Home ] Terug naar de eerste pagina ]Volgende pagina ]
   
 
NIJMEGEN

 

Een "Duits station"

   
STATION I  
   
Maatschappij: Nijmeegsche Spoorwegmaatschappij (NSM)
Bouwjaar: 1865
Gesloopt: 1879
   
   

Nijmegen is één van de oudste plaatsen van ons land. Al vér voor onze jaartelling was in deze omgeving al een nederzetting, blijkens de vele archeologische vondsten die in dit gebied zijn gedaan. Aan het begin van de eerste eeuw kozen de Romeinen deze plek uit voor een nieuwe uitvalsbasis. Op dat moment was de plaats, die toen Oppium Batavorum werd genoemd, de "hoofdstad" van het Bataafse Rijk. De Romeinen hernoemden het vervolgens Ulpia Noviomagus Batavorum, dat laatste was een directe verwijzing naar de samenwerking tussen de twee volken. Vlak voor het begin van de vierde eeuw verlieten de Romeinen de streek, maar desondanks bleef het gebied bewoond. Op de plaats van het vroegere castellum werd later een burcht gebouwd, die vele malen werd verwoest en weer werd opgebouwd. De Sint Nicolaaskapel en de Barbarossaruïne herinneren hier nog altijd aan. In de veertiende eeuw werd Nijmegen lid van het Hanzeverbond, waardoor het uitgroeide tot een belangrijk handelscentrum. Heel lang duurde dit succes echter niet en de betekenis van Nijmegen nam vervolgens weer af. Vanwege haar strategische ligging had Nijmegen al in de dertiende eeuw een omwalling, maar tijdens de Tachtigjarige Oorlog werd het een vestingstad. Dat zou ze bijna tot het einde van in de negentiende eeuw blijven, met alle gevolgen van dien. Want de uitgebreide verdedigingslinie beschermde de stad weliswaar, maar belemmerde ook de groei. Pas in 1874 werd die vestingstatus opgeheven en kon de -inmiddels overbevolkte- stad weer uit gaan breiden.
De opkomst van de spoorwegen was ook in Nijmegen niet onopgemerkt gebleven. De Spoorwegwet van 1860, waarbij diverse grotere plaatsen van Staatswege van een spoorverbinding werden voorzien, bepaalde aanvankelijk dat er ook een spoorlijn tussen Arnhem, Nijmegen en Tilburg zou worden aangelegd. Maar onder druk van de Eerste Kamer moest de wet op een aantal punten worden gewijzigd, waarbij de genoemde spoorverbinding kwam te vervallen. Nijmegen dreigde dus buiten de boot te vallen. Dit werd de aanleiding voor een initiatief vanuit de Nijmeegse bevolking, door een aantal notabelen werd een eigen spoorwegmaatschappij opgericht: de Nijmeegsche Spoorwegmaatschappij (NSM). Doel hierbij was om een spoorlijn tussen Nijmegen en het Duitse Kleve aan te kunnen leggen. Na wat tegenslagen werd uiteindelijk op 8 augustus 1865 deze verbinding in gebruik genomen en had Nijmegen (eindelijk) haar eerste station.
Dat eerste station stond in de buurt van het Keizer Karelplein, ongeveer ter hoogte van de Nijhofstraat en voor een deel op de plek waar nu concertzaal De Vereeniging staat. Over het station zelf is niet zo heel veel bekend, in ieder geval bestond het uit een eenvoudig, houten stationsgebouw. In die tijd gold immers nog de Kringenwet en die bepaalde dat gebouwen die dicht bij de vesting stonden, in het zogenoemde schootsveld, bij oorlogsdreiging makkelijk te verwijderen moesten zijn. Ook de bijgebouwen van het station waren dientengevolge van hout.
Hoewel de naam van de spoorwegmaatschappij anders deed vermoeden was de exploitatie van de spoorlijn een Duitse aangelegenheid, deze werd verzorgd door de (toen nog Pruisische) Rheinische Eisenbahn-Gesellschaft. Deze maatschappij had in Kleve al een spoorverbinding met Keulen in exploitatie en hoopte via de NSM een directe verbinding tussen Keulen en Arnhem te kunnen realiseren. Wellicht werd mede om die reden het spoor tot de Nieuwe Haven doorgetrokken. Toch kreeg de Pruisische maatschappij niet haar gewenste spoorlijn naar Arnhem, de te bouwen bruggen over respectievelijk de Waal en de Rijn werden in die tijd nog als veel te kostbaar beschouwd. Hierdoor had Nijmegen een geïsoleerd stuk spoor, waarmee uitsluitend naar het buitenland kon worden gereisd. Desalniettemin was men er zeer content mee. Als blijvende herinnering aan de aanleg van die eerste spoorlijn werd een groot monument vervaardigd, dat op 10 mei 1884 werd onthuld. De Nijmeegsche Spoorwegmaatschappij zou uiteindelijk nog tot 1923 blijven bestaan…

