|
|
Herstel
van het stationscomplex
|
|
|
|
|
Architect herbouw: |
S. van Ravesteyn |
Decoraties: |
J. Uiterwaal (beelden) |
Bouwjaar:
|
1949 |
|
|
|
|
|
|
Aan
het einde van de jaren veertig werd het station herbouwd, ditmaal
volgens een ontwerp van architect S. van Ravesteyn. Deze herbouw is
het enige nog bestaande (deel van een) stationsgebouw uit de jaren
veertig van de twintigste eeuw. Het is zelfs enige dat überhaupt
uit een jaren veertig komt, want van de bouwwerken uit de jaren veertig
van de 19e eeuw is immers niets meer bewaard gebleven.
Voor van Ravesteyn was dit één van zijn eerste na-oorlogse
stationsontwerpen. Voor de Tweede Wereldoorlog maakte hij vooral naam
door zijn gebouwen vloeiende en sierlijk gebogen lijnen te geven,
maar in Roosendaal pakte Van Ravesteyn het heel anders aan
Het nieuwe ingangsgebouw werd een opvallend eenvoudig vormgegeven
bouwdeel, dat bestond uit een gedeelte met een plat dak (de ingang)
met daarachter een gedeelte met een hoog zadeldak (de stationshal).
Van Ravesteyn heeft dit nieuwe gedeelte naadloos bij het nog bestaande
stationsgebouw in willen passen, en daar is hij -eerlijk is eerlijk-
behoorlijk in geslaagd. Maar door het kleine formaat en de krappe
toegangsdeur valt het als hoofdingang maar nauwelijks op, ondanks
de brede bordestrap en de beelden die de ingang moeten markeren.
Ook de verwoeste bagage-afdeling werd gesloopt en vervangen door nieuwbouw.
Dit deel is wat lager dan het ingangsgebouw. Aan de rechterkant sluit
dit deel aan op het laatste overgebleven stukje van de oude vleugel,
dat overigens weer wat hoger is dan het nieuw gebouwde gedeelte. Aan
de linkerkant van het stationsgebouw werd de verwoeste vleugel vervangen
door een nieuwe aanbouw met -opmerkelijk- een plat dak.
Helaas heeft het stationsgebouw hierdoor wel heel vreemde verhoudingen
gekregen. Een dominant hoog gebouw dat nu makkelijk voor het hoofdgebouw
wordt aangezien, maar in feite alleen wachtkamers en het restaurant
bevat, terwijl de hoofdingang en de stationshal een beetje verstopt
zijn in een lagere aanbouw
De elektriciteitscentrale keerde na de oorlog niet meer terug. Op
die plaats kwam nu een verwarmingsgebouw. Dit lage gebouw kreeg een
opvallend hoge vierkante toren, dat overigens alleen een schoorsteen
bevat. Drie van de vier muren van deze toren werden versierd met een
beeldhouwwerk van de beeldhouwer J. Uiterwaal, waar Van Ravesteyn
in die tijd veel mee samenwerkte. Schuin voor de ingang van het stationsgebouw
werd een nieuwe fietsenstalling gebouwd. Tussen deze fietsenstalling
en het verwarmingsgebouw werd een stenen muur gebouwd. Van Ravesteyn
wilde met deze muur het stationsplein duidelijk afbakenen, maar dit
soort bouwwerken gebruikte hij ook om een emplacement (in dit geval
een goederenemplacement) min of meer te verbergen. De muur is versierd
met allerlei nisjes en ruitvormige "dichte venstertjes"
en heeft in het midden een opvallende poort. Deze poort is wat hoger
dan de rest van de muur en wordt bekroond met -inderdaad- een beeld.
Enkele jaren geleden werd de rijwielstalling een flink stuk uitgebreid.
Op het voormalige goederenterrein werd een compleet nieuw gebouw neergezet,
waarvoor de scheidingsmuur uit 1949 als basis diende. De voormalige
poort naar het goederenterrein is nu de ingang van een rijwielzaak.
Het stationsplein laat tegenwoordig een wat rommelige combinatie van
bouwstijlen zien met delen van het oorspronkelijke stationsgebouw
uit 1907, de herbouw uit 1949 en de recente nieuwbouw (2006).
Ook het ingangsgebouw heeft in de loop van de tijd enkele uiterlijke
veranderingen ondergaan. De klok, die oorspronkelijk in een venster
boven de ingangsluifel was verwerkt, werd wat hoger geïnstalleerd.
Hierdoor kon de lichtbak met het NS-logo op de ingangsluifel worden
geplaatst, om zo de herkenbaarheid van de ingang te kunnen vergroten.
Het meest in het oog springende wijziging is ongetwijfeld een onwaarschijnlijk
lelijke glasplaat, dat achter het beeld op de daklijst werd geplaatst.
Of hiermee óók de herkenbaarheid van de ingang vergroot
moest worden is mij eerlijk gezegd niet helemaal duidelijk
|
|
Boven:
Het naoorlogse ingangsgebouw is beduidend lager dat haar voorganger.
Zonder klok en NS-logo zou het als hoofdingang nauwelijks opvallen,
ondanks de brede bordestrap en de diverse beelden rondom de toegang.
De (lelijke) glazen plaat, achter het beeld op de daklijst, werd
aan het einde van de jaren negentig geplaatst. De fontein voor
het stationsgebouw werd in 1954 geplaatst ter gelegenheid van
het 100-jarig bestaan van de spoorwegen in Roosendaal. Het is
een ontwerp van architect van Ravesteyn, die ook voor de herbouw
van het station tekende. In 2007 werd de fontein verplaatst ten
behoeve van de aanleg van een busstation.
|
|
|
Onder
De huidige stationshal.
|
|
|
|
|
|
Onder:
Twee van de beelden van Uiterwaal. Het stationsgebouw van Roosendaal
werd -net zoals haar tijdgenoten in Gouda en Vlissingen- rijkelijk
versierd met beeldhouwwerken. Niet minder dan acht beelden zijn
er op en rond het stationsgebouw te vinden. Alleen het -inmiddels
allang gesloopte- stationsgebouw van Gouda telde er nog meer...
|
Onder:
De diverse bouwstijlen van het stationscomplex, samengevat in
één foto. Centraal staat hier de afscheidingsmuur
uit 1949, met links daarvan de rijwielstalling en rechts de schoorsteentoren
van het verwarmingsgebouw. Achter de muur is de nieuwbouw van
glas en staal uit 2006 te zien. Helemaal links, op de achtergrond,
is nog net het einddeel van het stationsgebouw uit 1907 te zien.
|
|
|
|
|
|
|
Onder:
Luchtfoto van het huidige stationscomplex.
|
|
|
versie: 8-02-2010 |