|
|
Eindelijk
een nieuw stationsgebouw
|
|
|
Architect: |
H.G.J. Schelling |
Bouwjaar: |
1926 |
|
|
|
|
|
|
In 1926 kwam het stationsgebouw gereed, negen
jaar na de ingebruikname van het eilandperron. Al tijdens de aanleg
van dat eilandperron werd, als gevolg van materieeltekorten, de
bouw van een nieuw stationsgebouw tot nader order uitgesteld. Dit
besluit viel wellicht al vóór of tijdens de ontwerpfase,
er bestaan in ieder geval -voor zover bekend- geen ontwerptekeningen
van een stationsgebouw dat door Westhoff werd ontworpen.
Inmiddels was de HIJSM een samenwerkingsverband aangegaan met de
vroegere aartsrivaal Staatsspoor. Een voortvloeisel hieruit was
dat de architecten van de twee afzonderlijke maatschappijen nu voor
beiden gingen werken. Wat dit concreet inhield werd duidelijk toen
het ontwerpen van het nieuwe stationsgebouw voor het station Naarden-Bussum
werd gegund aan een architect van Staatsspoor: H.G.J. Schelling.
Het stationsgebouw is opvallend, het bestaat uitsluitend uit rechte
lijnen. Dat is tot in het uiterste doorgetrokken; zelfs de daken
zijn plat en recht. De enige ronding dat het gebouw heeft zijn de
wijzerplaten van de twee stationsklokken op de zijgevels van het
hoofdgedeelte. Overigens had dit stationsgebouw niet de primeur
met deze bouwstijl. Twee jaar tevoren had Schelling het ontwerp
klaar voor het, eveneens in kubistisch expressionistische stijl
uitgevoerde, stationsgebouw van Sittard gereed. Dat in 1993 gesloopte
stationsgebouw kwam echter pas veel later klaar. Schelling had trouwens
met het Bussumse stationsgebouw wel degelijk een primeur: het was
het allereerste stationsgebouw naar zijn ontwerp dat in gebruik
werd genomen. Bij het ontwerpen van -met name- dit stationsgebouw
scheen Schelling de stijl van de beroemde Amerikaanse architect
Frank Lloyd Wright als voorbeeld te hebben genomen. Het doet ook
wel wat denken aan de stijl van Dudok, met meteen hierbij de aantekening
dat die typische Dudok-stijl pas ná de bouw van dit stationsgebouw
tot ontwikkeling kwam.
Ook de plattegrond van het gebouw is opvallend. Het heeft een soort
S-vorm, waarbij het belangrijkste deel van het gebouw loodrecht
op de sporen staat. Die vorm werd vooral gedicteerd door het (voormalige)
tramstation, waar de noordelijke helft van het stationsgebouw letterlijk
omheen werd gebouwd. Mede dankzij deze opstelling heeft het gebouw
twee aparte toegangen, de hoofdingang aan de voorkant en de uitgang
in de zuidelijke zijgevel, waardoor het vertrekkende en aankomende
reizigersverkeer strikt gescheiden kon blijven. Naast de uitgang
is een opvallend lange zijvleugel, die bijna de helft van de gevellengte
beslaat. In die lange vleugel waren de fietsenstalling en wat dienstruimten
te vinden. De fietsenstalling is inmiddels verhuisd naar de vroegere
goederenloods, dat zich in de rechtervleugel bevond. Die vleugel
is bijna de helft korter, maar daarentegen wel bijna twee keer zo
diep. Ook is deze vleugel wat hoger en bovendien wijkt ze veel minder
ver terug, dit omdat achter dit gedeelte het tramstation was. Het
belangrijkste deel van het gebouw is de hoge rechthoekige stationshal.
Een markante blikvanger is de hoofdingang, die duidelijk wordt gemarkeerd
door een enorm vierkant venster met daarin 36 glas-in-lood vensters.
De perrongevel heeft twee gezichten. Staande op het eilandperron
zijn de boeiende lijnen van het stationsgebouw goed te zien, want
ondanks die rechte lijnen is het gebouw allesbehalve recht-toe-recht-aan.
