|
|
De
verwoesting en wederopbouw van Nijmegen
In de rijke geschiedenis van Nijmegen vormt
1944 een rampjaar. Dat begon op 22 februari, toen in de vroege middag
de binnenstad werd getroffen door een Amerikaans bombardement. Ongeveer
800 mensen vonden hierbij de dood en een groot deel van het historische
centrum werd verwoest. Een deel van de bommen kwam op en rond het
station te vallen. De stationsrestauratie in de linkervleugel van
het gebouw kreeg een voltreffer, helaas was daar op dat moment een
cursus aan de gang. Een trein die op het eerste perron klaar stond
voor vertrek vloog in brand. Alleen al bij het station kwamen tientallen
mensen om het leven
Een kleine zeven maanden later kreeg Nijmegen het wederom zwaar
te verduren. Op 17 september begon de operatie "Market Garden",
één van de bekendste militaire acties tijdens de Tweede
Wereldoorlog. Nijmegen werd een frontstad. Vooral tussen 18 en 20
september waren er zware gevechten in de stad. De verwoestingen
waren hierbij enorm, delen van de binnenstad die tijdens het bombardement
redelijk ongeschonden waren gebleven werden nu met de grond gelijk
gemaakt. Hele straten werden in brand gestoken, een poging om zo
de geallieerde opmars enigszins te vertragen. Op 19 september werd
het station door de geallieerden ingenomen, hierbij brandde het
stationsgebouw uit. Een dag later werd Nijmegen bevrijd, maar daarmee
keerde de rust bepaald niet terug. Integendeel zelfs, want doordat
de geallieerde opmars bij Arnhem stokte bleef Nijmegen in de maanden
die volgden frontstad. Tot eind maart 1945 werd de stad met enige
regelmaat bestookt met granaten en bommen. Na de oorlog kon de trieste
balans worden opgemaakt; duizenden doden en een veelvoud daarvan
aan gewonden. Bijna de hele binnenstad was verwoest of had zware
schade. Geen enkele stad in ons land was zo zwaar getroffen
In de eerste jaren na de oorlog lag voor wat betreft de spoorwegen
de eerste prioriteit bij het herstel van het spoor en het weer opzetten
van geregelde treindiensten. Stations werden zonodig provisorisch
opgeknapt. Dit gebeurde ook in Nijmegen, waar met het restant van
het uitgebrande stationsgebouw een tijdelijk onderkomen werd gecreëerd.
Daarbij was al duidelijk dat het overgrote deel van het oude stationsgebouw
niet meer gebruikt kon worden. Tijdens deze herbouw veranderde het
uiterlijk van het stationsgebouw zo rigoureus dat alleen de speklagen
nog aan het oude stationsgebouw van Peters herinnerden. Opmerkelijk
detail, dat later ook bij het nieuwe stationsgebouw zou terugkeren,
was het ingangsportaal. Links daarvan was een aparte uitgang. Dit
tijdelijke onderkomen kwam in het najaar van 1946 gereed. Het herstel
van de spoorlijnen was op dat moment nog volop aan de gang, pas
aan het einde van de jaren veertig was het treinverkeer rond Nijmegen
weer op het oude niveau
Ondertussen werden diverse plannen gemaakt voor de wederopbouw van
de stad. Daarbij werd een aantal varianten tegen het licht gehouden,
net zoals zestig jaar eerder gebeurde ten tijde van de stadsuitleg.
In het plan dat uiteindelijk uitgevoerd werd ging men uit van behoud
van het oude stratenplan, met hier en daar wat aanpassingen ten
behoeve van het autoverkeer. Een voorbeeld hiervan was de aanleg
van een verkeerstunnel onder het spooremplacement, pal naast -en
zelfs deel onder- het station. De Van Schaek Mathonsingel was haar
status als voorname stationslaan kwijtgeraakt, mede doordat de door
de oorlog verwoeste villa's plaatsmaakten voor kille kantoorblokken.
Eén van de hoogtepunten uit die wederopbouwperiode vormde
de ingebruikname van het nieuwe stationsgebouw, welke in 1954 gereedkwam.
Dit nieuwe stationsgebouw werd ontworpen door architect S. van Ravesteyn,
die -zoals op de eerste pagina al aangegeven- bepaald niet onomstreden
was. Van Ravesteyn werd voor de oorlog geroemd om zijn heldere en
zakelijke stijl. Aan het einde van de jaren dertig werd deze aangevuld
met zwierige lijnen en veel beeldhouwwerken. Maar na de Tweede Wereldoorlog
veranderde de bouwstijl radicaal. Strakke ontwerpen werden afgewisseld
met -het toen zeer gangbare- Delftse School en met Italiaanse invloeden.
Dat laatste is vooral bij het Nijmeegse stationsgebouw terug te
vinden, in de vorm van lange gevels met veel verticale geledingen.
