|
|
Een
nieuw station, maar niet tot ieders tevredenheid...
Het
stationsgebouw van Roosendaal is het laatste stationsgebouw dat Staatsspoor
door een (Rijks)bouwmeester liet ontwerpen. Na P.J.H. Cuijpers (Amsterdam
Centraal Station), C.H. Peters (Nijmegen), I. Gosschalk (Groningen)
en E. Cuijpers ('s Hertogenbosch) viel ditmaal de eer aan rijksbouwmeester
D.E.C. Knuttel. Knuttels is, vergeleken met de vier eerder genoemde
bouwmeesters, veel minder bekend. Hij heeft gedurende de periode 1895-1920
vooral postkantoren ontworpen. Andere bouwwerken van zijn hand zijn
onder andere: de Stadsgehoorzaal in Leiden, het gebouw van de voormalige
Rijkspostspaarbank aan de van Baerlestraat in Amsterdam en de gebouwen
van het KNMI in De Bilt.
Het stationsgebouw van Roosendaal is het enige stationsgebouw dat
deze rijksbouwmeester ontwierp. Het feit dat er in het Roosendaalse
station diverse rijksinstellingen (douane, marechaussee en posterijen)
werden ondergebracht zal ongetwijfeld een reden geweest zijn voor
de keuze van deze architect.
Bij het ontwerpen van het Roosendaalse stationsgebouw heeft Knuttel
naar alle waarschijnlijkheid het Kaiserpfaltz in het Duitse Goslar
(aan de noordrand van het Harzgebergte) als voorbeeld genomen. De
voorgevel lijkt er sterk op, maar in tegenstelling tot dit Keizerlijk
paleis, heeft het stationsgebouw van Roosendaal een afgeplat dak.
Knuttel ontwierp overigens alleen de gevels van het stationsgebouw,
de rest van het stationscomplex werd bedacht door G.W. van Heukelom.
Van Heukelom, die zelf inmiddels ook al ervaring met het ontwerpen
van stations had opgedaan, scheen trouwens niet zo blij geweest te
zijn met deze situatie. Hij was ook niet erg gelukkig met het ontwerp
van het stationsgebouw. In een biografie scheen hij zelfs de vloer
er mee te hebben aangeveegd
.
Ook in Roosendaal was men aanvankelijk niet gelukkig met het nieuwe
station. Doordat het hele station zo'n 500 meter in noordoostelijke
richting opschoof, kwam het een eind buiten de bebouwde kom te liggen.
Dat het oude station destijds voor enorme structurele verkeersproblemen
had gezorgd was men kennelijk al weer vergeten. Op 4 november 1907
werd het station in gebruik genomen. Bij deze gelegenheid waren diverse
feestelijkheden georganiseerd, maar de inwoners van Roosendaal bleven
massaal weg
Desondanks braken er voor Roosendaal gouden tijden aan. Het (internationale)
treinverkeer zorgt voor veel werkgelegenheid. Mede dankzij het spoor
groeide Roosendaal uit van een boerendorpje tot een middelgrote plaats,
met veel industrie. |
|
Boven:
Het nieuwe station in Roosendaal, kort na de opening. (ansichtkaart)
|
|
|
Onder:
De Kaiserpfalz (keizerlijk paleis) in Goslar, gebouwd in de 11de
eeuw, heeft waarschijnlijk als voorbeeld gediend voor het stationsgebouw
van Roosendaal.
|
|
|
|
|
|
|
|
Onder: De trap naar het perron, vanuit de reizigerstunnel.
Let ook eens op de fraaie troggewelfjes in het plafond van de
tunnel. Afgezien van de tl-balk in de perronkap en de gele informatiezuil
verkeert alles nog in authentieke staat.

|
Onder:
Het postkantoor van Roermond is één van de vele
postkantoren die D.E.C. Knuttel ontwierp. Het werd in 1907 in
gebruik genomen, hetzelfde jaar als het Roosendaalse station.
|
|
|
Onder:
Panorama van het stationsgebouw, vanaf de toren van de St. Antoniuskerk.
Deze kerk werd in 1980 gesloopt. Het is dus in meerdere opzichten
een historisch plaatje.
(ansichtkaart)
|
versie: 16-11-2007 |