Ooit Ooit was Kesteren een belangrijk overstapstation
voor de richtingen Amersfoort, Amsterdam, Dordrecht, Arnhem en Nijmegen.
In haar gloriejaren was Kesteren zelfs een internationaal overstapstation,
waarbij reizigers vanuit Duitsland naar Amsterdam in Kesteren konden
overstappen naar Rotterdam.
Kesteren is oorspronkelijk als vorkstation gebouwd. Het stationsgebouw
is hoogstwaarschijnlijk ontworpen door architect M.A. van Wadenooyen,
die ook de overige stations langs de Betuwelijn en langs de lijn
Amersfoort-Kesteren ontwierp. Oorspronkelijk bestond het stationsgebouw
uit een breed ingangsgebouw dat tussen de gesplitste sporen is gebouwd.
In dit gebouw waren de twee spoorwegmaatschappijen letterlijk van
elkaar gescheiden. De Staatsspoor, die de lijn Elst-Geldermalsen
exploiteerde zat in de rechtervleugel, de HIJSM, exploitant van
de lijn Kesteren-Amersfoort, in de linkervleugel. Allebei hadden
ze aparte plaatskaartenkantoren. Achter het brede gebouw was een
doorgang naar een smaller gebouw waarin wachtkamers en restauratie
te vinden was. Achter het stationsgebouw kwamen de twee perrons
samen en vormden daar één perron. Voor het station
stonden twee dienstwoningen tegenover elkaar. Overigens had station
Kesteren maar één stationschef. Hij woonde in één
van de twee dienstwoningen.
Tijdens de tweede Wereldoorlog werd ook station Kesteren getroffen
door bombardementen. Daarbij werd de noordelijk gelegen dienstwoning
verwoest en liep het stationsgebouw flinke schade op. In 1944 werd
de spoorbrug over de Rijn opgeblazen. De spoorbrug werd daarna niet
meer hersteld. De NS had inmiddels via Utrecht en Arnhem rechtstreekse
verbindingen met Duitsland en dus was de spoorverbinding tussen
Rhenen en Kesteren niet meer nodig. Op de pijlers van de oude spoorbrug
werd een verkeersbrug gebouwd. Deze brug werd in 1957 in gebruik
genomen. In datzelfde jaar werd station Kesteren omgedoopt tot Kesteren-Rhenen.
Daarna gaat het snel bergafwaarts met het station. In 1961 werd
de locomotievenloods gesloopt. In deze loods stonden de zogenoemde
opdruklocomotieven opgesteld, die de reizigerstreinen over de Rijnbrug
moesten duwen. De zwaarste klap krijgt het station echter in 1963,
als een groot deel van het stationsgebouw door een felle brand wordt
verwoest. Ook de perronluifels gaan hierbij verloren. In de jaren
daarna zou nog meer van het stationsgebouw verdwijnen.
Wat overbleef is het brede ingangsgebouw en een dienstwoning. Het
stationsgebouw is tegenwoordig in gebruik bij het Arend
Datema Instituut. Nog steeds splitst het spoor zich in Kesteren,
maar al na een meter of vijftig houdt het spoor naar Rhenen op.
Op de plaats waar vroeger het spoor naar Rhenen lag, is tegenwoordig
een fietspad. De laatste jaren werd geopperd om de oude spoorverbinding
met Rhenen weer nieuw leven in te blazen. Inmiddels is al duidelijk
dat dit niet meer zal gebeuren. Overigens werd Rhenen in 1981 weer
"op het spoor aangesloten". Station Kesteren-Rhenen heette
sindsdien weer gewoon "Kesteren".
|
Boven:
Het "Tielse" perron met rechts het stationsgebouw en
links de dienstwoning. Oorspronkelijk waren er twee woningen,
echter één exemplaar werd tijdens de Tweede Wereldoorlog
verwoest.
|