Home ] Terug naar de eerste pagina ] Vorige pagina ] [ Volgende pagina ]
   
 
HENGELO

 

Verwoesting en wederopbouw

   
   
 

Als belangrijke industriestad en als vervoersknooppunt, zowel voor de spoorwegen als voor het wegvervoer, had Hengelo in de twintigste eeuw een vooraanstaande plek in Twente ingenomen. Dat daar ook een keerzijde aan kon zitten bleek tijdens de Tweede Wereldoorlog, toen Hengelo hier een hoge prijs voor moeten betalen. Na de oorlog bleef Hengelo achter met een zwaar beschadigd station en een verwoeste binnenstad…
Gedurende die oorlogsjaren werd Hengelo meer dan veertig keer gebombardeerd, bijna uitsluitend door de geallieerden. Het zwaarste bombardement vond plaats op 6 oktober 1944. Het voornaamste doel hierbij was het stationsemplacement. Ook de fabriekscomplexen werden als doelwit aangemerkt, vermoed werd immers dat deze nu voor Duitsland produceerden. Op die zesde oktober ging het echter goed mis, in plaats van het station ging bijna het hele centrum tegen de vlakte. De volgende dag volgde daarom nog een bombardement, waarbij ditmaal het station het moest ontgelden. Het stationsgebouw en de perrongebouwen waren verwoest, de perronoverkapping was zwaar beschadigd. Ook het inmiddels gesloten GOLS-station ging bij dit bombardement verloren.
Na de oorlog ging men in Hengelo zeer voortvarend te werk met het herstel van het centrum, het was zelfs één van de eerste gemeenten dat een concreet "wederopbouwplan" klaar had. In die tijd was Hengelo één van de snelst groeiende plaatsen van ons land, bij de herbouw van het centrum werd dan ook met dit gegeven rekening gehouden. Het dorpse karakter van de oude, verwoeste kern maakte nu plaats voor een modern stadscentrum. De wederopbouw van het station nam iets meer tijd in beslag. In de eerste jaren na de bevrijding lag, net als in de rest van ons land, de eerste prioriteit bij het herstellen van de sporen en het opnieuw opzetten van de treindiensten. Het station werd provisorisch hersteld. Van het zwaar gehavende stationsgebouw kon een deel van de benedenverdieping nog tijdelijk worden hergebruikt en op het perron werden tijdelijke houten perrongebouwen geplaatst. De perronoverkapping ontsnapte op miraculeuze wijze aan de slopershamer. Weliswaar waren alle glaspanelen en dakdelen verloren gegaan, maar de spanten verkeerden over het algemeen nog in opvallend goede staat. Die kale overkapping zou in de eerste naoorlogse jaren hét gezicht van het Hengelose station worden. Aan het einde van de jaren veertig begon de herbouw van het station. Het nieuwe stationsgebouw schoof een stuk in westelijke richting op, wat dichter bij het nieuwe centrum. Hiermee was in het wederopbouwplan van het centrum (kennelijk) al rekening gehouden. Bijkomend voordeel was dat het restant van het oude ontvangstgebouw nog een tijdje dienst doen als tijdelijk stationsgebouw. Het nieuwe gebouw werd middels twee nieuwe tunnels -één voor de reizigers en een goederentunnel- met het perron verbonden. Daar verrezen eveneens twee gloednieuwe perrongebouwen. Het vernieuwde stationsgebouw was een ontwerp van H.G.J. Schelling, die kort tevoren ook voor het nieuwe station van Enschede had getekend.
Gelijktijdig met de herbouw van het station werden de sporen naar Almelo, Enschede en Oldenzaal geëlektrificeerd. Voor Hengelo was dit extra symbolisch, want inmiddels was Heemaf één van de belangrijkste leveranciers van de NS geworden. En dan niet alleen voor wat betreft het rollende materieel, de Heemaf -later Holec- leverde ook componenten voor diezelfde elektrificatie. Dat de beide projecten op hetzelfde moment werden uitgevoerd was geen toeval, ook in Enschede -en later ook in Zutphen- werd de elektrificatie van het spoor met de bouw van een nieuw station gecombineerd. Overigens waren de werkzaamheden in Hengelo niet helemaal tegelijk klaar. Op 18 mei 1951 werd het geëlektrificeerde spoor in gebruik genomen, het vernieuwde station kwam ruim vier maanden later gereed…

