Het Haarlemse stationscomplex bestaat in
uit zes afzonderlijke gebouwen die door middel van de perronkappen,
perrons en tunnels aan elkaar gekoppeld zijn. Deze zes gebouwen
worden in de regel aangeduid met de letters A tot en met F. Het
belangrijkste gebouw -namelijk de hoofdingang (ook wel het "ingangsgebouw"
genoemd)- wordt in de regel gebouw "A" genoemd, het uitgangsgebouw
"B". Op het grote eilandperron vinden we, van west naar
oost, de perrongebouwen "C" tot en met "F".
Oorspronkelijk telde het station zeven gebouwen. Het oorspronkelijke
uitgangsgebouw "G" aan het Kennemerplein (aan de achterkant
van het station), is echter al lang geleden verdwenen.
Het belangrijkste van de twee stationsgebouwen is het ingangsgebouw
(gebouw "A"). Het hoofdgebouw is, in verhouding tot het
stationscomplex, opvallend klein. Het bestaat dan ook alleen uit
een grote hal, het plaatskaartenkantoor en dienstruimten. Boven
de ingang is een groot halfrond venster met daarin glas-in-lood
ramen. Aan weerszijden van de ingang zijn twee, vrij plompe torens.
Ook aan de achtergevel van het gebouw, aan de perronzijde, is een
groot halfrond venster aangebracht. Ook in dit venster zijn glas-in-lood
ramen aangebracht, maar deze zijn veel eenvoudiger uitgevoerd. De
perrongevel is opgetrokken in lichte verblendsteen, die een gebroken
witte kleur hebben.
Van een afstand lijkt het entreegebouw symmetrisch, maar dat is
absoluut niet zo. Zo bevat het torentje aan het rechter uiteinde
van het gebouw een kegelvormige spits, terwijl het torentje aan
de linkerkant een piramidevormige top heeft. Bovendien staat dit
torentje, in tegenstelling tot het rechter exemplaar, niet aan het
uiteinde van het gebouw. In het rechter torentje is een uurwerk
geplaatst, terwijl in het linker exemplaar deze ontbreekt. Het andere
uurwerk bevindt zich in de toren die links van de entree staat.
Het is ook wat hoger geplaatst. Die twee torens, links en rechts
naast de entree, verschillen ook van elkaar. Naast het uurwerk is
de linker toren ook voorzien van een zandstenen reliëf. Bovendien
is de linkertoren iets hoger dan het exemplaar rechts.
Boven het halfronde venster is, zowel aan de voor- als aan de perrongevel,
een zandstenen reliëf aangebracht. Aan de voorgevel zijn de
letters "H.IJ.S.M." geflankeerd door twee kastanjebomen,
aan de perrongevel staat de stationsnaam terzijde gestaan door twee
wapens. Het lettertype op de tableaus werd ontworpen door Jac. Van
de Bosch, het overige bedacht architect Margadant zelf.
De bouwstijl van het station wordt nogal eens "Berlagiaans"
genoemd, naar de wereldberoemde architect H.P. Berlage. En dat is
niet ten onrechte; de bouwstijl van dit stationsgebouw (en ook dat
van het later gebouwde Zandvoort) doet denken aan de Beurs van Berlage
in Amsterdam. Of dit revolutionaire gebouw werkelijk als voorbeeld
heeft gediend is niet helemaal duidelijk. Dat Berlage een groot
voorbeeld voor architect Margadant was, is overduidelijk terug te
zien! Toch zijn er wel duidelijke verschillen. Het grootste verschil
tussen Berlage en Margadant is wel dat laatstgenoemde Jugendstil
motieven uitdrukkelijk als decoratie gebruikte, terwijl Berlage
deze -als het aan hem lag- bewust achterliet. Je zou zelfs kunnen
zeggen dat Margadant deze twee verschillende stijlen (de Jugensstil
en de Berlagestijl) heeft gecombineerd. En daar is hij fantastisch
in geslaagd!
|
|