Op het eerste perron zijn die lijnen, door de aanwezigheid van een
lange perronluifel, niet te zien en is de perrongevel vooral een
lange muur. De vensters met de opvallende Mondriaan-achtige roedeverdelingen
veranderen daar helaas niet zoveel aan
|
|
Onder:
Over de vormgeving van het gebouw verschillen de meningen. Er
zijn mensen die het gebouw ronduit lelijk vinden, anderen vinden
het juist mooi. Bijzonder is het in ieder geval wel. Opmerkelijk
is het feit dat het gebouw geen uurwerk aan de voorzijde heeft.
In plaats daarvan zijn er twee fraaie uurwerken in art deco-stijl
aan de zijgevels van de hal.
|
|
Onder:
Station Naarden-Bussum was ongetwijfeld het eerste station waar
meerdere vormen van openbaar vervoer samenkwamen. Dat is vooral
bij het huidige station goed te zien, het stationsgebouw werd
namelijk letterlijk om het tramstation gebouwd. Die Gooische Tram
reed tot 1947. Daarna bleef de voormalige tramlijn Bussum-Huizen
nog een tijdje in gebruik als goederenlijn. In 1958 werden de
sporen opgebroken. De perrons en de perronoverkappingen bleven,
waardoor het vroegere tramstation tot op de dag van vandaag nog
herkenbaar bleef. Inmiddels is hier de fietsenstalling. De plaats
waar de drie tramsporen lagen is inmiddels opgehoogd en betegeld.
Ook werd hier in 2004 een nieuwe overkapping bijgebouwd. Qua vorm
lijkt deze wel wat op de al bestaande luifels, maar de moderne
materialen zorgen hierbij helaas wel wat voor een conflicterend
geheel...
|
|
|
|
|
|
Onder:
Een tekening van het stationsgebouw. Wat vooral opvalt is de asymmetrische
vorm, waarbij de hoge stationshal rechts van het midden staat.
Minstens zo opvallend is de lange vleugel aan de linkerkant. Deze
neemt bijna de helft van de totale gevellengte voor haar rekening.
Die gevellengte bedraagt trouwens zo'n 130 meter, en dat is bepaald
niet kinderachtig...
|
|
|
|
|
Onder:
De plattegrond van het stationsgebouw is al minstens zo opvallend.
Het heeft een soort Z-vorm, waarbij de rechtervleugel letterlijk
om het vroegere tramstation werd gesitueerd. Wat ook opvalt is
de strikte scheiding tussen de vertrekkende en de aankomende reizigers.
In geen enkel stationsgebouw werd dit zo efficiënt ingedeeld
als hier het geval was. Bovendien is in dit gebouw die strikte
scheiding van weleer het gaafst bewaard gebleven. Uiteraard is
die scheiding allang niet meer van toepassing. De vroegere uitgang
wordt tegenwoordig zelfs meer gebruikt dan de eigenlijke hoofdingang.
Dit vanwege het busstation, dat tegenover de uitgang is gelegen.
|
|
|
|
|
|
Onder:
Toegegeven; op het eerste gezicht komt het gebouw erg massaal
en donker over. Maar juist bij dit gebouw moet je er wat langer
naar kijken en dan ontdek je vanzelf de bijzondere details.
Zo lijken de muren massieve bakstenen vlakken te zijn, maar
in werkelijkheid zitten ze boordevol gemetselde motieven. Let
ook op de manier waarop het grote venster boven de ingang in
meerdere stappen verspringt. Op die manier worden reizigers
als bijna vanzelf naar binnen "gelokt".
|
Onder:
De lange en smalle vleugel aan de zuidkant van het stationsgebouw.
Gedurende lange tijd zat hier de rijwielstalling, maar nu oogt
dit deel van het gebouw al jaren leeg. De fietsenstalling bevindt
zich nu op het voormalige tramstation. In de vroegere goederenloods,
dat aan het tramperron grenst is tegenwoordig een rijwielshop.
|
|
|
|
|
Onder:
Vanaf het eilandperron is de opvallende vorm van het gebouw veel
beter te zien dan vanaf het eerste perron. Toch laat het gebouw
ook hier zich niet echt van haar mooiste kant zien. Dat wordt
op dit moment nog eens extra onderstreept door een lelijk grijs
scherm, dat één van de bouwplaatsen op het station
afschermt.
|
Onder:
De perrongevel is, vanaf het eerste perron gezien, vooral lang
en best wel somber. Maar wie goed kijkt ziet ook hier interessante
details, zoals bij de vensters. De roedeverdelingen lijken haast
door Mondriaan te zijn ontworpen...
|
|
|
|
|
versie: 6-05-2013 |