|
|
Het
interieur, toen en nu...
Verbouwd: |
1999-2000 |
|
Architect:
(verbouwing) |
H. Abels |
|
|
|
|
|
Vergeleken met de grootte van
het stationsgebouw valt die van de hal ogenschijnlijk wat tegen.
Ogenschijnlijk, want in de praktijk valt dit heel erg mee. Al is
er van een "hal" eigenlijk geen sprake meer. Het interieur
is tegenwoordig een soort T-vormige corridor tussen het stationsplein
en de perrons, met een zijgang richting het busstation. Het heeft
tegenwoordig meer weg van een klein overdekt winkelcentrum, al heeft
station Enschede ook nog altijd een volwaardig plaatskaartenkantoor.
Met deze simpele constateringen wordt het interieur van het station
echter ernstig tekort gedaan, want de binnenzijde van het gebouw
is minstens zo interessant als de buitenkant. Het eerste wat opvalt
is dat de hal veel hoger is dan het exterieur doet vermoeden. Dit
komt doordat over bijna de gehele lengte van de hal een vrij brede
-en ook best wel hoge- lichtstraat in het dak is verwerkt, die vanaf
de straat maar amper opvalt. Een handige oplossing; de ruimte wordt
niet alleen wat lichter, maar lijkt ook een stuk groter te zijn.
Toch maakt de hal, door al dat beton, een wat sombere indruk. Die
lichtstraat bestaat bijna geheel uit claustra-tegels, bij geen enkele
andere stationsgebouw zijn ze zó nadrukkelijk zichtbaar.
In de oorspronkelijke opzet waren ook in het interieur de betonnen
kolommen duidelijk aanwezig, uiteraard ook hier met een onderlinge
afstand van 5,25 meter. Die kolommen staan er nog altijd, maar de
meeste gaan nu schuil achter de moderne glazen puien. Alhoewel het
interieur -zeker in haar oorspronkelijke gedaante- monumentaal genoemd
kan worden is ze niet zo groots als dat van het Amsterdamse Amstelstation,
al zijn er wel enkele opmerkelijke overeenkomsten. Zo is ook bij
dit station de rechthoekige hal dwars ten opzichte van de sporen
gesitueerd, dus met de lange zijde richting de perrons. De loketten
zijn aan de rechterkant en aan de linkerkant was het restaurant,
net zoals dit vroeger bij het Amstelstation het geval was). Maar
hier houden de vergelijkingen op. Monumentale kunst, zoals in het
Amsterdamse station werd toegepast, ontbreekt hier. Dit was niet
zozeer het gevolg van materiaalschaarste, het was een bewuste keuze
van de architect. Net als bij de buitenkant moest ook binnenin het
gebouw de reiziger als vanzelf de weg vinden. Alles wat daarvan
"afleidde" moest vermeden worden, zoals bewegwijzering
of reclame-uitingen. Wat zou Schelling, als hij nog had geleefd,
van de huidige situatie hebben gevonden
?
In de oorspronkelijke indeling waren de loketten dus aan de rechterkant
(gezien vanaf de ingang) en het restaurant was daar tegenover. Naast
het plaatskaartenkantoor was een krantenkiosk, later werd dit een
boekwinkeltje. De brede gang leidde rechtstreeks naar de perrons
en de toen nog aanwezige kaartcontrole. Even voor dit punt was een
zijgang. Deze was aanzienlijk smaller dan ze vandaag de dag is en
eindigde met een trap, waarna men in de fietsenstalling kwam. Aan
weerszijden van die trap stond een telefooncel. Aan de rechterkant
waren de wachtruimten, die overigens via het perron bereikt moesten
worden. In het verleden was er nog een tweede zijgang, tussen de
ingang en het lokettenfront. Vermoedelijk werd van hieruit de bagage
afdeling bereikt.
Het interieur heeft vlak rond de millenniumwisseling een behoorlijke
gedaantewisseling ondergaan. Directe aanleiding was de aanleg van
een nieuw busstation, enkele jaren tevoren, waarbij ook een nieuwe
en volwaardige ingang aan de zuidkant van het station was gewenst.
