| |
HAREN
| | |
Afkorting: | Hrn |
Maatschappij: | Nederlandse
Spoorwegen (NS) | Type: | Standaardgebouw
type "Sextant" | Architect: | C.
Douma | Bouwjaar:
| 1968 | Verbouwd: | 2019 |
Baanvak: | Assen-Groningen | | |
| |
Enkele maanden
na de ingebruikname van het grootste naoorlogse standaardstationsgebouw (zie de
vorige pagina) werd in het Groningse Haren het tot dan toe kleinste stationsgebouw
in dienst gesteld. Het was de eerste van een serie van maar liefst zeventien nagenoeg
identieke gebouwtjes, die vooral opvielen vanwege haar merkwaardige, zeskantige
vorm. Het leverde de bouwwerkjes een al even merkwaardige bijnaam op
Haren
ligt even ten zuidoosten van de stad Groningen en is vooral bekend vanwege de
Hortus Botanicus, de grootste van haar soort in ons land. Daarnaast werd het dorp
in 2012 wereldnieuws vanwege een "Project X' volksoploop, die volledig uit
de hand liep en zelfs uitmondde in rellen en plunderingen. En dat in een dorp
dat als bijnaam "Wassenaar van het noorden" heeft. Bij spoorfanaten
geniet Haren bekendheid dankzij de nabijgelegen Nedtrain-werkplaats Onnen. Haren
heeft sinds 1968 weer een station, maar de geschiedenis van het spoor in deze
plaats gaat uiteraard veel verder terug. Sterker nog; toen in 1870 de spoorlijn
Groningen-Meppel in gebruik werd genomen kreeg ook Haren een eigen station, dat
trouwens enkele honderden meters zuidelijker ten opzichte van het huidige exemplaar
was gelegen. Anders dan de andere stations aan deze Staatslijn kreeg Haren geen
standaardstationsgebouw. Kennelijk werd voor het negentiende eeuwse Haren zelfs
het kleinste type nog te groot geacht. In plaats daarvan kreeg het een simpel,
éénlaags gebouwtje. Een heel groot succes was dat station trouwens
niet, wellicht speelde de forse afstand naar het toenmalige dorp mede een rol.
In 1936 werd de halte Haren opgeheven. Het haltegebouwtje bleef nog tot ver in
de jaren zestig bestaan
In de twintigste eeuw ontwikkelde Haren zich
steeds meer tot forenzenplaats. Aanvankelijk bestond het nieuwe woningaanbod vooral
uit villa's, dit omdat forenzen een eeuw geleden vrijwel zonder uitzondering "welgestelden"
waren. Vanaf de jaren zestig begint Haren fors te groeien, zooral door de sterke
bevolkingsgroei en dankzij de gunstige ligging ten opzichte van de stad Groningen.
Die ontwikkelingen waren voor de NS reden om Haren na ruim dertig jaar weer van
een station te voorzien, ditmaal wat noordelijker gelegen. Zodoende sloot het
beter aan bij het dorp, alsook bij een nieuwbouwwijk dat ten oosten van het spoor
werd gerealiseerd. Er moest dus een geheel nieuw station komen. En dat in een
tijd dat Haren bepaald niet de enige plaats was dat van een nieuw station moest
worden voorzien. Bovendien verkeerde de NS destijds financieel in zeer zwaar weer.
De oplossing werd gevonden in het nog verder standaardiseren van het begrip "standaardontwerp".
Met andere woorden: er zou niet meer worden gevarieerd in formaat of indeling
van een gebouw. Bovendien moesten de afmetingen zo minimaal mogelijk zijn. Architect
Douma bedacht een serie gebouwtjes, die zowel qua vorm als formaat opvielen. En
qua bouwmaterialen, dit waren de eerste stationsgebouwtjes waar geen steen of
beton is toegepast, afgezien dan van de betonnen fundering. Ook de vorm van het
gebouwtje is -zeker voor een stationsgebouw- zeer opmerkelijk te noemen; het heeft
de vorm van een evenwijdige zeshoek, de zes gevels hebben allen dezelfde afmetingen.
Op die manier waren de bouwwerkjes flexiebel te plaatsen, ongeacht de positie
ten opzichte van de perrons. Dat was althans de theorie, in de praktijk bleken
de gebouwtjes slechts als stationsgebouw herkenbaar omdat er een uurwerk en een
NS-logo aan bevestigd is. Dankzij die vorm kregen de bouwsels al snel de bijnaam
"Sextanten", waarschijnlijk ontstaan als verbastering van het woord
"zeskant". De indeling van de gebouwtjes is bij allen hetzelfde; het
gebouw is in feite in tweeën gedeeld. De ene helft bestaat uit een wachtruimte
voor reizigers, het andere deel uit een plaatskaartenkantoor en een kleine dienstruimte.
Het snelgroeiende Haren kreeg in 1968 de primeur. Hier kwam het gebouwtje bij
het uiteinde van het westelijke perron te staan. Dat perron -waar de treinen richting
Assen stoppen- was tot voor kort via een brede trap te bereiken, het tegenoverliggende
perron middels een naast gelegen overpad. In de afgelopen jaren is het Harense
station flink op de schop gegaan. Directe aanleiding hiervoor is de aanleg van
een nieuwe fiets- en voetgangerstunnel, op de plaats van het beruchte overpad.
Sinds kort zijn de perrons uitsluitend via deze onderdoorgang bereikbaar. De brede
trap naar het eerste perron verdween, wat tijdens de avondspits ongetwijfeld voor
drukke situaties zal gaan zorgen. Het stationsgebouw, dat al sinds enige jaren
een opvallende -maar niet bijster fraaie- groene kleur heeft, staat anno 2021
leeg
| .
