| |
SOEST
ZUID
Afkorting: | Stz |
| Maatschappij: | Nederlandse
Spoorwegen (NS) | Type: | Standaardtype
Vierlingsbeek | Architect: | W.B.
Kloos | Bouwjaar:
| 1963 |
Baanvak: | Den
Dolder - Baarn | | |
| |
Met het overlijden
van architect / stedenbouwkundige W.B. Kloos in 1960 leek een einde te komen aan
de bouw van "zijn" standaardstationsgebouw. De stations Leiden Lammenschans
(1961) en Veenendaal - de Klomp -die beiden makkelijk van zo'n standaardgebouiw
konden worden voorzien- kregen immers allebei een unicaat gebouw, ontworpen door
respectievelijk K. van der Gaast en C. Douma. Maar toen aan het begin van de jaren
zestig de NS flink moest bezuinigen, terwijl tegelijkertijd een behoorlijk aantal
stationsgebouwen moest worden vervangen, werd besloten om het beproefde ontwerp
van Kloos weer tevoorschijn te halen. Tussen 1963 en 1965 werden nog eens vier
gebouwen van het type "standaardgebouw Vierlingsbeek" gerealiseerd.
Van die vier kwam station Soest Zuid in 1963 als eerste gereed. Dit stationnetje
staat aan de Stichtse Lijn, de spoorlijn tussen Baarn en Den Dolder. Deze van
oorsprong lokaalspoorlijn werd in 18998 in gebruik genomen en telde aanvankelijk
drie stations (Soest, Soestdijk en het lokaalstation van Baarn), die trouwens
alledrie nog hun oorspronkelijke stationsgebouw bezitten. Daarnaast kende de lijn
enkele aanvullende stopplaatsen. Eén daarvan was de halte Soest Zuid. Ook
deze halte kent een geschiedenis die teruggaat tot 1898 en is de enige van die
stopplaatsen dat nog is overgebleven. Overigens kende de halte Soest Zuid gedurende
lange tijd zowel een andere naam als een andere locatie
Oorspronkelijk
heette die namelijk "Nieuwe Weg" en lag het een paar honderd meter noordelijker,
ongeveer ter hoogte van de huidige Kolonieweg. De halte -stopplaats is hier echt
een beter woord- bestond slechts enkel uit een perronnetje. Pas in de jaren twintig
van de twintigste eeuw zou het van een eenvoudig haltegebouwtje worden voorzien.
In 1939 werd de naam Nieuwe Weg gewijzigd in Soest Zuid. Mede dankzij het spoor
ontwikkelde Soest zich in de twintigste eeuw tot forenzenplaats. Met name Soest
Zuid groeide snel, waardoor ook het belang van de gelijknamige halte sterk toenam.
De modernisering van de baanbeveiliging aan het begin van de jaren zestig was
wellicht de reden waarom juist toen Soest Zuid van een nieuw station werd voorzien,
die -zoals al eerder aangegeven- een kleine 200 meter opschoof en in juni 1963
in gebruik werd genomen. Het stationsgebouw is een wat kleinere variant van het
standaardgebouw "type Vierlingsbeek". Normaal gesproken bestaat een
dergelijk gebouw uit vijf delen, maar omdat bij dit station de bagage-afdeling
werd weggelaten bestaat dit specifieke gebouw uit vier delen. Een ander (klein)
verschil is dat het bouwjaar niet meer op het gebouw is vermeld. Voor het overige
is het gebouw een wat kortere versie van dat van het voormalige station Doetinchem
Wijnbergen, maar dan in spiegelbeeld. Ook hier werd het gebouw op perronhoogte
geplaatst, maar omdat het terrein aan de voorzijde wat afloopt staat het gebouw
op een dijkje. Om die reden was de ingang aan de perronzijde. In het gebouw vond
geen bediening van seinen en overwegen meer plaats, toch kreeg het gebouwtje de
twee bekende uitbouwen. Van de drie nog actieve stations in de gemeente Soest
is station Soest Zuid veruit het drukst, al is dit wel relatief. Gemiddeld maken
dagelijks een kleine 2000 reizigers er gebruik van, bijna tweemaal zoveel als
de beide andere Soester stations (Soest Centrum en Soestdijk) samen. Uiteraard
is ook bij dit station de loketfunctie allang opgeheven, al bleef het loket nog
opvallend lang in gebruik. Pas in september 2004 werd deze opgeheven, waarna het
gebouw enige tijd heeft leeggestaan. De afgelopen jaren heeft er een shoarmazaak
in gezeten, inmiddels schijnt het een tijdelijke expositieruimte te zijn, in afwachting
van een nieuwe huurder. Het stationsgebouw is sinds kort een gemeentelijk monument.