Deze kwam boven de oude toegang van de rijwielstalling, dat eveneens
een nieuwe entree kreeg. De nieuwe toegang van het stationsgebouw
werd op de bestaande zijgang aangesloten. Die werd een flink stuk
verbreed, wat ten koste ging van de vroegere wachtruimte. Het restaurant
werd verplaatst naar dit gedeelte, maar bleek geen succes. Opmerkelijk
genoeg werd een klein gedeelte van het vroegere restaurant op haar
beurt een wachtruimte. Verder zijn hier nu de AKO en het GWK te
vinden. Het plaatskaartenkantoor werd in oostelijke richting verplaatst,
wat dichter bij de oude hoofdingang. Hierdoor was op de plek van
de vroegere loketten plaats voor nog meer retail. Zoals al gememoreerd;
de hal is tegenwoordig een klein overdekt winkelcentrum. Desondanks
is de oorspronkelijke opzet ervan nog goed herkenbaar gebleven.
Dat is trouwens vooral te danken aan het feit dat het stationsgebouw
ruim bemeten was, dit in grote tegenstelling tot veel andere grotere
stationsgebouwen uit de jaren vijftig. Hierdoor was het mogelijk
om al die commerciële invulling een plek te geven, de meeste
andere tijdgenoten moesten mede om die reden vervangen worden door
nieuwbouw
|
|
Boven:
De huidige "stationshal" is in feite een kleine winkelgalerij.
Desondanks is hier nog altijd een echt plaatskaartenkantoor, iets
dat helaas steeds zeldzamer aan het worden is. Om alle commercie
een plaats te kunnen bieden werd het interieur in het jaar 200
rigoureus verbouwd, waarbij onder andere de glazen puien werden
geplaatst. De hal werd hierdoor een flink stuk smaller, toch bleef
er nog meer dan genoeg ruimte over...
|
|
Onder:
Dit is dezelfde hal, zoals deze er een jaar of twintig geleden
nog uitzag. De ruimte was toen aanzienlijk groter en de
loketten waren nog op hun oude plek, Ongeveer op de plaats
waar nu de Burger King zit. Daarnaast was een boekwinkeltje.
Op het blinde muurtje was het oorlogsmonument van station
Enschede. Dit monument is er uiteraard nog steeds, het heeft
nu een plekje nabij de vroegere hoofdingang.
.
|
|
|
|
|
|
|
Onder:
De stationshal, zoals deze er in de jaren vijftig uitzag.
Ditmaal gezien in de richting van de hoofdingang, de drie
toegangen (zie ook de vorige pagina) zijn hier duidelijk zichtbaar.
Dit is de hal zoals Schelling het voor ogen had: overzichtelijk
en toch ook wel monumentaal. Maar het is in de eerste plaats
erg sober, zonder franje. De enige decoraties zijn de verschillende
modellen claustra's, die steeds in vaste patronen zijn gemetseld.
.
(Foto:
C. Oorthuys - uit: Architectuur van deze eeuw, J.J. Vriend)
|
Onder:
Ondanks de moderniseringen is het stationsgebouw zowel van binnen
als van buiten nog heel herkenbaar gebleven. Eén van
de weinige plekken dat onherkenbaar is veranderd is dit gangetje,
met aan het uiteinde een trap naar de fietsenkelder. Op deze
plek is nu namelijk de dwarshal en de zuidelijke toegang. Die
trap is trouwens dichtgemaakt, de rijwielstalling is niet meer
rechtstreeks vanuit de hal te bereiken...
.
|
|
|
|
|
Onder:
Uniek in Nederland was het overdekte terras van het stationsrestaurant.
Bij de bouw van het station kreeg het een opvallend ruim restaurant,
iets wat bij lang niet alle (grotere) stations uit de jaren vijftig
het geval was. Helaas is het terras al lang niet meer in gebruik.
Na de grote verbouwing kreeg het vroegere restaurant een andere
bestemming en was het terras overbodig geworden. Bovendien was
een deel daarvan al opgeofferd ten behoeve van de nieuwe toegang.
Toch is het best wel jammer dat het terras geen tweede leven werd
gegund
.
|
Onder:
Een beeld dat inmiddels verleden tijd is, een "klassieke"
horecagelegenheid in het Enschedese station. Het vroegere restaurant
werd opgesplitst in meerdere delen, waarin onder andere het
GWK en een boekhandel een plek vonden. Ook kwam hier een wachtgelegenheid.
Opmerkelijk, want in de vroegere wachtruimten kwam aanvankelijk
een horeca-gelegenheid. Maar na 10 jaar sloot "Café
T" in juni 2010 haar deuren en werd de ruimte omgebouwd
tot een AH-to-Go. Deze foto laat het interieur van Café
T zien, kort voordat het werd gesloten door het raam is het
busstation te zien.
.
|
|
|
|
|
versie: 30-11-2015 |