Home ] Terug naar periode 1900-1920 ]Vorige station ] Volgende station ]
   

 

KLIMMEN-RANSDAAL

Afkorting: Kmr
Maatschappij: Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen (Staatsspoor)
Architect: G.W. van Heukelom
Bouwjaar: 1913 (station in 1914 in gebruik genomen)
Baanvak: Heerlen-Maastricht
Status: Rijksmonument
   
   
De naam van dit fraaie Zuid-Limburgse station is eigenlijk een beetje misleidend. Het station staat aan de rand van Ransdaal, maar heeft Klimmen -een dorp dat enige kilometers ten noordwesten van Ransdaal kigt- als eerste naam. Om die reden staat het stationsgebouw aan de andere kant van het spoor; aan de Klimmense kant, bij het gehucht Termaar. Dit lijkt onlogisch, maar Klimmen was (en is nog steeds) groter dan Ransdaal en daarom werd het station naar eerstgenoemde plaats gericht. Dat het spoor en het station bij Ransdaal liggen heeft puur te maken met het heuvellandschap in Zuid-Limburg. Ransdaal had voor de aanleg van het spoor een wat gunstiger ligging dan het hoger gelegen (de naam van het dorp zegt het al…) Klimmen. Desondanks ligt het station op bijna 110 meter hoogte en is daarmee één van de hoogst gelegen stations van Nederland. Alleen de stations langs de lijn Heerlen-Kerkrade en het voormalige station Simpelveld liggen nog hoger.
Het stationsgebouw lijkt heel veel op dat van het naburige Voerendaal. De beide gebouwen zijn gelijktijdig en in één bestek ontworpen. Toch is het niet direct een kleinere versie van "Voerendaal" te noemen, al lijkt dit op het eerste gezicht wel het geval te zijn. Wie echter verder kijkt ziet ook de grote verschillen. Dit stationsgebouw heeft dan ook een duidelijke eigen identiteit. De grootste verschillen zijn (uiteraard) het formaat en het feit dat dit gebouw maar één zijvleugel heeft. Daarnaast telt het gebouw slechts drie topgevels en evenzoveel schoorstenen, terwijl het stationsgebouw in Voerendaal er vier heeft.
De voorzijde van het stationsgebouw doet nog het meest denken aan een kleinere variant van station Voerendaal. Ook hier is een middendeel van twee bouwlagen met aan de uiteinden topgevels. De bovenverdieping is eveneens witgepleisterd en in de topgevels is vakwerk aangebracht. Het gebouw is niet alleen beduidend kleiner, het is ook meer asymmetrisch van vorm. Ook zijn de twee topgevels nu duidelijk verschillend. De linker topgevel is iets breder, het rechter exemplaar is wat lager en heeft een wolfsdakje. Het heeft wel wat weg van een NOLS-station, zoals bijvoorbeeld Ommen of Dalfsen.
De perrongevel heeft slechts één topgevel. Deze is in het midden van het middendeel te vinden. Hier vormt de topgevel een soort bekroning van een gedeelte dat begint met een vierkante uitbouw in de begane grond. Het dak van deze erker vormt ook hier een balkon. Ook op de bovenverdieping steekt de gevel een aanzienlijk stuk uit en eindigd vervolgens in de topgevel.
Het stationsgebouw heeft eenzelfde opvallende combinatie van schild- en zadeldaken, ditmaal wat anders uitgevoerd dan in Voerendaal en aangevuld met het eerder genoemde wolfsdakje. Op het dak staan drie schoorstenen, twee in de nok van het dak van het middendeel en één tussen het middendeel en de zijvleugel. Deze laatste schoorsteen had in het verleden dezelfde vorm als de andere twee en reikte ook tot dezelfde hoogte. Helaas werd ze in de jaren zestig een flink stuk ingekort, waarbij het markantste deel verdween. Sinds enkele jaren telt het gebouw een vierde schoorsteen. Het is weliswaar een modern exemplaar van metaal maar men heeft wel duidelijk gekeken naar de vorm van het gebouw en naar de overige drie schoorstenen. Alleen jammer dat het geen witte kleur heeft, maar misschien was dit niet mogelijk geweest…
In het stationsgebouw bevonden zich oorspronkelijk twee wachtkamers. Eén wachtkamer was bedoeld voor zowel de tweede als de derde klasse reizigers, en er was een aparte wachtruimte voor de weekkaarhouders (mijnwerkers). Deze laatstgenoemde wachtkamer bevond zich in de zijvleugel. Ook dit station kende geen wachtkamer voor de eerste klas reizigers. De bagage- en goederenafdeling bevond zich links achterin het gebouw. Hiertoe waren zowel de zij- als de perrongevel voorzien van grote houten (schuif)deuren met daarboven een afdakje. De schuifdeuren in de zijgevel, met de luifel erboven, zijn overigens allang verdwenen. Dit gedeelte werd vervolgens dichtgemetseld waardoor de rechter zijgevel -op een kleine rechthoekige venster na- een nagenoeg blinde gevel werd. De houten deuren in de perrongevel zijn -opmerkelijk genoeg- geen schuifdeuren. Deze zijn er nog altijd en ook de luifel boven deze deuren is nog onaangetast.
Sinds 2006 stoppen er treinen van Veolia op het station. Voor de reizigers uit Ransdaal en Klimmen betekende dit een enorme verbetering, want sindsdien stopt er (weer) tweemaal per uur en per richting een trein. In de jaren hiervoor moesten de reizigers het met één trein per uur per richting doen. Even heeft het er zelfs naar uit gezien dat dit station zou worden opgeheven. Aan het begin van de jaren negentig wenste de NS niet minder dan negen stations in Limburg te willen sluiten, waaronder Klimmen-Ransdaal. Uiteindelijk ging dat niet door, maar werd in plaats daarvan de dienstregeling op het traject Heerlen-Maastricht gehalveerd. (zie ook deze pagina)
Het stationsgebouw heeft ondertussen -hoe kan het ook anders- haar oorspronkelijke functie allang verloren, maar staat inmiddels wel veilig op de Rijksmonumentenlijst. Sinds 2005 is in het gebouw een café-restaurant gevestigd.
Boven: Het stationsgebouw lijkt veel op een kleinere variant van het stationsgebouw van het naburige Voerendaal, zo heeft het ook die opvallende kopgevels met vakwerk. Aan de perronzijde is echter maar één kopgevel. Een ander veschil: dit gebouw heeft maar één zijvleugel en "slechts" drie schoorstenen. Het vierde exemplaar, hier duidelijk te zien op het dak van de zijvleugel, is pas recent aangebracht. Deze is van de keuken van het restaurant, dat sinds 2005 in dit gebouw is gehuisvest. Men heeft hierbij bewust rekening gehouden (of rekening moeten houden…) met de vormgeving van de drie overige schoorstenen.
 