 
Boven en onder: Het restant van het stationsgebouw, waarbij de foto hieronder een indrukwekkend beeld toont hoe het er na het bombardement bij stond. Op de foto hierboven is de onherstelbaar beschadigde bovenverdieping inmiddels gesloopt, evenals de twee torens. In deze vorm heeft het gebouw nog acht jaar dienstgedaan, totdat het nieuwe stationsgebouw gereed kwam. De vrijgekomen ruimte werd later benut voor de aanleg van een busstation.
.
 
 
Onder: Dit is -helaas- een bekend beeld van Hengelo kort na de oorlog. Een grote lege vlakte -waarvan hier trouwens maar een heel klein gedeelte te zien is- met op de achtergrond de hoge spoordijk en daarop het kale geraamte van de perronoverkapping. Dat die overkapping gespaard bleef mag trouwens een klein wonder genoemd worden. Weliswaar zijn de glaspanelen en het dak verloren gegaan, maar de spanten waren over het algemeen nog goed bruikbaar. In ieder geval goed genoeg om de monumentale kap weer in haar oude glorie te herstellen…
.
Onder: Een blik op het huidige centrum, gezien vanaf het perron. Helemaal aan de linkerkant is het huidige stationsgebouw te zien, dat werd gebouwd op de plek waar voorheen het restaurant was. Het vooroorlogse station stond aan de rechterkant, ter hoogte van het huidige overdekte busperron. Helemaal aan de rechterkant is de bijna 80 meter hoge toren van de Lambertusbasiliek te zien. Die kerk ontsnapte als door een wonder aan de verwoesting. Weliswaar werd zij eveneens door een bom getroffen, maar deze kwam niet tot ontploffing. De basiliek is dan ook één van de weinige gebouwen in het centrum dat de oorlog heeft overleefd…
.
   
   
Onder: De Europatunnel is een bekende en drukke onderdoorgang direct ten westen van het station. Deze verbindt het (voormalige) industriegebied ten zuiden van het station met het centrum van Hengelo. Het spoorviaduct is een ontwerp van S. van Ravesteyn (!) en werd aan het einde van de jaren vijftig gebouwd. Het verving een veel smaller exemplaar. Op het viaduct zijn twee kunstwerken aangebracht (zie de volgende foto's). Maar ook het viaduct zelf is een kunstwerk op zich, en dan bedoel ik uiteraard niet het feit dat in de bouwkunde een viaduct ook een kunstwerk wordt genoemd. De Europatunnel is sinds kort een rijksmonument.
.
Onder: Aan beide zijden van de Europatunnel is een kunstwerk te zien. Het monument aan de noordzijde (boven) is het meest imponerend, en is ook vanuit de trein goed te zien. De uit gietsteen vervaardigde beeldengroep is een creatie van Martin Stolk. In de zomer van 1961 werd de "Wederopbouw", zoals het twee jaar tevoren gemaakte kunstwerk heet, op het viaduct geplaatst. Zoals de naam al aangeeft symboliseert het de wederopbouw van het centrum van Hengelo, die in die jaren haar voltooiing naderde. Het abstracte kunstwerk aan de zuidkant van de onderdoorgang (onder) is een metaalplastiek van het kunstenaarsechtpaar Jan en Marie van Eyl. Dit naamloze kunstwerk is al wat ouder (1955) en beeldt de geschiedenis van Hengelo uit.
 
 

 

  Free counter and web stats versie: 29-02-2016