|
|
Eindelijk
aangesloten op het Nederlandse spoornet
|
|
|
STATION
II |
|
|
|
Maatschappij: |
Maatschappij
tot Exploitatie van Staatsspoorwegen (Staatsspoor) |
Bouwjaar:
|
1879 |
Gesloopt: |
2014 |
Herbouwd: |
2015 |
Status: |
Gemeentelijk
monument |
Bijzonderheid: |
In 1894 verplaatst naar de Ooyse
Sluisdijk. |
|
|
|
|
De gesloten vesting rondom Nijmegen zorgde
in de negentiende eeuw voor steeds problematischer situaties. Zo
was het aantal inwoners in deze eeuw al meer dan verdubbeld, zonder
dat de stad kon uitbreiden. Vooral de armere delen van de binnenstad
raakten overbevolkt, huizen werden hier dicht op elkaar gebouwd.
Mede door dit gebrek aan ruimte ging de industrialisatieperiode
grotendeels aan Nijmegen voorbij. Alhoewel er later nog wel een
paar grote fabrieken kwamen, zou Nijmegen nooit een echte industriestad
worden.
De vestingstatus werd uiteindelijk in 1874 opgeheven. Een jaar daarvoor
had het gemeentebestuur ook al goed bericht van het Rijk mogen ontvangen;
er was een nieuwe wet aangenomen, waarin was bepaald dat er een
spoorverbinding Nijmegen en Arnhem moest komen. In 1875 volgde wederom
een nieuwe wet, ditmaal werd -onder andere- de aanleg van een spoorlijn
tussen Nijmegen en Venlo bepaald. En daar bleef het niet bij, want
in 1877 werd een begin gemaakt met de aanleg van de spoorlijn naar
Tilburg. Moest Nijmegen het de eerste veertien jaar met een spoorlijntje
naar Duitsland doen, nu werd het in een tijdsbestek van enkele jaren
een belangrijk spoorknooppunt
In de eerste jaren na het opheffen van de vesting werd vooral hard
gewerkt aan plannen voor stadsuitbreiding. Deze kwamen rond 1878
gereed. De verdedigingswerken werden vervolgens in een razend tempo
bijna helemaal gesloopt en er kwamen er kwamen parken en brede singels.
Die lanen kwamen, met een paar uitvalswegen, samen op een groot
verkeersplein. Langs deze singels werden statige huizen gebouwd.
Eén van die nieuwe lanen werd de Stationslaan (die later
de Van Schaek Mathonsingel ging heten), die vanaf dat nieuwe Keizer
Karelplein rechtstreeks naar een nieuw te bouwen station leidde.
In het uitbreidingsplan was al rekening gehouden met de aanleg van
de drie nieuwe spoorlijnen. Het oude stationnetje was daar uiteraard
niet op berekend en bovendien stond het in de weg bij de realisatie
van het uitbreidingsplan. Het station werd dan ook verplaatst naar
een nieuwe locatie in het westen van de stad. Het spoor uit Duitsland,
waarop later ook het spoor vanuit Venlo zou aansluiten, werd met
een ruime boog naar het nieuwe station verlegd.
Ondertussen was in 1879 de eerste van de drie nieuw aan te leggen
spoorlijnen, die naar Arnhem, gereedgekomen. Eindelijk had Nijmegen
haar spoorwegverbinding met de rest van Nederland, het was de laatste
van de grote steden die op het nationale spoorwegnet werd aangesloten.
