|
|
Achter
het stationsgebouw...
Niet
alleen het stationsgebouw is imposant, het gehele Roosendaalse stationscomplex
is ronduit indrukwekkend te noemen. Het enorme terrein beslaat ongeveer
45 hectare, het is ongeveer drie kilometer lang en op het breedste
punt zo'n 250 meter breed. Het spooremplacement telde ooit niet minder
dan 47 sporen, waarvan er nu nog altijd zo'n 30 over zijn. Het emplacement
bestond verder uit vijf seinhuizen, een douaneloods en een goederenloods,
laad- en losplaatsen en niet minder dan drie locomotiefloodsen. Twee
daarvan werden door staatsspoor gebruikt, terwijl de HIJSM over een
eigen loods beschikte.
Hierbij vergeleken lijkt het aantal perrons van het station wat schril
af te steken, Roosendaal telt slechts twee perrons met drie perronsporen,
maar in de praktijk blijkt dit heel erg mee te vallen. De perrons
zijn namelijk behoorlijk lang, ruim 500 meter. Het zijn dan ook "dubbele"
perrons, verdeeld in een A- en een B-gedeelte. En die delen -ook wel
perronfasen genoemd- zijn op zich al volwaardige perrons, zo past
de internationale trein naar Brussel makkelijk op spoor 3a. Het station
heeft in feite geen drie, maar zes perronsporen. Het nadeel hiervan
laat zich al raden.., de loopafstanden kunnen fors zijn. Een halve
kilometer heb je op dit station al snel afgelegd, en dit is echt niet
overdreven. Weliswaar heeft "Roosendaal" sinds kort een
tweede reizigerstunnel, maar de tunnels liggen dicht bij elkaar. Voor
de loopafstand maakt dit dus maar weinig uit.
Het eerste perron ligt tegen het stationsgebouw aan. Oorspronkelijk
was dit perron vooral bedoeld voor de treinen van en naar het buitenland.
Dit in verband met de grenscontroles, die in de visitatiezaal plaatsvonden
(zie ook de vorige pagina). Toen dit perron werd aangelegd had het
een lengte van ongeveer 400 meter, een enorme lengte destijds. Over
die gehele lengte was het perron overkapt. Hierdoor was het postgebouw
(dat een eindje van het stationsgebouw aanstond) toch min of meer
een deel van het stationsgebouw.
Het tweede perron was in de oorspronkelijke opzet vooral bedoeld voor
het binnenlandse treinverkeer. Ook dit perron was aanvankelijk zo'n
400 meter lang en was destijds volledig overkapt.
Onder die lange overkapping (de op twee na langste van Nederland,
overigens) staan drie perrongebouwen. Deze zijn, anders dan bij veel
tijdgenoten het geval is, opvallend klein. In grote tegenstelling
tot de andere grotere stations uit die tijd ligt het "zwaartepunt"
van dit station namelijk in en rond het stationsgebouw en niet op
het perron. De perrongebouwen bestonden (en bestaan nog steeds) voornamelijk
uit dienstruimten, toiletten en enkele wachtruimten. Het middelste
perrongebouw -dat precies tussen de twee trappen van de reizigerstunnel
staat- was vroeger een seinhuis, één van de vijf seinhuizen
die bij dit station hoorden.
De twee perrons werden met elkaar verbonden door twee ondergrondse
tunnels, een reizigerstunnel en een aparte tunnel voor het vervoer
van bagage. De reizigerstunnel is op zich al een bezienswaardigheid.
De wanden zijn bijzonder fraai afgewerkt en het plafond, met haar
vele troggewelfjes, is werkelijk een plaatje! Langs de tunneltrappen
hangen nog de originele trapleuningen. De felrode kleur is -uiteraard-
niet origineel. Opvallend genoeg ligt de tunnel niet in de directe
nabijheid van de stationshal maar op het eerste perron, ter hoogte
van de "Brasserie". Waarschijnlijk werd voor deze opzet
gekozen omdat de verschillende wachtkamers en restaurants -in tegenstelling
tot veel andere grotere stations uit deze periode- zich niet op het
perron, maar juist in het stationsgebouw bevonden. De huidige brasserie
was vroeger immers de wachtkamer 3e klasse!
Sinds enige jaren heeft het station tweede reizigerstunnel. De voormalige
goederen- en bagagetunnel werd eind 2005/begin 2006 voor dit doel
omgebouwd. De reden voor deze ombouw was het feit dat in de goederentunnel
al over liften beschikte. Deze zijn inmiddels vervangen door personenliften,
iets waar dit station het lange tijd zonder moest doen
|
|
Boven: Een kijkje op het perron. Deze ansichtkaart
werd rond 1908 uitgegeven, het station was toen nog maar kort
in gebruik. Duidelijk is te zien dat de lichtstroken in de perronkap
er toen ook al in zaten.
|
|
|
Onder:
Met een lengte van ongeveer 400 meter behoren de perronoverkappingen
in Roosendaal tot de langste van Nederland. Alleen de overkappingen
in Haarlem ( plm. 470 meter) en 's Hertogenbosch (plm 450 meter)
zijn langer.Op de plek waar het blauwe busje geparkeerd staat
stond vroeger het postgebouw. Dit stationspostkantoor verloor
in de jaren zeventig haar functie toen -een paar honderd meter
verderop- een nieuw postsorteercentrum (expeditieknooppunt) in
gebruik werd genomen. In 1983 werd het postgebouw gesloopt.
|
|
|
|
|
|
|
Onder:
Het eerste perron in noordelijke richting gezien. De hoge gevel
van het eindgebouw torent duidelijk boven de perronoverkapping
uit. Aan de linkerkant is een lichtkleurige onheining te zien
waarachter zich de trap van de tweede reizigerstunnel bevindt.
Enkele jaren geleden werd de voormalige bagagetunnel voor dit
doel omgebouwd.
|
Onder:
De reizigerstunnel is op zich al een bezienswaardigheid. De wanden
zijn fraai afgewerkt met gele verblendstenen terwijl natuursteen
blokken en zware stalen balken de tunnel ondersteunen. Langs het
plafond zijn talloze troggewelfjes aangebracht, al is dit op deze
foto niet zo goed te zien...
|
|
|
|
|
Onder:
Op de wand van één van de perrongebouwen is dit
tegeltableau te zien. Een rivierlandschap met enkele steden. De
brug op de achtergrond doet wel wat denken aan de vooroorlogse
spoorbrug over het Hollands Diep.
|
Onder:
Midden op het perron, precies tussen de tunneltrappen, staat de
voormalige seinpost P. Als seinhuis vervult het overigens al jaren
geen functie meer. Aan de perronwand is nog altijd een frame bevestig
waarop ooit reclameborden werden bevestigd. Ze worden echter allang
niet meer gebruikt. Het was kennelijk toch niet zo'n geschikte
plek voor reclame-uitingen.
|
|
|
versie: 18-01-2010 |