Home ] Terug naar de eerste pagina ] [ Vorige pagina ] Volgende pagina ]

   
 
ROTTERDAM HOFPLEIN

 

Een markant stationsgebouw

   
   
   

Station Hofplein had een unieke vorm. Het langgerekte kopstation bestond uit een groot halfrond voorgebouw, meteen daarachter onderbroken door het spoorviaduct van de doorgaande spoorlijn Rotterdam-Dordrecht en vervolgens de hooggelegen perrons. Het kruisende spoor tussen de stations Delftsche Poort en Beurs hebben bij het Hofplein-station nooit perrons gehad. Dat had ook geen enkele zin aangezien beide stations slechts op een paar honderd meter afstand van "Hofplein" stonden. Het luchtspoor was overigens wel bepalend voor de plaats van het stationsgebouw. Het stond bijna loodrecht op het kruisende spoor. Het was ooit de bedoeling geweest dat de sporen van de Hofpleinlijn zouden aansluiten op het spoor naar het station Delftsche Poort. Om die reden, maar ook om het groeiende verkeer te ontlasten, werd deze nieuwe spoorlijn op een viaduct gebouwd. De onderbouw, waar zich het perron bevindt, loopt aan de westelijke zijde wat uit in de richting van het kruisende luchtspoor. Dit is ook nu nog terug te vinden. Die aansluiting is er overigens nooit gekomen. Wel kreeg de Hofpleinlein een aansluiting met het Centraal Station via een aftakking ter hoogte van het voormalige station Kleiweg, maar die aansluiting is pas veel later gebouwd.
Het stationsgebouw was een eenmalig ontwerp van de architect J.P. Stok Wzn. Het was een opvalland gebouw, niet alleen vanwege de vorm, maar ook vanwege de lichte kleur, de grote halfronde vensters en de fraaie reliëfs en de tegeltableaus in een soort Jugendstil-stijl. Het gebouw bestond uit een hoog, halfrond middendeel en nog hogere eindgebouwen, die zich praktisch tegenover elkaar bevonden. Langs de gebogen gevel waren diverse wapens aangebracht van plaatsen waarlangs de ZHESM een spoorverbinding had. Op de zijgevels van de hoge eindgebouwen (die door de gebogen vorm van het gebouw naar voren waren gericht) prijkten de wapens van Den Haag en Rotterdam. In het midden van het gebouw was een groot tegeltableau aangebracht met daarop de letters "ZHESM". Hierdoor, en ook door de puntgevel met klok en de bordestrap, werd de indruk gewekt dat zich hier de hoofdingang van het stationsgebouw bevond. Niets was echter minder waar, dit was de ingang naar café Loos! Dit grand-café nam zo'n beetje het gehele middendeel in beslag.
Het eigenlijke stationsgebouw bevond zich in het gedeelte tussen de twee hoge eindgebouwen. In die eindgebouwen bevonden zich dan ook de ingangen. Deze waren fraai afgewerkt, bijna poortachtig. Het station bleek overigens maar moeilijk te vinden. Twee grote uithangborden met daarop de tekst "INGANG" boden weliswaar uitkomst, maar desondanks stapten menig reiziger café Loos binnen om er vervolgens achter te komen dat daar toch echt geen kaartjesloket was…
Doordat de stationshal ingeklemd lag tussen het hoge spoorviaduct en het café Loos zou je denken dat dit een donkere, sombere ruimte geweest moet zijn. Niets was echter minder waar, dankzij het grotendeels glazen plafond was het er zelf erg licht. Het plafond was zo hoog dat er zelfs nog een glazen wand op het spoorviaduct ruste. Van het viaduct was overigens niets te zien, de wand bestond uit matglas waarop een gebrandschilderde voorstelling was te zien.
Het stationsgebouw zette zich aan de andere kant van het kruisende spoorviaduct voort. Dit bouwdeel was aanzienlijk eenvoudiger uitgevoerd. Doordat dit deel, ten opzichte van het stationsgebouw en het spoorviaduct, wat gedraaid stond was het aan de oostelijke kant breder dan aan de westelijke zijde. In dit deel van het station bevonden zich voornamelijk dienstruimten. Ook waren hier de uitgangen van het station te vinden.
Vanuit de stationshal kon men, via een doorgang onder het spoorviaduct, de hoogliggende perrons bereiken. Jazeker, het station telde oorspronkelijk niet minder dan vier kopsporen! De (vrij smalle) perrons waren overigens aanzienlijk hoger dan in die tijd nog gebruikelijk was. De perrons en sporen waren volledig overdekt door een perronoverkapping. Deze bestond in feite uit vier gekoppelde overkappingen in de vorm van een zadeldak, over elk spoor één. De perronoverkapping was, vergeleken met andere spooroverkappingen uit die tijd, opvallend laag. De Hofpleinlijn was immers een "electrische" spoorlijn, dus waren er geen hoge perronkappen meer nodig die de rook van stoomtreinen moest opvangen en afvoeren. Kwam er toch een stoomtrein (wat regelmatig gebeurde) dan werd deze naar één van de buitenste sporen geleid, waar de perronoverkapping van een rookkap was voorzien. Spoor 4 kende bovendien een omloopspoor. Boven de middelste sporen was de perronoverkapping voorzien van lichtstroken.