Boven: Het imposante Spoorwegmonument uit 1884. Het werd ontworpen door J.J. Weve, die destijds gemeentearchitect van Nijmegen was. Het bestaat uit een zinken Victoriabeeld, zittend op een hoge sokkel. Dat beeld is een afgietsel van een marmeren exemplaar van de Duitse beeldhouwer Rauch. De hoge sokkel heeft aan elke kant een soort nis. Op de voorzijde staat een tekst, de overige drie nissen zijn leeg. Dat waren ze van origine trouwens niet, toen het monument werd gebouwd was er een soort weerstation op gemonteerd. De plek is trouwens al even opvallend. Je zou verwachten dat die bij het station staat, of desnoods bij de plek waar het eerste station heeft gestaan. Al meer dan 120 jaar staat het aan de rand van het Valkhof, aan de Hoogstraat. Vroeger stond het tegenover de sociëteit Burgerlust, maar dat gebouw werd in de jaren vijftig gesloopt. Daardoor zijn nu op de achtergrond de Waalbrug en de Sint Nicolaaskapel te zien. Het Spoorwegmonument is tegenwoordig een rijksmonument. Op de voorzijde staat de volgende tekst:

EENDRACHT MAAKT MACHT
TER HERINNERING AAN DEN BOUW VAN DEN SPOORWEG
NIJMEGEN-CLEVE
DOOR NIJMEEG'S BURGERIJ
GEOPEND 8 AUGUSTUS 1865

.

 
 
Onder: Een plattegrondje van Nijmegen, zoals het er voor 1874 uitzag. Duidelijk te zien zijn de vestingwerken (1) om de stad en het ontbreken van de bruggen over de Waal. Het allereerste station (2) was toen nog in het zuiden van de toenmalige stad, niet ver van de Molenpoort (3). Vanaf dat station liep een spoor naar de Nieuwe Haven (4). Dat "havenspoor" verdween in 1879, toen het station naar een nieuwe plek werd verplaatst. Op ongeveer dezelfde plek werd later de Kronenburgsingel (5) aangelegd.
.
 
 
Onder: Voor zover ik na kon gaan is dit de enige foto waarop een deel van het allereerste station te zien is. Deze foto werd gemaakt nabij de Molenpoort, die aan het einde van de Molenstraat heeft gestaan. Te zien zijn de omwalling en de brug over de stadsgracht naar het station. Deze is nog net aan de linkerkant te zien, dat wil zeggen: één van de loodsen. Van het eerste stationsgebouw is niets te zien. De molen aan de rechterkant is ook allang verdwenen, deze stond bij het begin van de Graafseweg. De omgeving is onherkenbaar veranderd, de fotograaf zou nu ongeveer op de hoek van de Oranjesingel en het Keizer Karelplein hebben gestaan. Op de plek van het bruggetje staat nu De Vereeniging.
.
(Fotograaf onbekend)
Onder: En zo ziet de omgeving er nu uit, al is deze foto van een andere plek (namelijk op de hoek Sint Annastraat / Groesbeekseweg) genomen. Dit is ongeveer de plek waar het eerste station heeft gestaan, aan de linkerkant is nog net een deel van de Vereeniging te zien. Nadat in de jaren zeventig van de negentiende eeuw de verdedigingswerken werden gesloopt en het eerste station naar een nieuwe locatie was verplaatst, veranderde de omgeving ingrijpend. Langs de vroegere stadsgracht werden brede lanen aangelegd. Centraal hierbij was de aanleg van een groot verkeersplein, het Keizer Karelplein.
.
 
 
Onder (beide foto's): Het verlaten spoor naar Kleve, hier gefotografeerd nabij de overweg in de Groesbeekseweg (bij Malden), deze foto's werden in 2006 gemaakt, toen stond dit karakteristieke voorsein er nog en bij de overweg was nog een restant van een waarschuwingslicht. Nu, tien jaar later, staan alleen de andreaskruisen er nog. De oudste spoorverbinding van Nijmegen was ooit een belangrijke internationale verbinding, maar kende in de laatste jaren van haar bestaan een zeer marginaal reizigersaanbod…
.
 

 

 

  Free counter and web stats versie: 4-10-2016