt in Veendam was (eindelijk)
een feit. En zo kreeg het openbaar vervoer in Veendam toch nog een
nieuwe impuls. Of het Veendam zelf óók een nieuwe
impuls zal geven moet nog blijken, maar het begin is in ieder geval
hoopvol
|
|