In de vooroorlogse jaren veranderde er eigenlijk
niet zoveel aan het Hofpleinstation. De grootste verandering in
het uiterlijk van het stationsgebouw was het aanbrengen van een
marquise langs de voorgevel van het halfronde gebouw. Een andere
opmerkelijke verandering was het aanbrengen van een, al eerder genoemd,
groot uithangbord bij de twee ingangen van het stationsgebouw. Ook
werd het emplacement vereenvoudigd. Het aantal sporen en wissels
werd teruggebracht. Ook werd één van de perronsporen
opgebroken. Hierdoor ontstond een breder perron.
Minder geslaagde verbouwingen waren er ook. Zo verloor het gebouw
ooit een groot deel van haar dakkapelletjes en werd het dak ontsierd
met grote letters die meerdere keren de naam "LOOS" vormden.
In de laatste laren vaan haar bestaan was deze naam ook nog eens
in koeienletters op het dak aangebracht.
De grootste verandering was zo op het eerste gezicht niet te zien,
maar had wel verstrekkende gevolgen voor de exploitatie van de Hofpleinlijn.
Omdat de Z.H.E.S.M. de eerste Nederlandse maatschappij was die "elektrisch"
reed, moest men ook -met de technieken van die tijd- zelf uitvinden
welke vorm van elektriciteit het beste was. Ook moest de maatschappij
haar eigen elektriciteitsvoorzieningen (zoals een eigen elektriciteitscentrale)
bouwen en aanleggen. Men koos uiteindelijk voor een systeem van
het Duitse Siemens. Dit systeem had in het buitenland haar waarde
al bewezen.
Aan het begin van de jaren twintig werd een begin gemaakt met de
grootscheepse elektrificatie van de spoorlijnen in Nederland. In
tegenstelling tot de 10.000 volt wisselstroom, dat de Z.H.E.S.M.gebruikte,
werd nu gekozen voor 1500 volt gelijkstroom. De Hofpleinlijn werd
in 1926 aangepast aan dit nieuwe systeem en was daarmee (wedeom)
de eerste spoorlijn in Nederland (op een proeftraject tussen Leiden
en Den Haag na
). De Z.H.E.S.M. heeft deze ombouw overigens
niet meer meegemaakt. Op 1 april 1926 viel het doek voor deze maatschappij,
die enkele jaren daarvoor al was overgenomen door grootaandeelhouder
H.IJ.S.M. Saillant detail: met de ombouw naar 1500 volt werd nog
dezelfde maand begonnen
Op 14 mei 1940 om half twee 's middags werd
de Rotterdamse binnenstad door Duitse bommenwerpers platgebombardeerd.
Ook het Hofpleinstation ontkwam hier -helaas- niet aan, alhoewel
het station er voor een groot deel nog relatief goed vanaf kwam.
De perronoverkapping liep flinke schade op en ook het betonnen spoorviaduct
zal waarschijnlijk niet ongeschonden zijn geweest, maar vergeleken
met de meeste andere Rotterdamse stations viel de schade nog relatief
mee
Het halfronde stationsgebouw overleefde de oorlog helaas niet. Het
markante gebouw, met daarin grand-café Loos en de stationshal,
werd kort na het bombardement gesloopt. Ook het Hofplein zou nooit
meer worden wat het was. In de jaren voor de oorlog werd het plein
al steeds meer een knelpunt voor het steeds drukker wordende verkeer
en er waren al plannen om het plein te reconstrueren. Hoe tragisch
het bombardement ook was, de stad had nu de mogelijkheid om het
verkeersprobleem rond het Hofplein grondig aan te pakken. Het plein
werd hiervoor zelfs verplaatst. Het eens zo drukke, maar gezellige,
trefpunt veranderde in een groot en kil verkeersplein waar het overigens
nog steeds erg druk is
|
|