|
|
LAGE
ZWALUWE
Afkorting: |
Zlw |
|
Maatschappij: |
Nederlandsche
Spoorwegen (NS) |
Architect: |
S. van Ravesteyn |
Bouwjaar:
|
1950 |
Gesloopt: |
2001 |
|
|
|
|
Als er één station
letterlijk in "the middle of nowhere" staat dan is het
wel Lage Zwaluwe. Gelegen op het West-Brabantse platteland, niet
ver van de Moerdijkbrug en op een steenworp afstand van de drukke
snelweg A16. Hoewel de naam van het station anders doet vermoeden,
staat het in de gemeente Moerdijk, zo'n anderhalve kilometer ten
noorden van Zevenbergschen Hoek. Het dorp Lage Zwaluwe, dat in de
naburige gemeente Drimmelen ligt, bevindt zich opruim vijf kilometer
afstand. Het is een wat merkwaardig station. Twee belangrijke spoorwegverbindingen,
die vanuit Breda en die vanuit Roosendaal, komen hier samen. Het
station telt hierdoor niet minder dan drie perrons. Op papier zou
het dan ook een belangrijk overstapstation kunnen zijn, maar dat
is allerminst het geval. De enige treinen die er momentheel stoppen
zijn de "sprinters" vanuit Den Haag Centraal, die vervolgens
beurtelings naar Roosendaal of Breda doorrijden. Lage Zwaluwe is
hierbij het rustigste station dat wordt aangedaan. Gemiddeld stappen
hier dagelijks zo'n 750 reizigers in of uit, erg druk is het er
dan ook zelden. De afgelegen ligging van het station is hier ongetwijfeld
mede debet aan. Toch is het wel degelijk een station van betekenis
geweest. Niet in de laatste plaats dankzij het goederenverrvoer,
dat er trouwens nog altijd plaatsvindt. Maar inmiddels heeft het
station toch wel haar glans verloren. Een spoorwegknooppunt is het
allang niet meer en dertien jaar geleden verloor het ook nog eens
haar stationsgebouw.
De geschiedenis van dit station gaat terug tot 1883, toen in dat
jaar het eerste station haar deuren opende. Het kreeg hierbij een
opvallend groot stationsgebouw. Kennelijk werd het toen wel degelijk
als belangrijk overstapstation gezien en wellicht werd al vooruit
gelopen op de aanleg van een nieuwe spoorlijn naar 's-Hertogenbosch
(de bekende "Halvezolenlijn"), welke tussen 1886 en 1890
werd aangelegd. Lage Zwaluwe werd hierdoor een spoorwegknooppunt,
met treinverbindingen naar Amsterdam, Rotterdam, Vlissingen, Eindhoven
en 's-Hertogenbosch. Zelfs Maastricht en Venlo waren hier vandaan
rechtstreeks te bereiken.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog raakte het eerste stationsgebouw
onherstelbaar beschadigd, waardoor het moest worden gesloopt. Diezelfde
periode markeerde feitelijk ook het begin van het einde van dit
spoorwegknooppunt. Zo was Maastricht in 1940 nog maar drie keer
per dag rechtstreeks te bereiken, na de oorlog helemaal niet meer.
In 1950 kwam er een einde aan het reizigersvervoer op de Halvezolenlijn.
Datzelfde jaar onderging het station een aantal grote wijzigingen.
Zo kwam de elektrificatie van de sporen vanaf Dordrecht naar Breda
en naar Roosendaal gereed. Het emplacement van het station werd
hierbij gewijzigd, in de vorm zoals het voor een groot deel ook
nu nog bestaat. Naast het al bestaande langsperron kreeg het station
een nieuw eilandperron. Ook kreeg het een nieuw stationsgebouw.