| . Boven:
Het stationsgebouw van station Soest Zuid kwam in 1963 gereed, zo'n drie jaar
na het overlijden van de geestelijk vader van dit gebouw: architect en stedenbouwkundige
W.B. Kloos. Het was de eerste uit een serie van vier, die tussen 1963 en 1965
werden gebouwd. Ten opzichte van de eerdere gebouwen van dit type zijn een paar
kleine wijzigingen doorgevoerd. Allereerst is het gebouw wat kleiner, in plaats
van de gebruikelijke vijf traveeën telt dit gebouw er slechts vier. Dit omdat
de bagageruimte werd weggelaten. Ook staat het bouwjaar niet meer op de betonnen
liggers. Opmerkelijk is dat het dak van boeiboorden is voorzien, iets wat alleen
het stationsgebouw van Blerick ook had. Hierdoor vallen de "Kwaaitaal-boogjes"
wat minder op, maar het geeft het gebouw ontegenzeggelijk een wat verzorgder uiterlijk.
Let ook op het forse hoogteverschil tussen het gebouw en het terrein ervoor. Een
opvallend smalle trap leidde de reiziger naar de ingang, die zich aan de perronzijde
bevond. Gelukkig was en is het station ook gelijkvloers, via de naastgelegen overweg,
bereikbaar... .
| . | | |
| | | | Onder
(beide foto's): De perronzijde van het stationsgebouw, links op een foto uit 2018
en daarnaast een wat oudere uit 2001. In die tijd had het station nog een loket,
die bleef zelfs nog tot en met de zomer van 2004 in functie. Dat is best wel opmerkelijk,
aangezien veel vergelijkbare stations toen al óf een Wizzl / Kiosk óf
helemaal niets meer hadden. Ook opvallend is dat het gebouw "gewoon"
de twee bekende uitbouwen aan de kopse kant kreeg, ondanks het feit dat er helemaal
geen ruimte voor de bediening van seinen en dergelijke meer nodig was. de beveiliging
was namelijk enige maanden voordat dit gebouw gereedkwam gemoderniseerd en werd
toen vanuit Blauwkapel aangestuurd
.
| | | | | | | Onder:
Het station ligt aan een enkelsporige lijn en telt slechts één perron.
deze is met een lengte van amper 170 meter nogal aan de korte kant. Met gemiddeld
ruim 1900 reizigers per dag is het niet bepaald het drukste station. Toch is dit
veruit het drukste station in de gemeente Soest. .
| Onder:
Aandacht voor detail: omdat het stationsgebouw aan de straatzijde hoger staat,
moest voor de toiletten -die aan de zijkant waren- een soort bordes worden gemaakt.
Overigens zijn die toiletten al heel lang niet meer in gebruik. Hier is goed te
zien dat het dak een boeiboord heeft... .
| | | | | Onder:
Bij het station stond jarenlang dit opvallende sein, dat slechts twee zogenoemde
seinbeelden kon tonen; groen en rood. En dit was zeker niet het enige opvallende
sein langs deze spoorlijn, tussen Baarn en Soest Zuid stonden exemplaren met vier
lamphouders (rood, groen, 2x geel). In het voorjaar van 2018 werd de beveiliging
aangepast, waarbij de afwijkende seinen zijn vervangen door conventionele exemplaren... .
| Onder:
Bij het station is een klein busstation, waarbij deze opmerkelijke dubbele lantaarn
een opvallend element was. De lampen gingen op het moment dat de trein vanuit
Den Dolder onderweg was knipperen en gingen pas uit als de trein weer uit Soest
Zuid was vertrokken. Het gebeurde in het verleden nogal eens dat de bus te vroeg
wegreed, bijvoorbeeld bij een kleine vertraging van de trein. Opmerkelijk genoeg
werkte dit systeem uitsluitend bij treinbewegingen richting Baarn. Overigens is
de installatie al geruime tijd buiten gebruik... .
| | |
| . |
versie: 25-03-2020 |