Home ] Terug naar de eerste pagina ] Vorige pagina ] [ Volgende pagina ]

   
 
MAASTRICHT

 

De bouw van het nieuwe stationscomplex

   

In de negentiende eeuw ontwikkelde Maastricht zich steeds meer van een vestingstad tot een industrieel centrum. Maastricht was, samen met Haarlem, één van de allereerste industriesteden van ons land. Vooral de papier, glas en kristal, cement en -uiteraard bovenal- de keramische industrie werd van groot belang. De ontmanteling van de beklemmende vestingwerken betekende dan ook dat de stad flink kon uitbreiden.
Eén van de plekken waar dit gebeurde was in het stadsdeel Wyck, mede dankzij de aanwezigheid van het spoor én twee van de drie Maastrichtse stations. Oorspronkelijk was Wyck een kleine nederzetting, al tijdens de Romeinse tijd ontstaan. Al zolang als er een oeververbinding over de Maas is vormt Wyck een soort voorstad aan de oostelijke Maasoever. Rond 1880 werd, in het verlengde van de sint Servaasbrug een doorbraak (de Percée) gerealiseerd. Ongeveer tegelijkertijd werd begonnen aan een grootschalige herinrichting en uitbreiding van Wyck, volgens een plan van de stadsarchitect Brender à Brandis. Ruggengraat van dit plan vormden twee monumentale lanen, een noord-zuid laan (de huidige Wilhelminalaan) en een oost-west laan (de huidige Stationsstraat. Toen deze laatstgenoemde laan werd bedacht was het nog allerminst zeker of hier ook daadwerkelijk een nieuw station zou worden gebouwd. Toch werd in 1884 begonnen met de aanleg van deze boulevard, die -via de Wycker Brugstraat- een kaarsrechte verbinding vormde tussen de Servaasbrug en een al bestaande overweg bij de Meerssenerweg. Het moest een deftige laan worden, er golden dan ook strikte bouwregels. De Stationsstraat werd dan ook een lommerrijke laan van luxe winkels, restaurants en (vooral) hotels. Een telg uit de beroemde Regout-familie dacht hierbij zijn kans schoon te zien. Alver voordat met de aanleg van de Stationsstraat werd begonnen liet hij aan de Meerssenerweg, precies tegenover de geplande laan, een villa bouwen. Hij dacht hiermee te bereiken dat deze villa (villa Wyckerveld) precies op het denkbeeldige einde van de Percée zou staan en daardoor voor iedereen al van ver was te zien. Hij was alleen even vergeten dat er ook nog een spoorbaan lag, waardoor zijn gedroomde "verlengde oprijlaan" in werkelijkheid een drukke overweg was..!
Ondertussen waren er nog altijd drie verschillende spoorwegmaatschappijen (de AM was overigens in 1867 opgegeaan in de GCB) actief, die vanuit twee aparte stations hun treinen lieten rijden. Al jaren werd er gepraat over het samenvoegen van de stations tot één gezamenlijk station, maar het zou uiteindelijk nog tot 1884 -hetzelfde jaar waarin met de aanleg van de Stationsstraat werd begonnen- duren voordat dit een feit was. Vanaf dat jaar werden alle treindiensten ondergebracht in het Staatsspoorstation, dat voor deze gelegenheid werd uitgebreid. Het AM (GCB) -station kwam hiermee te vervallen en werd (vermoed ik) vrijwel meteen gesloopt.
In 1898 kwamen alle "buitenlandse" spoorlijnen in handen van de Nederlandse Staat. Vanaf dat moment werden deze tot de grens door Staatsspoor geëxploiteerd. Ondertussen begint het station veel te klein te worden door het toegenomen treinverkeer. Bovendien was het contrast tussen het simpele stationsgebouw en de deftige aangrenzende stationswijk enorm. Desondanks zou het nog ruim vijftien jaar duren voordat de Stationsstraat haar waardige afsluiting kreeg…

Boven: Een bijzondere opname van het Maastrichtse station. Deze is in ieder geval van vóór 1923. De Heilig Hart-kerk, die met haar grote koepel het straat-beeld aan de oostzijde van het station domineert, ontbreekt hier nog. Ook het markante witte seinhuis is hier nog niet te zien, maar deze werd dan ook veel later gebouwd. Wat verder opvalt is dat de perrons destijds veel korter waren dan nu het geval is, ze waren ongeveer even lang als de perronoverkappingen erboven. Overigens hadden ze voor die tijd al een behoorlijke lengte. Op de achtergrond, ten slotte, is nog vaag de eerste luchtbrug te zien. Deze vormde geen verbinding tussen het stationsgebouw en het eilandperron -deze werd pas in de jaren tachtig aangelegd- maar diende louter en alleen als een verhoogde, overdekte spoorwegovergang.
 
 
Onder: Het spoor bij het binnenrijden van Maastricht. Duidelijk zichtbaar zijn de langgerekte goederenloodsen. Op de achtergrond torenen de watertoren van het station (midden rechts) en de toren van de Martinuskerk boven de loodsen uit.
 

 

 

  Free counter and web stats versie: 29-11-2010