 
 
Onder: Station Klimmen-Ransdaal in het jaar 1970. Naast het stationsgebouw staat een opvallend bijgebouwtje (links op de voorgrond). Welke functie dit gebouwtje had heb ik niet kunnen achterhalen, maar ik vermoed dat het een retiradegebouwtje was. Opvallend is dat het vakwerk in de gevels van het stationsgebouw bij dit bijgebouwtje weer terugkwam in de zijgevels. Het gebouwtje is overigens (helaas) allang verdwenen.
 
 
 
 

Onder: De perrongevel telt slechts één topgevel. Opvallend is de nagenoeg blinde zijgevel. Ooit zaten er schuifdeuren in -de contouren zijn nog altijd linksonder in de gevel terug te vinden- maar deze zijn al een jaar of veertig geleden verdwenen. De opengevallen plek werd vervolgens dichtgemetseld. Let ook op de subtiele gevelversieringen, rechtsboven tussen de vensters en het luifeltje.
(zie ook de detailfoto hiernaast)
Onder: Dezelfde foto als hiernaast, maar dan wat verder ingezoomd. Onder het afdakje de houten deuren van de vroegere goederenafdeling. De deuren in de zijgevel zijn allang verdwenen, waarbij dit gedeelte werd dichtgemetseld. Hierbij is men veel minder zorgvuldig te werk gegaan dan in Voerendaal. Het dichtgemetselde gedeelte steekt iets uit en in plaats van een zelfde natuurstenen plint volstond nu een dikke betonnen strook, dat ook nog eens te hoog is! Kennelijk was er geen geld meer om dit netjes af te werken, zoals dit bij het naburige stationsgebouw wel gebeurde...
 
   
   
Onder: De stationsgebouwen van Voerendaal (links) en Klimmen-Ransdaal (rechts). Duidelijk is te zien dat de gebouwen heel veel met elkaar gemeen hebben, maar ook heel verschillend zijn. Beide tekeningen zijn overigens van de perronzijde van het gebouw.
 
   
Onder: Even ten noordoosten van het station staat dit bijzonder sierlijke betonnen viaduct. Alhoewel het ongeveer tegelijkertijd met het station werd gebouwd, het hoorde ook bij de uit te voeren werken ten behoeve van de aanleg van de spoorlijn Heerlen-Schin op Geul, is het geen ontwerp van Van Heukelom. Aangenomen wordt dat het een ontwerp van Ch.H.J. Driessen is, de opvolger van Van Heukelom.
Bron: ANWB Monumentenboek Nederland

 

 

 

  Free counter and web stats versie: 8-9-2010