Om die spoorlijn naar Arnhem aan te kunnen leggen moest de Waal
worden overgestoken, waardoor Nijmegen haar eerste brug kreeg. Die
brug werd tussen de Nieuwe Haven en de binnenstad gebouwd. Het nieuwe
station werd in het verlengde van de spoorbrug gebouwd. In afwachting
van een nieuw en definitief station werd eerst een tijdelijk station
in dienst gesteld. Deze verrees iets ten noorden van het nog te
bouwen station, het stationsgebouw stond voor een deel op de plaats
waar nu poppodium Doornroosje is. Het gebouw bestond uit stijl-
en regelwerk dat werd opgevuld met stenen. Een constructie die tot
voor kort nog was vereist voor bouwwerken die in het schootsveld
stonden. In dit geval was het hoogstwaarschijnlijk puur vanwege
het tijdelijke karakter van het stationsgebouw gedaan. Desalniettemin
bleek de constructie behoorlijk robuust te zijn. Er zijn meer van
dergelijke stationsgebouwen gebouwd en een paar daarvan (Breda,
Bergen op Zoom) zijn ruim een eeuw oud geworden. Zo ook het eerste
Staatsspoor-stationsgebouw van Nijmegen, al heeft het maar vijftien
jaar als zodanig dienstgedaan. Maar toen in 1894 het nieuwe station
in gebruik werd genomen kreeg het gebouw een tweede leven. Het werd
verplaatst naar het Ooyse Sluispad, even ten oosten van de stad.
Daar werd het gebouw weer in elkaar gezet, waarna het lange tijd
heeft dienstgedaan als werkplaats en opslagloods van een metaalbedrijf.
Tot enkele jaren geleden bleef het als loods in gebruik, maar inmiddels
heeft het een nieuwe bestemming gekregen. Hiervoor moest het vroegere
stationsgebouw, dat door velen trouwens een "spoorloods"
wordt genoemd, worden verbouwd. Daarbij kwam aan het licht dat het
gebouw in slechte staat verkeerde. Er zat niets anders op dan het
af te breken en weer in dezelfde stijl op te bouwen, waarbij overigens
zo veel mogelijk originele onderdelen werden hergebruikt. In de
loop van 2015 kwam het weer als herboren uit de steigers. Tegenwoordig
heeft het een horecabestemming en er zijn enkele woningen in gemaakt.
Het voormalige stationsgebouw is een gemeentelijk monument.
|
|
|
|
Boven
en onder: Het tweede stationsgebouw van Nijmegen bestaat nog altijd.
Dat is best opmerkelijk voor een gebouw dat als tijdelijk bedoeld
was, zeker als zo'n bouwwerk voor een groot deel van hout is.
Het werd in 1879 gebouwd, in afwachting van het definitieve station.
Het stond om die reden iets noordelijker, grotendeels op de plaats
waar nu de "witte zijvleugel" van het huidige stationsgebouw
is en voor een deel op de plek van poppodium Doornroosje. Het
gebouw werd in 1894 afgebroken, waarna het naar het Ooyse Sluispad
werd verplaatst. Daar heeft het meer dan een eeuw dienstgedaan
als werkplaats en opslagloods. Enkele jaren geleden kreeg het
gebouw een nieuwe functie. Maar het verkeerde toen in een slechte
staat, het moest worden afgebroken om vervolgens weer in dezelfde
staat te worden opgebouwd. Op de foto hierboven is het gebouw
nog in haar oude gedaante te zien. De foto hieronder werd in maart
2015 gemaakt, toen de herbouw in volle gang was. Inmiddels heeft
het gebouw onder meer een horecabestemming.
.
|
|
|
|
|
|
Onder:
Wederom een plattegrondje van Nijmegen, nu met de situatie zoals
die in 1879 was. In vijf jaar tijd is er al wat veranderd (zie
het kaartje op de vorige pagina). Zo is het station (1)
inmiddels al verplaatst, al is het oude (2) óók
nog aangegeven. De verdedigingslinies (3) zijn nog duidelijk
te zien, deze zouden pas na 1880 worden gesloopt. Op de kaart
is al het tracé voor de toekomstige spoorlijn naar 's-Hertogenbosch
(4) te zien, deze zou in 1881 in gebruik worden genomen.
