Met een gevellengte van ongeveer 65 meter
(geschat) is het stationsgebouw opvallend groot, zeker voor een
station dat een eindpunt is van een enkelsporige, regionale spoorlijn.
Het is een -voor die tijd- vrij modern vormgegeven stationsgebouw,
met vrijwel uitsluitend rechte lijnen. Het gebouw heeft zelfs geen
enkele ontlastingsboog meer, boven alle deuren en vensters liggen
uitsluitend rechte lateien van natuursteen. Alleen onder de torenspitsen
zijn ronde vormen te zien in de vorm van segmentboogfriezen, en
op het dak en de torenspitsen staan ronde pironnen. En
de
stations-woning heeft een rond balkon..!
Het vele houtwerk (langs de dakranden, de kozijnen en het gevelbeschot),
de pironnen (op de torenspitsen en op het dak) en de gele en caramel-kleurige
sierbanden geven het gebouw een bijzonder aangezicht. Zelfs de originele
vensters, dus met de kleine ruitjes in het bovenste deel ervan,
zijn bewaard gebleven en dat mag gerust een unicum worden genoemd.
Over de bordeaux-rode kleur van het houtwerk, dat enige jaren geleden
werd aangebracht, verschillen de meningen. Het schijnt de authentieke
kleurstelling uit 1912 te zijn. Persoonlijk vond ik de witte kleur
wat beter staan, vooral op het houten gevelbeschot. Het rood -daarentegen-
doet nu vooral de raampartijen goed De kozijnen lijken nu veel minder
"druk".
Alhoewel het stationsgebouw asymmetrisch is, valt er wel degelijk
een klassieke onderscheid te maken tussen middendeel en zijvleugels.
Het middendeel wordt duidelijk gemarkeerd door de twee ingangstorens.
Aan weerszijden daarvan wijkt de gevel iets terug. Dit zijn de zijvleugels,
die -ondanks de grote verschillen in vorm en hoogte- ongeveer even
lang zijn. In het langgerekte deel aan de linkerkant van het gebouw
was vroeger de goederenloods te vinden. Het dak loopt hier aan de
straatkant een flink stuk door en vormde zo een grote luifel boven
de loodsdeuren en het laadperron. De grote houten loodsdeuren zijn
nog steeds in de gevel aanwezig. Het laadperron is echter al jaren
geleden verdwenen waardoor de loodsdeuren nu op een wat vreemde
hoogte lijken te zijn peplaatst. De voormalige goederenloods biedt
al meer dan 25 jaar onderdak aan een fietsenhandel c.q. -stalling.
De rechtervleugel is het meest in het oog springende deel van het
stationsgebouw. Op de bovenverdieping van het hoge gedeelte bevindt
zich de stationswoning. De fraaie entree van deze woning bevindt
zich in de hoge toren aan de rechterkant. Deze toren is een vergrootte
versie van de twee ingangstorens. De opvallende piramidevormige
spitsen van de drie torens lijken wel wat op de torenspits van de
Buitenkerk in Kampen, die vanaf het perron duidelijk te zien is.
Opmerkelijk is misschien wel het feit dat de hoge toren geen uurwerken
bevat. Ze dient louter en alleen als trappenhuis van de stationswoning.
In de benedenverdieping van de rechtervleugel was vroeger het restaurant
te vinden, later werd deze gedegradeerd tot "petit-restaurant".
In de tweede helft van de jaren negentig werd deze op haar beurt
weer vervangen door een "Wizzl". Inmiddels schijnt deze
alweer veranderd te zijn in een "Kiosk".
Aan de perrongevel valt als eerste -natuurlijk- de lange perronoverkapping
op. Het is een grote luifel, over de gehele lengte van de perrongevel,
die aan weerszijden van het gebouw overgaat in een overkapping in
een zadeldakvorm. De perrongevel zelf gaat grotendeels schuil achter
deze perronoverkapping, en valt hierdoor veel minder op. Toch zijn
hier best wel interessante details te ontdekken. Zoals de erker-achtige
uitbouw, waarachter vroeger ongetwijfeld een bloktoestel moet hebben
gestaan. Of de kilometer-aanduiding, die op de perrongevel is geschilderd.
Het genoemde getal geeft nog altijd de afstand (in meters) naar
Utrecht aan, ondanks het feit dat er al meer dan een eeuw niet meer
rechtstreeks van Kampen naar de Domstad wordt gereden. Kilometeraanduidingen
veranderen nu eenmaal niet
|
|