Dat nieuwe gebouw was een ontwerp van S. van Ravesteyn. Het was
niet alleen aanzienlijk kleiner dan haar voorganger, het was ook
beduidend eenvoudiger vormgegeven. Qua bouwstijl was het een zuivere
vorm van Delftsche School, een architectuurstroming die al in het
midden van de jaren twintig was ontstaan, maar vooral in de eerste
jaren na de bevrijding erg in trek was. Het was een eenvoudig, wat
langgerekt gebouw onder een zadeldak. Dat dak werd aan de straatkant
met een "aangekapte" lessenaarsdak voortgezet. Het was
een eenvoudig, wat langgerekt gebouw onder een zadeldak. Dat dak
werd aan de straatkant met een "aangekapte" lessenaarsdak
voortgezet. Versieringen of andere opvallende details waren spaarzaam.
De enige decoraties waren de opvallende deuromlijsting van de ingang,
de sierlijsten langs de dakranden aan de zijgevels, enkele gemetselde
motieven en een herinneringsplaquette -naar aanleiding van de ingebruikstelling
van het geëlektrificeerde spoor- aan de voorzijde van het gebouw.
Aan de perrongevel was een bescheiden luifel gemonteerd. In het
gebouw was naast het gebruikelijke (hal, loket, wachtruimte en dienstvertrekken)
in de beginjaren ook een kleine restauratie te vinden. Op het eilandperron
stond een stenen wachthokje.
Een echt overstapstation van belang is Lage Zwaluwe nooit geworden,
ondanks het feit dat het -zeker in die tijd- een bescheiden knooppunt
was. Het bleef een eenzaam stationnetje, al was er in de directe
omgeving inmiddels een klein buurtschapje ontstaan. In de afgelopen
dertig jaar is er veel veranderd op en bij het station. In de periode
1985-1987 werd ten noorden van het station een fly-over gebouwd,
zodat het treinverkeer van en naar Roosendaal of Breda elkaar niet
meer in de weg zaten. Hiertoe moest ook het emplacement van het
station worden aangepast. Er kwam een tweede eilandperron, dat echter
maar voor één spoor gebruikt zou gaan worden. Zodoende
hoefde maar één spoor te worden opgebroken. Veel ingrijpender
voor het station waren de aanleg van de hogesnelheidslijn en de
verbreding van de snelweg A16. Om de beide projecten mogelijk te
maken moesten zowel het stationsgebouw als de omliggende bebouwing
worden gesloopt. Het stationsgebouw had al in 1993 haar functie
verloren en stond sindsdien leeg. In september 2001 ging het tegen
de vlakte, het stationsbuurtje was het jaar tevoren al met de grond
gelijk gemaakt
Onder:
Het emplacement, zoals het er omstreeks het jaar 2000 uitzag.

|
|
Boven
en onder: Het stationsgebouw in zo'n beetje de allerlaatste dagen
van haar bestaan. Deze foto's werden eind augustus 2001 genomen
vanuit een rijdende trein, vandaar de wat mindere kwaliteit. Het
haveloze gebouw is inmiddels dichtgetimmerd en in afwachting van
haar onvermijdelijke lot. In de daaropvolgende maand ging het
tegen de vlakte. Acht jaar eerder was de kaartverkoop aan het
loket al opgeheven en werden de hal en de wachtruimte definitief
afgesloten. Datzelfde gold ook voor de toiletruimte, waarbij het
verhaal gaat dat de toiletten even tevoren nog waren vernieuwd
en dus nooit meer zouden worden gebruikt. Dergelijke absurde situaties
hebben zich in het verleden wel vaker voorgedaan. Zo kreeg het
oude stationsgebouw van Grouw-Irnsum enkele weken vóór
de sloop nog een schilderbeurtje...
|
|
|
|
|
Onder:
Het eerste stationsgebouw van station Lage Zwaluwe. Het gebouw
was een variant op het ontwerp zoals deze in Sneek werd toegepast,
het had ook ongeveer dezelfde afmetingen. Een opvallend groot
gebouw, zeker voor een station dat zo afgelegen ligt. Het gebouw
overleefde de Tweede Wereldoorlog niet, maar werd pas aan het
einde van de jaren veertig definitief gesloopt en vervangen door
nieuwbouw. Dat tweede stationsgebouw zou er uiteindelijk 51 jaar
blijven staan, het eerste gebouw hield het wat langer uit...
|
|
(Ansichtkaart)
|
|
|
|
|
|
Onder:
Het in 2001 gesloopte stationsgebouw was, zeker voor een ontwerp
van Van Ravesteyn, opvallend sober vormgegeven. Het was een mooi
voorbeeld van een bouwstijl dat Delftse school wordt genoemd.