Boven: Het stationsgebouw kort na de opening. Op de voorgevel waren de wapens van de volgende plaatsen aangebracht: Wassenaar (?), Voorburg, Nootdorp, Pijnacker, Berkel en Rodenrijs en Schiebroek. Op de naar voren gerichte gevels van de eindgebouwen prijkten de wapens van Den Haag en Rotterdam.
 
Onder: De stationshal lag ingeklemd tussen het grand-café Loos en het spoorwegviaduct. Door veel (mat)glas te gebruiken werd de stationshal toch een lichte ruimte, zoals deze foto goed laat zien.
 
Onder: Detailtekening van het stationsgebouw. Zelfs als de gevel wordt "rechtgetrokken", zoals op deze tekening, ziet het gebouw er bijzonder uit.
 
 
Onder: Dankzij de vorm en de geringe hoogte van de perronoverkapping leek het station, vanaf het emplacement gezien, eerder op een locomotievenloods. Het emplacement was opvallend groot en het duurde dan ook niet lang voordat één van de binnenste sporen werd opgebroken om zo een breed perron aan te kunnen leggen. Dit verbreedde perron is het perron dat er anno nu nog steeds ligt.
Onder: Ondanks de vrij lage overkapping was het er op de perrons toch vrij licht dankzij de diverse glazen lichtstroken. Ook de zijwanden van de overkapping was van glas, zoals op deze ansichtkaart goed te zien is. Van wanneer deze kaart is weet ik niet precies, in ieder geval van vóór 1920.
 
 
 
Onder: Het interieur van café Loos. Dit grand café - restaurant was een begrip in het vooroorlogse Rotterdam. Samen met het er pal naast gelegen hotel-restaurant "De Kroon" en de destijds beroemde dancing "Pschorr", dat schuin tegenover "Loos" stond, vormden zij zo'n beetje het hart van het uitgaansgebied aan het Hofplein. Daar kun je je nu, als je bij het Hofpleinstation over de tunnelbak richting de Coolsingel kijkt, totaal geen voorstelling meer van maken.
Onder: De bijzonder fraaie ingangspartij van station Hofplein. Doordat deze ingangen (het waren er twee...) zich in de zijgevels van het stationsgebouw bevonden werden deze met enige regelmaat over het hoofd gezien...
 
 
 
Onder: Plattegrond van het stationsgebouw. Het grijsgekleurde gedeelte (6) is het spoorviaduct.
 

 

 

  Free counter and web stats versie:10-06-2009