De spoorlijn naar Venlo, die in 1883 gereed kwam, volgt in Nijmegen
hetzelfde tracé als het verlegde spoor naar Duitsland (5).
Tot slot zijn hier nog aangegeven: de Nieuwe Hezelpoort (6)
en het Ooyse Sluispad (7), de plek waar het tijdelijke
stationsgebouw nog altijd staat.
.
|
Onder:
De bijzonder fraaie onderdoorgang in de Lange Hezelstraat. Ze
werd rond 1879 gebouwd, gelijktijdig met de aanleg van het spoor
naar Arnhem. Alhoewel dit feitelijk een spoorviaduct is, staat
ze -uiteraard vanwege haar vorm- algemeen bekend als de Nieuwe
Hezelpoort. Die naam verwijst naar de vroegere stadspoort, die
iets verder naar het oosten heeft gestaan. Het viaduct, dat een
rijksmonument is, heeft de tand des tijds prima doorstaan. Helaas
is het aanzicht aan de stadszijde behoorlijk ontsierd door het
verhoogde fietspad, dat er letterlijk tegenaan is gebouwd! Fietsers
hebben trouwens een eigen, smalle onderdoorgang, deze is van veel
later datum en bevindt zich direct ten zuiden van het viaduct.
.
|
|
|
|
|
Onder
(beide foto's): De Nijmeegse spoorbrug was de eerste vaste oeververbinding
van de stad. Gedurende lange tijd was de ook de enige, de bekende
verkeersbrug zou pas in 1936 in gebruik worden genomen. Heel bijzonder
is het zuidelijke brughoofd van de spoorbrug, dus die aan de stadszijde,
welke werd ontworpen door P.J.H. Cuypers. Aan weerszijden van
het begin van de brug staan twee torenachtige bouwwerken, die
nog het meest doen denken aan middeleeuwse verdedigingstorens.
Ze schijnen ook daadwerkelijk als zodanig te zijn ontworpen, maar
of ze daadwerkelijk voor verdediging zijn gebruikt waag ik te
betwijfelen. Zowel de brug als het unieke landhoofd raakten tijdens
de Tweede Wereldoorlog beschadigd, waarna ze provisorisch zijn
opgelapt. De brug werd uiteindelijk vervangen, de torentjes dreigden
toen te worden gesloopt. Dat gebeurde niet, óók
niet toen de oostelijke toren eigenlijk in de weg stond bij de
aanleg van het verhoogde fietspad. In 2008 begon de restauratie
van het landhoofd, waarbij de twee torentjes weer in oude staat
werden hersteld. Zelfs het ridderfiguur (foto rechtsonder) op
de oostelijke toren keerde terug. Het landhoofd is inmiddels een
rijksmonument.
.
|
|
|
|
|
|
|
Onder:
De eerste spoorbrug over de Waal was een ontwerp van de architecten
J.M. Telders en jhr. O.J.H. Repelaer van Driel. De oorspronkelijke
brug bestond uit drie bogen en een vakwerk aanbrug aan de noordelijke
kant. Tijdens de Tweede Wereldoorlog raakte de brug meerdere malen
zwaar beschadigd en werd vervolgens ook weer opgeknapt. Uiteindelijk
werd de brug in 1983 vervangen door een nieuw exemplaar. (zie
ook de volgende foto)
.
|
Onder:
De huidige, blauwe spoorbrug uit 1983 met daaraan vast de nieuwe
fietsbrug "Snelbinder", die in 2004 werd geopend. De
oude spoorbrug, met haar drie bogen, was aan het begin van de
jaren tachtig versleten. Bovendien bleek de brug een steeds groter
obstakel voor het scheepvaartverkeer te worden. Daarom werden
de drie bogen vervangen door een enkele. Met een overspanning
van zo'n 235 meter was dit destijds de langste bij een spoorbrug
in ons land. De noordelijke aanbrug is tegenwoordig van beton.
.
|
|
|
|
|
versie: 27-10-2016 |