Dit was een architectuurstroming die al rond 1925 was ontstaan,
maar vooral tijdens de wederopbouwperiode veelvuldig werd toegepast.
Versieringen of andere opvallende details waren bij deze bouwstijl
spaarzaam, zo ook bij dit stationsgebouw. Het meest opvallend
hierbij was de vorm van het dak, waardoor het wel wat weg had
van een boerderij. Een opvallende versiering was de forse deuromlijsting
bij de ingang. Let ook op de vensters, die links vierkant zijn
en rechts een gebogen bovenrand hebben. Tussen de twee rechter
vensters is een herinneringsplaquette aangebracht. (zie ook de
foto elders op deze pagina)
|
Onder:
De perrongevel van het destijds gloednieuwe stationsgebouw. Duidelijk
is te zien dat het gebouw aan het einde van het perron staat.
Tijdens de elektrificatie van het spoor, en de daarbij horende
emplacementwijzigingen, werden de perrons naar het noorden verschoven.
Het overpad naar het eilandperron kwam hierdoor in de directe
nabijheid van het stationsgebouw te liggen. Op de achtergrond
is nog een restant van het eerste station te zien. Het retiradegebouwtje
had de oorlog min of meer overleefd en bleef ook na het gereedkomen
van het tweede gebouw nog even intact. Later werden de toiletten
naar het stationsgebouw verplaatst, waarna het bijgebouwtje alsnog
werd gesloopt.
|
|
|
|
|
Onder:
Het tweede station was nog geen drie jaar oud als in 1953 het
zuidwesten van ons land getroffen wordt door de watersnoodramp.
De Zeeuwse en Zuid-Hollandse eilanden werden hierbij het zwaarst
getroffen, maar ook in het westen van Noord-Brabant was de schade
enorm. Station Lage Zwaluwe vormde hierop geen uitzondering, zoals
hier te zien is. De herstelwerkzaamheden namen uiteindelijk enige
maanden in beslag.
|
Onder:
De plaquette, die in de voorgevel van het stationsgebouw was bevestigd,
is gelukkig bewaard gebleven. Het heeft een "ereplaatsje"
gekregen op het pleintje voor de trap naar de luchtbrug van het
station (op de achtergrond vaag te zien), waar het als een monumentje
in een laag muurtje is verwerkt. Dat muurtje lijkt te zijn gemetseld
met stenen van het gesloopte stationsgebouw. De plaquette herinnert
aan de elektrificatie van het spoor ter plaatse. Opmerkelijk detail
is het feit dat deze plaquette mede door de toenmalige gemeente
Hooge en Lage Zwaluwe (de huidige gemeente Drimmelen) werd aangeboden,
terwijl het station toch echt in de naburige -eveneens toenmalige-
gemeente Zevenbergen (nu: Moerdijk) staat
|
|
|
|
|
|
|
Onder:
Het huidige station bestaat slechts uit drie (vrij kale) perrons.
Sinds 2003 kunnen deze worden bereikt via een overdekte luchtbrug,
welke ongeveer op de plaats van het vroegere stationsgebouw
werd geplaatst. Voor de minder validen zijn er drie liften,
twee aan de uiteinden en één op het middenperron.
De buitenste perrons zijn vervolgens via het oude, beveiligde
overpad te bereiken. Uiteraard zijn alle perrons wel van een
trap naar deze brug voorzien. Helemaal aan de linkerkant zijn
de sporen van de HSL-zuid te zien, de aanleg van deze sporen
waren uiteindelijk de reden om het stationsgebouw af te breken.
Duidelijk is hierbij te zien dat die sporen niet óp de
plaats van het vroegere gebouw liggen, maar er pal vóór...
.
|
|
versie: 18-10-2014 |