Een ander typisch kenmerk van Van Ravesteyn was het hergebruik van
bestaande delen van het station, in de eerste plaats vooral om kosten
te besparen. In Nijmegen kon, net zoals eerder ook in Vlissingen
en 's-Hertogenbosch gebeurde, een groot deel van de perrongevel
van het stationsgebouw worden gebruikt. Met het gereedkomen van
dit stationsgebouw eindige feitelijk de reeks stationsgebouwen,
die Van Ravesteyn in de zuidelijke helft van ons land heeft ontworpen.
Inmiddels was deze arcjitect in Rotterdam aan het werk gegaan, waar
hij in een tijdsbestek van zeven jaar zes stations zou ontwerpen.
|
|
|
|
Boven:
Het station zoals het er kort na het bombardement van 22 februari
1944 uitzag, hier gezien vanaf het perronplein in de richting
van de visitatieruimte. Aan de linkerkant is het eindgebouw van
de linkervleugel te herkennen. Bij het bombardement werd vooral
die linkervleugel van het stationsgebouw getroffen, dat is op
deze foto overigens niet te zien. Wat wel te zien is, is dat ook
de overkapping zwaar gehavend is, evenals de visitatieruimte.
Ook de rest van het gebouw had schade, maar dit had waarschijnlijk
nog wel hersteld kunnen worden. Maar tijdens de operatie Market
Garden, waarbij ook in Nijmegen flink werd gevochten, raakte het
stationsgebouw onherstelbaar beschadigd...
|
|
Onder:
Een blik op het perron, eveneens kort na het bombardement. Langs
dat perron staat het uitgebrande restant van wat kort daarvoor
nog een zo goed als nieuw treinstel (type: Mat '40) was. Het stond
langs het eerste perron (nu spoor 1a) gereed voor vertrek naar
Arnhem, maar vloog als gevolg van dat bombardement in brand. Er
zaten op dat moment nog mensen in de trein, een aantal daarvan
hebben het niet overleefd
.
|
|
(Fotograaf
onbekend)
|
|
|
|
|
Onder:
Het trieste restant van het station na de bevrijding, hier vereeuwigd
op een ansichtkaart. Deze kaart is onderdeel van een hele serie
fotokaarten, die kort na de oorlog door de firma Van der Borg
werd uitgebracht. Duidelijk is te zien dat alleen de buitenmuren
nog overeind staan. De linkervleugel is bijna helemaal verdwenen.
Nijmegen werd op 20 september 1944 bevrijd, maar daarmee was de
ellende nog lang niet voorbij. Nog maandenlang zou Nijmegen frontstad
blijven...
.
(Ansichtkaart)
|
Onder:
Een plattegrondje van Nijmegen, met daarop aangegeven welke gebieden
zijn verwoest of zwaar beschadigd tijdens te Tweede Wereldoorlog.
Let wel: het is een totaaloverzicht, dus niet alleen het gevolg
van het bombardenent. Dit kaartje werd het "visitekaartje
van Nijmegen" genoemd, en werd in 1947 verspreid om zo landelijke
bekendheid te kunnen krijgen. Voornaamste doel hierbij was om
zoveel mogelijk geld en goederen voor de wederopbouw in te kunnen
zamelen. Maar juist in die tijd waren beide erg schaars en Nijmegen
was bepaald niet de enige stad van ons land dat gehavend uit de
oorlog was gekomen
.
|
|
|
|
|
Onder:
In de toren van het huidige stationsgebouw is dit reliëf
aangebracht. Het werd vervaardigd door de Nijmeegse kunstenaar
C. Hammes en symboliseert de verwoesting en het herstel van Nijmegen,
en in het bijzonder dat van het station. Het werd in 1954 onthuld,
gelijktijdig met de opening van het nieuwe stationsgebouw. Let
ook op de fraaie ster in het plafond van de ruimte. Wie deze decoratie
heeft gemaakt is mij niet bekend...
.
|
Onder:
Na de oorlog werd het zwaar gehavende stationsgebouw opgelapt,
zodat het nog dienst kon doem tot het nieuwe stationsgebouw gereed
was. Dit tijdelijke gebouw werd in november 1946 geopend. Het
oude stationsgebouw van Peters is nauwelijks meer te herkennen,
alleen de speklagen in de muren verraden dat het oude gebouw als
basis heeft gediend. Een opvallend detail is het ingangsportaal,
die zou later ook bij het nieuwe stationsgebouw worden toegepast.
Links daarvan is de uitgang van het station te zien
.
|
|
|
|
|
Onder:
De verkeerstunnel onder het spooremplacement. Vanwege de hoogteverschillen
in Nijmegen heeft het station nooit een toegang aan de achterzijde
gehad en was de krappe Hezelpoort de enige verbinding met de
achter het station gelegen wijk. Als sluitstuk van de wederopbouwperiode
werd deze onderdoorgang in 1961 aangelegd. De tunnel ligt zelfs
deels onder het stationsgebouw, de noordelijke vleugel kan dan
ook pas nadat de tunnel klaar was worden gebouwd. In de naastgelegen
fietstunnel is een directe toegang naar het eilandperron.
.
|
|
|
|
|
versie: 23-12-2016 |