|
|
Het
stationsgebouw
|
|
 |
Architect: |
K. van der
Gaast |
Decoraties: |
W. Mignot
(reliëf "Ik kom, ik ga") |
|
|
|
|
|
|
|
|
Voor architect Van der Gaast was Eindhoven
het eerste grote stationsproject dat hij (deels) voor zijn rekening
nam. Van der Gaast had toen allang naam gemaakt, ook was dit met
kleine stations, zoals Rheden en Arnhem Velperpoort. Ronduit revolutionair
was het inmiddels al heel lang verdwenen eerste station Amsterdam
Sloterdijk, dat kort voor het nieuwe Eindhovense stationsgebouw
werd geopend. Dat station baarde vooral opzien doordat het specifiek
als forenzenstation werd ontworpen. Het had geen traditioneel stationsgebouw,
in plaats daarvan was er slechts een overdekte toegang naar de perrontrappen.
Eindhoven kreeg wel een "klassiek" stationsgebouw, maar
het was toen allang duidelijk dat met Van der Gaast als hoofdarchitect
definitief een nieuw tijdperk in de Nederlandse stationsarchitectuur
was aangebroken
Vergeleken met de sombere "beton-stations" van Schelling
en de "barok-stations" van Van Ravesteyn is het stationsgebouw
van Eindhoven fris, voor die tijd modern en toch ook tijdloos en
monumentaal, al zijn de meningen over de vormgeving van het gebouw
verdeeld. Het gebouw valt vooral op door de enorme glazen voorgevel,
met rechts daarvan een grote loggia. De glazen gevel was een element
dat Van der Gaast's voorganger Schelling eerder al gebruikte bij
het stationsgebouw van Zutphen. Daaronder is de begane grond, deze
wijkt ten opzichte van de glazen gevel en gaat aan de rechterkant
naadloos over in een korte vleugel. Daar tegen aan is de inrit naar
een binnenplaats, duidelijk gemarkeerd door een betonnen luifel.
Daar weer naast is een losstaand gebouwtje, dat oorspronkelijk een
VVV-kantoor was. Aan de achterzijde, dus tegen de spoordijk aan,
is aan diezelfde kant een tweede en iets langere vleugel. Hierin
zijn dienstruimten te vinden. Rechts van die laatstgenoemde vleugel
begint de ingang van de bagagetunnel. De in- en uitgangen van het
stationsgebouw zijn aan de linkerkant en liggen nóg wat dieper.
Door die terugwijkende begane grond lijkt het gebouw te zweven.
Dit effect wordt nog wat versterkt door de dikke betonnen randen.
De zijgevels zijn grotendeels gesloten. In de linker zijgevel zijn
drie ronde vensters, aan de rechterkant zijn dit er zes. De rechter
zijgevel valt vooral op door de zeventien kleine patrijspoortjes.
Die bestaan uit eindstukken van zogenoemde gresbuizen -dit zijn
geëmailleerde pijpen die vooral in de riolering wordt gebruikt-
waarin glas is geplaatst. Het is een element dat Van der Gaast vaker
toe zou passen. Net als de grotere ronde vensters, overigens. Het
dak lijkt eveneens te zweven en doordat de onderzijde bij de voorkant
schuin afloopt lijkt het dak hier wat omhoog te krullen. Dit wordt
door het decoratieve patroon nog wat extra benadrukt. Een grote
luifel, toch wel hét kenmerk van Van der Gaast, ontbreekt
hier nog.
Nog even terug naar de begane grond, want daar is aan de linkerkant
een opmerkelijke uitbouw te zien. Het is een gesloten, vierkanten
blok, waarop aan drie zijden een natuurstenen reliëf is aangebracht,
gemaakt door. W. Mignot. In deze uitbouw was vroeger waarschijnlijk
een wisselkantoor. Links daarvan is nog een toegang naar het stationsgebouw,
dit was vroeger de uitgang van het station. De westelijke kant van
het gebouw wordt vooral gedomineerd door de hoge stationstoren.