Boven
en onder: Het stationsgebouwtje van Haren was de eerste van een serie van zeventien
vrijwel identieke gebouwen, zestien stationsgebouwen en een exemplaar dat in Delft
bij het busstation stond, die tussen 1968 en 1979 werden gebouwd. Daarvan zijn
er inmiddels alweer twaalf verdwenen, waaronder dat Delftse "busstationgebouw".
Duidelijk zichtbaar zijn de uitwendige kolommen, waarop het dak rust. Zoals gebruikelijk
in die tijd heeft dat dak brede boeidelen, waarop het uurwerk en een NS-logo zijn
aangebracht. Dit was trouwens één van de eerste waarop het toen
net geïntroduceerde NS-logo werd gemonteerd. Uiteraard heeft ook dit gebouwtje
allang geen stationsfunctie meer, op de foto's (gemaakt op 22 juni 2021) is te
zien dat het leeg staat. Tevens is goed te zien dat het gebouwtje wat hoger staat
dan de directe omgeving. De brede trap naast het gebouw is inmiddels verdwenen,
hier is nu een soort etagetuin aangelegd. Wanneer het bouwwerk haar wat merkwaardige
groene kleur kreeg is mij niet bekend, waarschijnlijk gebeurde dit ergens tussen
2014 en 2017.
.
 | |
| | | | Onder:
De gloednieuwe onderdoorgang vormt tegenwoordig de toegang naar de perrons en
zorgt er tevens voor dat het oostelijke deel van Haren beter bereikbaar werd voor
fietsers en voetgangers. De tunnel heet sinds kort de "Bradetunnel",
vernoemd naar de spoorwegpionier C.W. Brade, die oorspronkelijk uit deze streek
kwam. De perrons zijn zowel via een trap als een lift te bereiken. Het station
heeft trouwens nog geen toegangspoortjes... .
| Onder:
Station Haren heeft twee eilandperrons, die elk zo'n 340 meter lang zijn. Opvallend
lang voor een station waar in principe alleen Sprinters stoppen. Het tweede perron
lijkt een eilandperron te zijn, een hekwerk maakt meteen duidelijk dat alleen
spoor 2 wordt gebruikt. Tijdens de laatste verbouwing zijn de perrons van nieuwe
wachthokjes voorzien. .
| | | | | Onder:
Nogmaals de perrons, met aan iedere uiteinde een gloednieuwe lift. Helemaal aan
de linkerkant is het verbindingsspoor tussen de sporen naar Meppel en die naar
Bad Nieuweschans te zien. Dit spoortje werd exact 100 jaar geleden (1921) aangelegd
ten behoeve van het goederenvervoer, dat hierdoor niet meer in Groningen hoefde
te keren. Tijdens de Tweede Wereldoorlog maakten de Duitsers dankbaar en veelvuldig
gebruik van dit verbindingsspoor. De treinen konden vanuit Kamp Westerbork, nadat
de bij Hooghalen waren gekeerd, rechtstreeks richting Duitsland reiden. Tegenwoordig
wordt het verbindingsspoor voornamelijk door goederentreinen van en naar Railport
Veendam gebruikt. Overigens ligt ergens in het gebied tussen de verbindingsboog
en het station een atoomkelder verscholen. Die schuilkelder werd kort voor de
komst van het huidige station gebouwd en was bedoeld voor NS-personeel, Bij mijn
weten is de bunker nooit als zodanig gebruikt... .
| | | | | Onder:
Het eerste station van Haren stond zo'n 200 meter zuidelijker, nabij de overweg
in de Oude Middelhorst. Bij dat stationnetje hoorde een zeer eenvoudig haltegebouwtje,
dat in feite niet veel meer was dan een veredelde dienstwoning. Een heel groot
succes was het station niet, in 1936 werd het opgeheven. Wellicht speelden de
geringe omvang van het toenmalige plaatsje en de forse afstand tussen het station
en de dorpskern (bijna een kilometer) hierbij een rol. Maar ook de ingebruikname
van een tramlijn naar de stad Groningen (zie ook de foto hiernaast) zal ongetwijfeld
aan de sluiting van het station hebben bijgedragen.. Overigens bleef het voormalige
haltegebouwtje nog jarenlang bestaan, pas rond 1966 ging het tegen de vlakte.
Er is sindsdien niets meer dat nog aan het oude station herinnerd... .
| Onder:
Aan de Rijksstraatweg, midden in de oude kern van Haren, staat dit bijzonder sierlijke,
voormalige tramwachthokje. Al in 1892 kreeg Haren een interlokale tramverbinding
met de stad Groningen en het Drentse De Punt. In 1921 werd deze vervangen door
een nieuwe tramverbinding, die van Groningen naar Glimmen liep. Uit die tijd stamt
ook dit schuilhokje, het werd waarschijnlijk in 1926 gebouwd. De tram liep -zoals
al aangegeven- langs de Rijksstraatweg, welke in feite een voortzetting is van
de Groningse Hereweg. In 1939 werd de tram trouwens opgeheven. Niet omdat ze niet
meer rendabel was, maar omdat de tramlijn het opkomende autoverkeer in de weg
zat. Het voormalige tramwachthokje is tegenwoordig een rijksmonument. De bebouwing
op de achtergrond laat duidelijk zien waarom Haren het "Wassenaar van het
Noorden" wordt genoemd. .
| | | | |
versie: 22-04-2024 |