Ten opzichte van de 2e klasse
stationsgebouwen, maar óók ten opzichte van dat andere
1e klasse NOLS-stationsgebouw (in Coevorden, gesloopt in 1976),
zijn er nogal wat verschillen. Het grootste verschil is de voorgevel,
waarbij eigenlijk alleen de contouren goeddeels dezelfde zijn. Het
hoge, centrale deel heeft nog het meeste weg van dat van een 3e
klasse stationsgebouw (zoals Gramsbergen), waar tegenaan het hoge
smalle gedeelte van een 2e klasse gebouw is geplaatst. Dit smalle
gedeelte is -in tegenstelling tot de andere grote NOLS-stations-
het enige deel dat iets naar voren steekt. De rest van het middendeel
vormt een geheel. De gevelindeling is daardoor totaal anders dan
bij de andere grotere stations. Bovendien is het hoge bouwdeel ook
(ogenschijnlijk) wat smaller. Een ander groot verschil vormen de
nagenoeg platte daken van de twee zijvleugels, waarmee het gebouw
eveneens afwijkt ten opzichte van de overige NOLS-stations. Ook
aan de perronzijde zijn er grote verschillen te zien. Zo heeft dit
gebouw als enige een perronoverkapping. Maar bij nadere beschouwing
blijkt deze perronluifel van latere datum te zijn, zo omstreeks
1930. Opvallend: de perronluifel strekt zich alleen uit langs de
rechterzijvleugel, en is daardoor dus relatief kort. Dat de overkapping
zich juist daar bevindt, en niet -zoals gebruikelijker- langs het
centrale deel van het gebouw heeft een simpele reden. In deze vleugel
bevonden zich de wachtruimten en de toegang naar het perron. De
overkapping werd overigens niet door de NOLS, maar in opdracht van
de gemeente Veendam gebouwd. De gemeente draaide dan ook volledig
op voor de kosten ervan. Een ander opvallend element is dat de perrongevel
halverwege verspringt. Hierdoor -en ook mede door de vorm van het
dak- oogt het gebouw wat massief, vooral schuin van achteren en
vanuit oostelijke richting gezien. De linker zijvleugel is dan ook
iets smaller (en ook een stuk korter, trouwens
) dan het exemplaar
aan de rechterzijde van het stationsgebouw. Op het centrale deel
van de perrongevel prijkt ook nu weer het bekende goudkleurige tegeltableau
met daarin in witte letters de stationsnaam.
Voor wat betreft het reizigersvervoer kent het station een nogal
merkwaardige geschiedenis, waarbij het meerdere keren werd gesloten
en vervolgens weer werd heropend. In 1939 werd het station voor
de eerste keer gesloten. Maar nog geen jaar later, kort na de Duitse
bezetting, werd het alweer heropend. Op 17 september 1944, dezelfde
dag dat zowel operatie "Market Garden" als de landelijke
spoorwegstaking begonnen, sloot het station weer haar deuren. Bijna
twee maanden na de bevrijding werd station Veendam voor de tweede
keer heropend. Maar na acht jaar, in 1953, werd het reizigersvervoer
op de spoorlijn Zuidbroek-Stadskanaal wederom gestaakt. Dit tot
grote woede van het gemeentebestuur in Veendam. Maar alle protesten
ten spijt, het (inmiddels voormalige) NOLS-station ging definitief
op slot. Althans, zo leek het
|
|