|
|
Het
eerste station
Bouwjaar:
|
1854 |
Verbouwd: |
1868,
1888 |
Gesloopt: |
1907 |
|
|
In de
zomer van 1852 werd een verdrag tussen de Belgische en de Nederlandse
regering gesloten waarin stond dat er een spoorverbinding tussen beide
landen zou komen. Vrijwel direct vroeg een zekere Louis Gihoul, een
grootgrondbezitter van Franse afkomst, de concessie aan. Hij richtte
hiervoor een eigen spoorwegmaatschappij, de Spoorwegmaatschappij Antwerpen-Rotterdam
(AR) op. De concessie werd verkregen en al snel startte de aanleg.
Als het aan de Nederlandse regering had gelegen zou de spoorlijn vanaf
Rotterdam via Breda naar Antwerpen aangelegd worden. Maar Gihoul koos
voor een tracé via Zevenbergen, Roosendaal en het Belgische
Essen. De reden hiervoor: hij had bij Kamlthout (vlakbij Essen in
België) veel grond in eigendom en hoefde daardoor minder grondeigenaren
uit te kopen. Hierdoor kon de spoorlijn veel sneller en voordeliger
aangelegd worden. Bovendien bleek Gihoul de enige concessie aanvrager
geweest te zijn
. De Nederlandse regering kreeg Gihoul wel zover
om in Roosendaal een zijtak naar Breda aan te leggen. Roosendaal werd
hiermee het allereerste overstapstation van Nederland.
De aanleg verliep verder zeer voorspoedig en op 26 juni 1854 werd
het eerste deel van de spoorlijn, Antwerpen-Roosendaal-Etten (het
huidige Etten-Leur), in gebruik genomen. De eerste spoorwegverbinding
tussen Nederland en België was hiermee een feit. Aan het einde
van datzelfde jaar werd ook de trajecten Roosendaal-Oudenbosch (20
oktober) en Oudenbosch-Zevenbergen (24 december) in gebruik genomen.
In mei 1855 werd de voorlopige eindhalte Moerdijk bereikt. Van hieruit
was een bootverbinding naar Rotterdam. De spoorbrug over het Hollands
Diep werd pas veel later, namelijk in 1872, in gebruik genomen.
In 1880 kwamen de lijnen Roosendaal-Lage Zwaluwe en Roosendaal-Breda
in Nederlandse handen, en werd de exploitatie door Staatsspoor overgenomen.
Het aantal reizigers groeit flink en ook het dorp profiteert van het
spoor.
Die onstuimige groei van het treinverkeer rond Roosendaal kreeg ook
een keerzijde
Het station werd veel te klein. Het emplacement
werd enkele keren uitgebreid, maar rond 1890 zat het echt aan haar
maximale capaciteit. Een nieuw station met een groter emplacement
werd niet langer een wens maar bittere noodzaak. Maar dit kwam er
echter niet zonder slag of stoot. Het zou nog ruim vijftien jaar duren
voordat in Roosendaal een nieuw, groter stationscomplex in gebruik
kon worden genomen.
|
|
Boven:
Een fraaie kleurenafbeelding van het eerste station van Roosendaal,
omstreeks 1855. De trein komt zojuist aan op het station. Het
stationsgebouw staat rechts op de afbeelding, links is onder andere
de locomotievenloods te zien.
|
|
|
|
Onder:
Het eerste stationsgebouw van Roosendaal, omstreeks 1900
(ansichtkaart)
|
|
|
|
|
Onder:
Het emplacement van het eerste station, gezien vanaf de spoorwegovergang
aan de Markt en de Kade. Rechts is het stationsgebouw te zien,
in het midden één van de perrons. Nadat het nieuwe
station in gebruik werd genomen werd het oude station vrijwel
direct daarna gesloopt. Op de plaats van de loods (links van het
midden) staat tegenwoordig het voormalige post-expeditiecentrum.
(ansichtkaart)
|
|
|
versie: 16-11-2007 |