Deze circa 26 meter hoge vrijstaande toren is eveneens opvallend
vormgegeven. Aan de perronzijde wijkt de bovenkant iets naar buiten,
zodat de top wat breder is dan de voet van de toren. In de zijgevels
zijn tientallen patrijspoortjes verwerkt, dezelfde die ook in de
rechter zijgevel te zien zijn. Zoals zoveel andere stationstorens
uit de jaren vijftig heeft ook dit exemplaar een dubbele functie;
naast klokkentoren en rager van het NS-logo en de vlaggenmast, het
is tevens de schoorsteen.
|
|
Boven:
Het derde en huidige stationsgebouw doet in niets aan haar illustere
voorganger denken. De strakke vormgeving is tijdloos, zelfs na
ruim zestig jaar doet het nog lang niet gedateerd aan. De grote
glazen gevel zorgt voor veel daglicht in de hal, maar is nog niet
echt een "venster op de stad". Dat komt doordat het
venster een deel is van het restaurant en niet van de ingang van
het stationsgebouw. Die is daaronder en staat opvallend ver naar
binnen. Het ver naar voren uitstekende deel van het gebouw wordt
ondersteund door kegelvormige kolommen. Let ook op de grote opening
aan de rechterkant. In deze loggia is een buitenterras. De onderzijde
van het dak heeft aan de voorzijde een opvallend driehoekig decoratief
patroon. Door de vorm van het gebouw menen veel mensen er een
Philips radio in te herkennen. Op zich een verklaarbare gedachte
aangezien Philips en Eindhoven -zeker in die tijd- onlosmakelijk
met elkaar waren verbonden. Maar het model radio waar het op zou
lijken (voor de kenners: B5X14A, zie het kleine plaatje bovenaan
de pagina) kwam pas in 1961 op de markt. Waarschijnlijk is die
vergelijking pas ver na 1960 ontstaan...
|
|
|
|
|
|
|
|
Onder:
Een oude ansichtkaart met daarop hetzelfde stationsgebouw. Er
is in al die jaren voor wat betreft de buitenkant nauwelijks iets
veranderd, alleen de ingangen zijn vernieuwd. Mede om die reden
is het station opgenomen in de Top 100 Wederopbouwmonumenten,
het is tevens een rijksmonument. Helemaal aan de rechterkant is
een dubbele luifel te zien. Dit is de ingang naar een soort binnenplaats,
die vooral voor bagage en snelgoederen werd gebruikt.
.
(Ansichtkaart)
|
Onder:
Het stationsgebouw staat nog altijd opvallend ver van de perrons,
al is de afstand minder groot dan bij het vorige station. Ook
nu liggen de sporen en de perrons wat gedraaid ten opzichte van
het gebouw. De perrongevel heeft eveneens veel vensters, hetgeen
vooral de kantoorruimten ten goede komt. Het grote venster aan
de rechterkant is één geheel, dit is het glasappliqué
dat de toegang naar de perrontunnel markeert. Aan de rechterkant
staat de 26 meter hoge toren. Let op de vele patrijspoortjes,
die in de zijkant zijn verwerkt. Die kleine venstertjes zijn trouwens
stukken rioolbuis met daarin een schijfje glas...
.
|
|
|
|
|
Onder:
Aan de linkerzijde heeft het gebouw een opvallende, vierkanten
uitbouw, deze bevind zich tussen de toegang in de zijgevel en
die aan de voorkant. Welke functie dit nagenoeg geheel gesloten
blok had is mij niet geheel duidelijk, het schijnt dat hier vroeger
een wisselkantoor in zat. Op drie van de gevels is een opvallend
zandstenen reliëf aangebracht, gemaakt door Willy Mignot
(inderdaad, directe familie van de bekende Eindhovense sigarenfabrikant).
Het beeldt allerlei activiteiten uit het dagelijks leven uit,
vergezeld met de teksten "IK KOM" en "IK GA".
.
|
Onder:
Een detailfoto van het rechter uiteinde van het reliëf. Helemaal
aan de linkerkant is een beeldhouwer te zien die de naam "Mignot"
uithakt. Aan de rechterkant zijn enkele dichtregels van A. Roland
Holst te lezen:
WIE ZICH ZIJN WEG BAANT DOOR DE WERELD
HOORT IN HET LEVEN EENS ZIJN EIGEN LIED.
Het kunstwerk werd aangeboden door de Eindhovensche Fabrikantenkring
en werd tijdens de openingsplechtigheid van het stationsgebouw
onthuld.
.
|
|
|
|
|
versie: 13-10-2017 |